Biologie samenvatting H6
Paragraaf 1 Darwin’s evolutietheorie
Macro-evolutie het ontstaan van de aarde. Het ontstaan van nieuwe levensvormen
Micro-evolutie het veranderen van de soorten op aarde
Evolutietheorie de ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan,
veranderen en/of verdwijnen.
Argumenten:
- Veranderingen in genotypen 2 soorten: genotype (genen) en fenotype (uiterlijk)
Door voortplanting ontstaan nieuwe genotypen
Door mutatie (Plotselinge verandering in het erfelijke materiaal (genen) van
een organisme waardoor één of meer eigenschappen veranderd zijn.)
veranderen genotypen
- Natuurlijke selectie degene met de beste eigenschappen overleeft, ze hebben
dus meer overlevingskans en kunnen meer nakomelingen krijgen. Het hangt dus van
de situatie af wie de beste overlevingskansen hebben.
De beste aangepaste individuen produceren de meeste nakomelingen.
Daardoor verandert populatiesamenstelling in loop van de tijd (niet in individu)
Elke aanpassing is voorkomende variatie in genotype en dus niet bewust.
Darwin gebruikte de vinken als belangrijkste bewijsmateriaal om te laten zien dat er
ontwikkeling in soorten kan plaatsvinden.
Evolutie= de geleidelijke verandering van kenmerken, hierbij kijk je over de jaren heen naar
een groep mensen.
Darwin’s Theorie:
1. Individuen binnen een soort verschillen een beetje van elkaar (dit komt door mutatie,
spontane veranderingen in de genen)
2. Sommige individuen zijn beter afgestemd op de leefomstandigheden dan andere.
3. Individuen met de beste aanpassingen hebben de beste overlevingskans
4. Deze individuen hebben ook de meeste kans op (veel) nageslacht en kunnen zo hun
kenmerken doorgeven aan de volgende generatie
5. Wanneer individuen van een soort van elkaar gescheiden raken door bijv. water,
raken deze individuen geïsoleerd. Door isolatie kunnen 2 verschillende soorten
ontstaan, die geen vruchtbare nakomelingen met elkaar kunnen krijgen.
Hoe werkt natuurlijke selectie?
Stel je hebt 2 berkenspanners (soort vlinders). De ene is witt met zwarte stippels en de
andere is helemaal zwart. De lichte variant was lastig te herkennen op het lichte schors,
hierdoor konden de vogels de lichte veel minder goed zien dan de zwarte dus gingen er
meer zwarte dood. Maar toen er fabrieken werden gebouwd werden de bomen een stuk
donkerder dan kleur waardoor je de lichte eenstuk beter zag. Hierdoor kon de zwarte het
beste overleven en had die ook de meeste kans op (veel) nakomelingen.
Paragraaf 1 Darwin’s evolutietheorie
Macro-evolutie het ontstaan van de aarde. Het ontstaan van nieuwe levensvormen
Micro-evolutie het veranderen van de soorten op aarde
Evolutietheorie de ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan,
veranderen en/of verdwijnen.
Argumenten:
- Veranderingen in genotypen 2 soorten: genotype (genen) en fenotype (uiterlijk)
Door voortplanting ontstaan nieuwe genotypen
Door mutatie (Plotselinge verandering in het erfelijke materiaal (genen) van
een organisme waardoor één of meer eigenschappen veranderd zijn.)
veranderen genotypen
- Natuurlijke selectie degene met de beste eigenschappen overleeft, ze hebben
dus meer overlevingskans en kunnen meer nakomelingen krijgen. Het hangt dus van
de situatie af wie de beste overlevingskansen hebben.
De beste aangepaste individuen produceren de meeste nakomelingen.
Daardoor verandert populatiesamenstelling in loop van de tijd (niet in individu)
Elke aanpassing is voorkomende variatie in genotype en dus niet bewust.
Darwin gebruikte de vinken als belangrijkste bewijsmateriaal om te laten zien dat er
ontwikkeling in soorten kan plaatsvinden.
Evolutie= de geleidelijke verandering van kenmerken, hierbij kijk je over de jaren heen naar
een groep mensen.
Darwin’s Theorie:
1. Individuen binnen een soort verschillen een beetje van elkaar (dit komt door mutatie,
spontane veranderingen in de genen)
2. Sommige individuen zijn beter afgestemd op de leefomstandigheden dan andere.
3. Individuen met de beste aanpassingen hebben de beste overlevingskans
4. Deze individuen hebben ook de meeste kans op (veel) nageslacht en kunnen zo hun
kenmerken doorgeven aan de volgende generatie
5. Wanneer individuen van een soort van elkaar gescheiden raken door bijv. water,
raken deze individuen geïsoleerd. Door isolatie kunnen 2 verschillende soorten
ontstaan, die geen vruchtbare nakomelingen met elkaar kunnen krijgen.
Hoe werkt natuurlijke selectie?
Stel je hebt 2 berkenspanners (soort vlinders). De ene is witt met zwarte stippels en de
andere is helemaal zwart. De lichte variant was lastig te herkennen op het lichte schors,
hierdoor konden de vogels de lichte veel minder goed zien dan de zwarte dus gingen er
meer zwarte dood. Maar toen er fabrieken werden gebouwd werden de bomen een stuk
donkerder dan kleur waardoor je de lichte eenstuk beter zag. Hierdoor kon de zwarte het
beste overleven en had die ook de meeste kans op (veel) nakomelingen.