ANTWOORDEN OEFENTOETS KENNISTOETS OWE 8
ANATOMIE EN FYSIOLOGIE
1. Onjuist, is belangrijk voor evenwicht en spraak.
2. Juist
3. Juist
4. Onjuist, gaat aan de achterkant naar binnen.
5. Juist
6. Onjuist, vanaf L1.
7. Juist
8. Onjuist, het is andersom.
9. Juist X
10. Onjuist, de prikkel kan er soms nog wel doorheen.
11. Onjuist, t/m L4
12. Juist X
13. Onjuist, beide benen tot aan de navel zijn verlamd.
14. Onjuist, het komt vaker voor bij vrouwen.
15. Juist
16. Onjuist, ook in je hersenen. X
17. Juist
18. Onjuist, wel in het hoofd maar juist meestal niet in de hersenen.
19. Juist
20. Juist
21. Juist
22. Onjuist, boven en onder
23. Onjuist, links en rechts.
24. Juist
25. Juist
26. Juist
27. Juist
28. Onjuist, maakt grote beweeglijkheid mogelijk.
29. Juist
30. Juist
31. Juist
32. Onjuist, omvat motorische zenuwen X
33. Onjuist, het heeft een andere behandeling en prognose.
34. Onjuist, door een afname van dopamine.
35. Juist
36. Juist
37. Juist X
38. Onjuist, dit is de bedreigde ik. De verwarde ik is de 2 e fase en de verzonken ik de 4e fase. X
39. Juist
40. Juist
41. Onjuist, het leidt tot veranderingen in persoonlijkheid, gedrag en taalvaardigheden. X
42. Onjuist, het wordt gekenmerkt door een abnormale eiwitophoping. De eiwitafzetting is bij
FTD. X
ANATOMIE EN FYSIOLOGIE
1. Onjuist, is belangrijk voor evenwicht en spraak.
2. Juist
3. Juist
4. Onjuist, gaat aan de achterkant naar binnen.
5. Juist
6. Onjuist, vanaf L1.
7. Juist
8. Onjuist, het is andersom.
9. Juist X
10. Onjuist, de prikkel kan er soms nog wel doorheen.
11. Onjuist, t/m L4
12. Juist X
13. Onjuist, beide benen tot aan de navel zijn verlamd.
14. Onjuist, het komt vaker voor bij vrouwen.
15. Juist
16. Onjuist, ook in je hersenen. X
17. Juist
18. Onjuist, wel in het hoofd maar juist meestal niet in de hersenen.
19. Juist
20. Juist
21. Juist
22. Onjuist, boven en onder
23. Onjuist, links en rechts.
24. Juist
25. Juist
26. Juist
27. Juist
28. Onjuist, maakt grote beweeglijkheid mogelijk.
29. Juist
30. Juist
31. Juist
32. Onjuist, omvat motorische zenuwen X
33. Onjuist, het heeft een andere behandeling en prognose.
34. Onjuist, door een afname van dopamine.
35. Juist
36. Juist
37. Juist X
38. Onjuist, dit is de bedreigde ik. De verwarde ik is de 2 e fase en de verzonken ik de 4e fase. X
39. Juist
40. Juist
41. Onjuist, het leidt tot veranderingen in persoonlijkheid, gedrag en taalvaardigheden. X
42. Onjuist, het wordt gekenmerkt door een abnormale eiwitophoping. De eiwitafzetting is bij
FTD. X