TDO 4
1. Pediatrische heuporthesen
Doelen:
• Stabilisatie heupgewricht
• Behouden en/of beperken van ROM/bepaalde bewegingen
• Statische of dynamische mobilisatie van de heup naar abductie
1.1. Evolutieve heupdysplasie (meest voorkomende)
Standaardbehandeling jonger dan zes maanden: bracing afhankelijk van de ernst van de situatie. Doel:
femurkop zo goed mogelijk positioneren in het acetabulum, om een normale ontwikkeling van het
heupgewricht te stimuleren.
1.1.1. Frejka kussen
Zacht abductie kussen voor baby’s. Door de zachte samenstelling kunnen kinderen de adductie
makkelijk overwinnen. Nu: schuimkussen tussen benen, rompdeel in textiel en schouder en buikband.
1.1.2. Pavlik orthese
Pavlik: voorkomen van extensie heup → ruiterstand 90 tot 110 graden flexie → adductoren
ontspannen mettertijd door beweging, waardoor de kop spontaan kan reduceren.
• Schouderbanden kruisend op rug
• Sluiting op borstband
• Stijgbeugels aan borstriem
Borstriem op tepellijn
Stijfbeugelriem op anterieure axillaire lijn
Posterieure riemen boven scapula
, 1.1.3. Tübingen heuporthese
Update Pavlik ontwerp: houd heup in ± 90° flexie en abductie
→ Knie en enkels blijven vrij
• Schouder/borst harnas
• Twee koorden met kralen (flexie instellen)
• Twee dijbeenschalen
• Stang voor abductie
Gebruik: dysplastische heup zonder instabiliteit
1.1.4. Coxa splint (Von Rosen)
Passieve fixatie- positioneringsapparaat.
Vervormbaar frame in aluminium met banden thv schouders, middel en dijen.
Hogere kans op decubitus.
1.1.5. ilfeld heupabductie orthese
Statische orthese die de heupen in abductie houd, maar geen flexie creëert.
Goed resultaten na mislukken pavlik
• Twee dijmachetten
• Verstelbare stang
1.1.6. Heupabductie orthese type Camp
Statische orthesen gemaakt uit PE-schuim of uit een PE-rugschelp met PE-polstering met
dijmanchetten en klittenbandsluiting om de bovenbenen, al dan niet verstevigd met een stang
waardoor de heupen in ongeveer 70 tot 90° flexie en abductie worden gepositioneerd. Vrije beweging
van de knieën en enkels.
1.1.7. Heupabductie type Visser
Dynamische orthese dat actieve flexie boven de 90° en abductie tussen 30 en 90° toelaat.
Rugplaat verbonden met dijmachette dmv scharniertje
, 1.1.8. Orthesekeuze - artikel
Dynamische orthese (Pavlik, Tubingen): laten gecontroleerde beweging toe en zorgen voor een
"dynamische reductie" van de heup → heup herstelt op natuurlijke wijze, terwijl het kind de benen
binnen een beperkt bewegingsbereik beweegt. Vooral effectief wanneer ze binnen de eerste 4-5
maanden na de geboorte wordt toegepast.
Statische orthese (rhino-brace of abductiebrace): houden de heup in een vaste positie en worden
vaker gebruikt voor stabiele heupen of restproblemen zoals acetabulaire dysplasie.
De studie concludeert dat dynamische orthese over het algemeen de voorkeur hebben bij onstabiele
heupen, terwijl statische orthese effectief kunnen zijn voor stabiele heupen of in latere stadia van de
behandeling
1.2. Ziekte van Legg- Calve- Perthes
Er kan een misvorming van de heupkop optreden.
> 5 à 6 jaar: grotere kans op een goede remodellering
< 9 jaar: eindresultaat zelden goed
Behandeling gericht om een zo goed mogelijke remodellering van de femurkop te verkrijgen.
Bij jonge kinderen: observatie soms voldoende (abductie boven 40 tot 45° mogelijk blijft) → anders in
acute fase: mobiliteit verbeteren door een tiental dagen tractie aan te leggen → nadien
abductieapparaat, waarmee de femurkop binnen het acetabulum wordt gehouden en waardoor een
remodellering wordt gestimuleerd.
Steunontlasting en rust aangewezen, maar de mobiliteit moet wel verder behouden blijven (fietsen en
zwemmen). In vergevorderde gevallen of wanneer de diagnose pas laat gesteld wordt → operatie.
1.2.1. Ortheses
• Thomas brace: Ontlasten van de heupkop – geen abductie
• Toronto brace: bilaterale abductie van de heup – geen ontlasting
• Trilateral orthese: combinatie van ontlasting heupkop en abductie heup
, 1.2.2. Heupabductie orthese – Scottisch rite orthese
Voordeel van dit type: mobiliteit behouden. Tegenwoordig uit kunststof.
Door middel van deze orthese wordt geprobeerd om de heupkop insluiten in het acetabulum.
1.3. Cerebrale parese
Verhoogde spierspanning en spieronevenwichtigheid bij kinderen met CP kan leiden tot beperkingen in
ROM en subluxatie van de heup.
→ Pijn voorkomen door subluxatie
→ Behouden of verbeteren + vaak botuline behandeling. De keuze tussen de verschillende
orthesebehandelingen hangt af van de mobiliteit van het kind.
1.3.1. SWASH
SWASH (Standing, Walking, And Sitting Hip) orthese = ontworpen om van zitten of kruipen over te gaan
naar staan of lopen. De orthese biedt abductie in de heupen terwijl het kind zit en houdt de benen
parallel terwijl het kind staat. Helpt ook bij zitbalans en voorkomt scharen bij lopen.
Bij kinderen met ge(sub)luxeerde heupen of bij flexiecontracturen van > 20°.
1.4. Postoperatieve of -traumatische heuporthesen
Na heupchirurgie of trauma (heuprevisie, dislocatie, …) om bepaalde bewegingen te beperken en/of
sturen om zo de heup in de juiste positie te stabiliseren om te genezen.
→ instelbaar naar flexie/extensie ( bepaalde ROM toelaten) en naar abductie.
newport junior – orthomerica / HARO 2000 - Basko/ Hip One - Medi
1. Pediatrische heuporthesen
Doelen:
• Stabilisatie heupgewricht
• Behouden en/of beperken van ROM/bepaalde bewegingen
• Statische of dynamische mobilisatie van de heup naar abductie
1.1. Evolutieve heupdysplasie (meest voorkomende)
Standaardbehandeling jonger dan zes maanden: bracing afhankelijk van de ernst van de situatie. Doel:
femurkop zo goed mogelijk positioneren in het acetabulum, om een normale ontwikkeling van het
heupgewricht te stimuleren.
1.1.1. Frejka kussen
Zacht abductie kussen voor baby’s. Door de zachte samenstelling kunnen kinderen de adductie
makkelijk overwinnen. Nu: schuimkussen tussen benen, rompdeel in textiel en schouder en buikband.
1.1.2. Pavlik orthese
Pavlik: voorkomen van extensie heup → ruiterstand 90 tot 110 graden flexie → adductoren
ontspannen mettertijd door beweging, waardoor de kop spontaan kan reduceren.
• Schouderbanden kruisend op rug
• Sluiting op borstband
• Stijgbeugels aan borstriem
Borstriem op tepellijn
Stijfbeugelriem op anterieure axillaire lijn
Posterieure riemen boven scapula
, 1.1.3. Tübingen heuporthese
Update Pavlik ontwerp: houd heup in ± 90° flexie en abductie
→ Knie en enkels blijven vrij
• Schouder/borst harnas
• Twee koorden met kralen (flexie instellen)
• Twee dijbeenschalen
• Stang voor abductie
Gebruik: dysplastische heup zonder instabiliteit
1.1.4. Coxa splint (Von Rosen)
Passieve fixatie- positioneringsapparaat.
Vervormbaar frame in aluminium met banden thv schouders, middel en dijen.
Hogere kans op decubitus.
1.1.5. ilfeld heupabductie orthese
Statische orthese die de heupen in abductie houd, maar geen flexie creëert.
Goed resultaten na mislukken pavlik
• Twee dijmachetten
• Verstelbare stang
1.1.6. Heupabductie orthese type Camp
Statische orthesen gemaakt uit PE-schuim of uit een PE-rugschelp met PE-polstering met
dijmanchetten en klittenbandsluiting om de bovenbenen, al dan niet verstevigd met een stang
waardoor de heupen in ongeveer 70 tot 90° flexie en abductie worden gepositioneerd. Vrije beweging
van de knieën en enkels.
1.1.7. Heupabductie type Visser
Dynamische orthese dat actieve flexie boven de 90° en abductie tussen 30 en 90° toelaat.
Rugplaat verbonden met dijmachette dmv scharniertje
, 1.1.8. Orthesekeuze - artikel
Dynamische orthese (Pavlik, Tubingen): laten gecontroleerde beweging toe en zorgen voor een
"dynamische reductie" van de heup → heup herstelt op natuurlijke wijze, terwijl het kind de benen
binnen een beperkt bewegingsbereik beweegt. Vooral effectief wanneer ze binnen de eerste 4-5
maanden na de geboorte wordt toegepast.
Statische orthese (rhino-brace of abductiebrace): houden de heup in een vaste positie en worden
vaker gebruikt voor stabiele heupen of restproblemen zoals acetabulaire dysplasie.
De studie concludeert dat dynamische orthese over het algemeen de voorkeur hebben bij onstabiele
heupen, terwijl statische orthese effectief kunnen zijn voor stabiele heupen of in latere stadia van de
behandeling
1.2. Ziekte van Legg- Calve- Perthes
Er kan een misvorming van de heupkop optreden.
> 5 à 6 jaar: grotere kans op een goede remodellering
< 9 jaar: eindresultaat zelden goed
Behandeling gericht om een zo goed mogelijke remodellering van de femurkop te verkrijgen.
Bij jonge kinderen: observatie soms voldoende (abductie boven 40 tot 45° mogelijk blijft) → anders in
acute fase: mobiliteit verbeteren door een tiental dagen tractie aan te leggen → nadien
abductieapparaat, waarmee de femurkop binnen het acetabulum wordt gehouden en waardoor een
remodellering wordt gestimuleerd.
Steunontlasting en rust aangewezen, maar de mobiliteit moet wel verder behouden blijven (fietsen en
zwemmen). In vergevorderde gevallen of wanneer de diagnose pas laat gesteld wordt → operatie.
1.2.1. Ortheses
• Thomas brace: Ontlasten van de heupkop – geen abductie
• Toronto brace: bilaterale abductie van de heup – geen ontlasting
• Trilateral orthese: combinatie van ontlasting heupkop en abductie heup
, 1.2.2. Heupabductie orthese – Scottisch rite orthese
Voordeel van dit type: mobiliteit behouden. Tegenwoordig uit kunststof.
Door middel van deze orthese wordt geprobeerd om de heupkop insluiten in het acetabulum.
1.3. Cerebrale parese
Verhoogde spierspanning en spieronevenwichtigheid bij kinderen met CP kan leiden tot beperkingen in
ROM en subluxatie van de heup.
→ Pijn voorkomen door subluxatie
→ Behouden of verbeteren + vaak botuline behandeling. De keuze tussen de verschillende
orthesebehandelingen hangt af van de mobiliteit van het kind.
1.3.1. SWASH
SWASH (Standing, Walking, And Sitting Hip) orthese = ontworpen om van zitten of kruipen over te gaan
naar staan of lopen. De orthese biedt abductie in de heupen terwijl het kind zit en houdt de benen
parallel terwijl het kind staat. Helpt ook bij zitbalans en voorkomt scharen bij lopen.
Bij kinderen met ge(sub)luxeerde heupen of bij flexiecontracturen van > 20°.
1.4. Postoperatieve of -traumatische heuporthesen
Na heupchirurgie of trauma (heuprevisie, dislocatie, …) om bepaalde bewegingen te beperken en/of
sturen om zo de heup in de juiste positie te stabiliseren om te genezen.
→ instelbaar naar flexie/extensie ( bepaalde ROM toelaten) en naar abductie.
newport junior – orthomerica / HARO 2000 - Basko/ Hip One - Medi