Leeruitkomst 5.3
Kwantitatief onderzoek
Het verzamelen van numerieke data. Kwantitatief onderzoek biedt cijfermatig inzicht (Ter
Maten, 2020)
Aanleiding
Tijdens het uitwerken van leeruitkomst 5.1 en 5.2 kwam ik erachter dat er veel
mogelijkheden zijn voor de verpleegkundige(n) om begeleiding te bieden bij rokende
patiënten. Denk hierbij aan het toepassen van bepaalde gesprekstechnieken, het verlenen
van informatie en het doorverwijzen naar diverse hulpsites en/of hulpprogramma’s. Het
vermoeden bestaat dat veel verpleegkundigen die werkzaam zijn op de stroke unit geen
gebruik maken van deze hulpmiddelen. Dit is erg zonde en daarbij een gemiste kans voor
vooral de patiënt. Ik heb besloten om middels een kwantitatief onderzoek te onderzoeken in
hoeverre verpleegkundigen stoppen met roken begeleiding bieden, of zij op de hoogte zijn
van de beschikbare hulpmiddelen, welke informatie er wordt verleend gedurende de acute
opname en wat eventuele knelpunten zijn bij het verlenen van stoppen met roken
begeleiding.
Onderzoekspopulatie
De grootte van de onderzoekspopulatie is 14 deelnemers, waarvan 10 verpleegkundigen zijn
en 4 (vierdejaars) verpleegkunde studenten. Allen zijn werkzaam op de stroke unit van het
Erasmus MC. Ik heb ervoor gekozen om ook studenten te ondervragen over dit onderwerp
omdat de stroke unit een leerunit is. Op de leerunit krijgt de student veel
verantwoordelijkheid en functioneert mee op het niveau van een gediplomeerd
verpleegkundige.
Achtergrondkenmerken respondenten (N=14)
Functieniveau Aantal
Student 4
Verpleegkundige (neuro algemeen) 5
Stroke Care verpleegkundige 4
Senior verpleegkundige 1
Werkervaring op de stroke unit
0 tot 5 jaar 13
6 tot 10 jaar 1
11 tot 15 jaar 0
16 jaar of langer 0
Rookt de respondent zelf?
Ja, dagelijks 1
Af en toe, sociaal 2
Nee (bevat ook gestopt) 11
Selectie van de (sub)thema’s
Ik heb besloten drie thema’s te kiezen om de vragen uit voort te laten komen. De thema’s
zijn: hulpmiddelen, regie en voorlichting. De sub thema’s die ik heb gekozen bij deze
hoofdthema’s zijn als volgt:
Hulpmiddelen rookanamnese.
Regie structuur, tijd, methodieken.
Voorlichting kennis, inhoudelijke informatie.
, Meetinstrumenten
Uit de literatuur blijkt dat een kwantitatief onderzoek voornamelijk bestaat uit meetbare,
gesloten vragen. Voor mijn enquête zal ik dichotome vragen, meerkeuzevragen en
schaalvragen en open vragen gebruiken.
Bepaal de antwoordcategorieën
Betekenis antwoord categorieën: ‘De verschillende mogelijkheden die de respondenten
geboden worden om een vraag te beantwoorden’ (Ensie, 2023). Ik wil de enquête zo
makkelijk mogelijk maken voor de respondent. Daarom moeten de antwoord categorieën
logisch zijn en op goede volgorde staan.
Pas aan op taal, toon en cultuur van de respondenten
Voor mijn respondenten schrijf ik een instructie. Ik vermeld hierin voor wie de vragenlijst is
bedoeld, welk onderwerp de vragenlijst heeft, waar de resultaten voor worden gebruikt,
hoelang het duurt om de vragenlijst in te vullen en dat de deelname aan de enquête anoniem
is (Studiemeesters, 2021). Ik vraag naar achtergrondvariabelen zodat ik kan aantonen hoe
de samenstelling van de groep is die de enquête invult. Ik let erop dat ik geen vakjargon of
medische termen gebruik. Zo zal iedere respondent de vragenlijst begrijpen. Ik let erop dat ik
geen lange vragen stel, maar zo kort en eenvoudig mogelijk. Ik vermijd globale termen,
(dubbele) ontkenningen en gebruik geen vage telwoorden. Ook zorg ik ervoor dat ik geen
suggestieve vragen stel en dat ik de vraag zo neutraal mogelijk formuleer (Ter Maten, 2020).
Vragen per thema (19 in totaal)
Dankzij het operationalisatie schema heb ik de volgende vragen ontwikkeld:
Daarbij heb ik drie achtergrond variabele vragen, namelijk:
- Wat is je functie op de stroke unit? (meerkeuze).
- Hoe lang ben je werkzaam op de stroke unit? (meerkeuze).
- Rook je zelf? (meerkeuze).
Kwantitatief onderzoek
Het verzamelen van numerieke data. Kwantitatief onderzoek biedt cijfermatig inzicht (Ter
Maten, 2020)
Aanleiding
Tijdens het uitwerken van leeruitkomst 5.1 en 5.2 kwam ik erachter dat er veel
mogelijkheden zijn voor de verpleegkundige(n) om begeleiding te bieden bij rokende
patiënten. Denk hierbij aan het toepassen van bepaalde gesprekstechnieken, het verlenen
van informatie en het doorverwijzen naar diverse hulpsites en/of hulpprogramma’s. Het
vermoeden bestaat dat veel verpleegkundigen die werkzaam zijn op de stroke unit geen
gebruik maken van deze hulpmiddelen. Dit is erg zonde en daarbij een gemiste kans voor
vooral de patiënt. Ik heb besloten om middels een kwantitatief onderzoek te onderzoeken in
hoeverre verpleegkundigen stoppen met roken begeleiding bieden, of zij op de hoogte zijn
van de beschikbare hulpmiddelen, welke informatie er wordt verleend gedurende de acute
opname en wat eventuele knelpunten zijn bij het verlenen van stoppen met roken
begeleiding.
Onderzoekspopulatie
De grootte van de onderzoekspopulatie is 14 deelnemers, waarvan 10 verpleegkundigen zijn
en 4 (vierdejaars) verpleegkunde studenten. Allen zijn werkzaam op de stroke unit van het
Erasmus MC. Ik heb ervoor gekozen om ook studenten te ondervragen over dit onderwerp
omdat de stroke unit een leerunit is. Op de leerunit krijgt de student veel
verantwoordelijkheid en functioneert mee op het niveau van een gediplomeerd
verpleegkundige.
Achtergrondkenmerken respondenten (N=14)
Functieniveau Aantal
Student 4
Verpleegkundige (neuro algemeen) 5
Stroke Care verpleegkundige 4
Senior verpleegkundige 1
Werkervaring op de stroke unit
0 tot 5 jaar 13
6 tot 10 jaar 1
11 tot 15 jaar 0
16 jaar of langer 0
Rookt de respondent zelf?
Ja, dagelijks 1
Af en toe, sociaal 2
Nee (bevat ook gestopt) 11
Selectie van de (sub)thema’s
Ik heb besloten drie thema’s te kiezen om de vragen uit voort te laten komen. De thema’s
zijn: hulpmiddelen, regie en voorlichting. De sub thema’s die ik heb gekozen bij deze
hoofdthema’s zijn als volgt:
Hulpmiddelen rookanamnese.
Regie structuur, tijd, methodieken.
Voorlichting kennis, inhoudelijke informatie.
, Meetinstrumenten
Uit de literatuur blijkt dat een kwantitatief onderzoek voornamelijk bestaat uit meetbare,
gesloten vragen. Voor mijn enquête zal ik dichotome vragen, meerkeuzevragen en
schaalvragen en open vragen gebruiken.
Bepaal de antwoordcategorieën
Betekenis antwoord categorieën: ‘De verschillende mogelijkheden die de respondenten
geboden worden om een vraag te beantwoorden’ (Ensie, 2023). Ik wil de enquête zo
makkelijk mogelijk maken voor de respondent. Daarom moeten de antwoord categorieën
logisch zijn en op goede volgorde staan.
Pas aan op taal, toon en cultuur van de respondenten
Voor mijn respondenten schrijf ik een instructie. Ik vermeld hierin voor wie de vragenlijst is
bedoeld, welk onderwerp de vragenlijst heeft, waar de resultaten voor worden gebruikt,
hoelang het duurt om de vragenlijst in te vullen en dat de deelname aan de enquête anoniem
is (Studiemeesters, 2021). Ik vraag naar achtergrondvariabelen zodat ik kan aantonen hoe
de samenstelling van de groep is die de enquête invult. Ik let erop dat ik geen vakjargon of
medische termen gebruik. Zo zal iedere respondent de vragenlijst begrijpen. Ik let erop dat ik
geen lange vragen stel, maar zo kort en eenvoudig mogelijk. Ik vermijd globale termen,
(dubbele) ontkenningen en gebruik geen vage telwoorden. Ook zorg ik ervoor dat ik geen
suggestieve vragen stel en dat ik de vraag zo neutraal mogelijk formuleer (Ter Maten, 2020).
Vragen per thema (19 in totaal)
Dankzij het operationalisatie schema heb ik de volgende vragen ontwikkeld:
Daarbij heb ik drie achtergrond variabele vragen, namelijk:
- Wat is je functie op de stroke unit? (meerkeuze).
- Hoe lang ben je werkzaam op de stroke unit? (meerkeuze).
- Rook je zelf? (meerkeuze).
