Week 1
Hoorcollege
De fundamentals van goedernrecht:
- If it’s in my hand, it's mine --> bezit waardoor rechthebbend en eigendom
- If I can take it from you, it’s mine --> bezitsverschaffing, als ik het kan overnemen is het van
mij
- If I had it a little while ago, it’s mine --> Verjaring, hierdoor kan je eigenaar worden
- If I’m doing or buidling somehting, all the pieces are mine --> Stukjes gaan op in groter
geheel en wordt eigenaar van groter geheel
- If I saw it first, it’s mine --> Eerder recht geeft een sterker recht
- If you are playing with something and you put it down, it’s mine --> Inbezitneming, afstand
van doen kan iemand anders het in bezit nemen
- If it’s broken, it's yours -->
Belangrijk wat eigendom is goed geregeld wordt
Week 1 eigendom
Week 2 vervreemding, verkrijging
Week 3/4 krediet en zekerheid
Week 5 verhaal nemen&rangorde
Verbintenissenrecht:
- Koper -->. Verkoper
- Debiteur --> Crediteur
- Crediteur --> Debiteur
- Verbintenissentussen personen
Goederenrecht:
- Gaat niet over relatie tussen partijen maar over de zaak
- Wie is de eigenaar op welk moment? Wanneer verliest die zijn eigendom?
- Goederenrecht relatie personen met goederen
Goederenrecht:
- Gesloten systeem dwingend recht
- Vermogensrechtelijke verhouding tot goed
- Wie is op welk moment eigenaar, bezitter, houder, beperkt gerechtigde
Verbintenissenrecht:
- Vermogensrechtelijke verhouding van persoon tot persoon
- Bestaan en inhoud schulden & vorderingsrechten
- Open systeem regelend recht
8 beginselen goederenrecht:
, 1. Eenheid van goed (art. 3:3, 3:4, 5:3, 5:20) --> Aparte kaarten maken een kaartspel, maar
bibliotheek niet want verschillende boeken.
2. Dispositievrijheid (eigendom, beschikkingsbevoegd)
3. Publiciteit --> Anderen moeten kunnen vaststellen van de rechten die je tegen anderen kan
uitoefenen
4. Numerus clausus --> Alleen de rechten hebben die de wet hen toekend (Blaauboer/Berlips):
Typenfixierung. Twee boers Berlips verkochten grond bij veiling en daartussen lag grond
maar die grond moest een weg worden en Berlips moest er een weg van maken. Maar de
straat die kwam niet, Berlips verkocht aan mevrouw Max en kocht stuk grond maar weg
kwam er maar niet. Blauuboer is daarom gaan procederen maar richtte zich toch Berlips,
want voorwaarde voor verkoop. Hoge Raad zei dat je niet kan zeggen dat door de verkoop
ook de verplichting is overgegaan naar de nieuwe eigenaar.
5. Droit de suite --> Een goed heeft zaaksgevolg, dus spiegelbeeld Blaauboer/Berlips
6. Niemand kan meer overdragen dan die zelf heeft --> Als je niet rechthebbende bent kan je
de verkrijger geen rechthebbende maken
7. Prior tempore, porior ure --> Eerder in tijd is eerder in tijd
8. Materiële verhaalsbevoegdheid --> Art. 3:276 ten opzichte van alle goederen debiteur
Goederen:
- Art. 3:1
- Zaken --> Voor mensen beheersbare vatbare objecten. Roerende zaken (niet
registergoederen)/roerende zaken (wel registergoederen)/onroerende zaken
- Vermogensrechten --> Vorderingsrechten/andere vermogensrechten (IE-rechten)
Wat is de zaak en van wie is het:
- Eigenaar hoofdzaak maakt je eigenaar bestanddelen
- Portacabin-arrest --> art. 3:3, 5:3, 5:20 lid 1 sub e --> Duurzaam met de grond verenigd -->
Maatstraf: Kenbare bedoeling om dit werk duurzaam met de grond verenigd te maken.
- Is Portacabin een roerend of onroerend goed
- Antwoord was ja
- Bank was hypotheekhouder
Dépex curatoren-arrest:
- Art. 3:4 lid 1, art. 5:3, art. 5:20 lid 1 sub e --> Volgens verkeersopvatting onderdeel van een
zaak --> Afstemmingscriterium en voltooiingscriterium/comleetsheidscriterium
- Is eigenaar fabriek doordat waterinstallatie is vastgezet nu ook eigenaar waterinstallatie
- Lid 1: Verkeersopvatting onderdeel van de zaak
1. Afstemmingscriterium: Is het bestemd om onderdeel te worden van groter geheel,
afgestemd?
2. Voltooiingscriterium: is het gebouw incompleet zonder bestanddeel?
- Tweede werd wel positief op geantwoord en dus wel bestanddeel van groter geheel
Glencore:
- Art. 3:4 lid 2, art. 5:3, art. 5:20 lid 1 sub e
- Zonder beschadiging van betekenis --> Bestanddeelvorming/accessio
- Was aluminium nagetrokken door ovens doordat het aluminium stolde door de ovens uit de
zetten. Anders was er beschadiging aan de oven
, - Art. 4 lid 1 (Dépex-curatoren-arrest):
- Verkeersopvatting: was het afgestemd? Of gebouw incompleet? --> Nee, dan kijken naar lid
2
- Art. 4 lid 2 (Glencore-arrest):
- Feitelijke maatstaf: kan je de zaak verwijderen zonder schade? --> Kon hier niet, dus sprake
van natrekking
Dus eerst kijken art. 3:4 lid 1 met Dépex-curatoren. Dan kan je het afstemmingscriterium gebruiken
of het voltooiingscriterium. Wanneer die niet gelden ga je naar art. 3:4 lid 2 met het arrest Glencore.
Dispositievrijheid: eigendom:
- Eigendom/rechthebbendheid:
1. Usus --> van de zaak te genieten, te gebruiken, te verbruiken (art. 5:1 lid 2)
2. Fructus --> vrucht te trekken van de zaak (art. 5:1 lid 3)
3. Abusus --> niet te gebruiken, beschadigen en te vernietigen
- Revindicatie, actio negatoria (art. 5:2, art. 3:296)
- Actio: Boom omvalt op je erf en de buurman maakt dus inbreuk op je erf. Je kan de kosten
verhalen op de buurman
- Eigendom, bezit, houderschap (art. 3:119 lid 1 jo. Art. 3:109 lid 1)
- Houder wordt verwacht bezitter te zijn
- Bezitter wordt geacht eigenaar te zijn
Verkrijging van bezit:
- Inbezitneming (art. 3:113)
- Bezit te goeder trouw (art. 3:118)
- Bezitsverschaffing (leveringshandeling art. 3:90) -->
1. Feitelijke macht (art. 3:114)
2. Constitutio possessorio --> bezitter wordt houder (art. 3:115 sub a)
3. Longa manu --> derde houdt voor ander (art. 3:115 sub c)
4. Brevi manu --> houder wordt bezitter (art. 3:115 sub b)
- Maar verboden houderschapsinterventie (art. 3:111)
- Begrenzing onderling, algemeen belang (staat kan ingrijpen waardoor aandeelhouders hun
eigendomsrecht verliezen), herverdeling (heffen van belastingen)
Register:
- Dienst voor het kadaster en de openbare orde:
- Art. 3:16 --> feiten voor inschrijving
- Inschrijfbare feiten, boekingsfeiten
- Levering onroerend goed: negatief stelsel --> positief is dat je alle rechtsfeiten ziet
- Boekingsfeit, voorwaarde voor overdracht te bewerkstelligen
Nemerus clausus:
- Quint/Te Poel: In gevallen die niet bepaaldelijk door de wet zijn geregeld, de oplossing moet
worden aanvaard, die in het stelsel van de wet past en aansluit bij de wel in de wet
geregelde gevallen
- Bitcoin is niet meer dan een vordering
Vertegenwoordiging:
, - E is eigenaar en schakelt partij in om het te verkopen (B) aan de verkrijger (V)
- Tussenpersoon B kan handelen
a. In eigen naam en voor eigen rekening: opdracht (art. 7:400). E zegt hier tegen B dat hij dit
aan V moet verkopen. Verkrijger heeft dat contract met B en verkrijgt ook van B.
b. In eigen naam, voor rekening van opdrachtgever: middellijke vertegenwoordiging, lastgeving
(art. 7:414, 3:110, maar Modehuis Nolly-arrest). Dus verkrijger heeft contract met
tussenpersoon B maar voor rekening van opdrachtgever. Verkrijger krijgt dus direct van E).
Kan niet bij alle goederen, kan alleen bij zaken, waarvan niet registergoederen.
c. In naam opdrachtgever, voor rekening opdrachtgever: onmiddellijke vertegenwoordiging,
volmacht, lastgeving (art. 7:414, art. 3:60, art. 3:110)
Eigenaar E gaf tussenpersoon B de opdracht om het te verkopen voor 135.000, - en als je het
verkoopt moet je het laten weten aan B. E gaf het dus aan B maar E blijft eigenaar en middellijk
bezitter. B verkoopt en levert aan V, maar B is een dief maar voor 81.000, -. Bovendien wordt
verkoop niet vermeld aan E.
Drie criteria:
- Geldige titel
- Levering
- Beschikkingsbevoegd
B is niet beschikkingsbevoegd, maar kan geheeld worden door art. 3:86. Anders kan E revindiceren
bij V. Dit is de nemo-plus regel.
Nemo plus, prior tempore:
- A is rechthebbende van een auteursrecht. A verkoopt het goed aan B en kort daarna ook nog
aan C. A levert het goed eerst aan C. Daarna levert hij aan B
- Wie is rechthebbende van auteursrecht?
- C is dus eigenaar want eerder in recht
Werkcollege
A is eigenaar van een kantorencomplex. Hij verleent op 9 augustus 2019 aan B toestemming bij
onderhandse geregistreerde akte om een fotovoltaïsche installatie (zonnepanelen) van B op het dak
van A aan te brengen, inclusief elektrische installatie. B installeert de panelen, bedrading en
elektrische componenten. De installatie is gebruiksklaar.
Vraag a: Wie is na installatie eigenaar van de zonnepanelen et cetera?
Twee situaties denkbaar:
Situatie 1: Zonnepanelen zijn geheel geconstrueerd aan het huis
Situatie 2: Zonnepanelen zitten los van het dak
Natrekking is sprake wanneer een zaak tot onzelfstandig onderdeel (bestanddeel) wordt van een
andere zaak (hoofdzaak), waardoor zij ophoudt voorwerp te zijn van afzonderlijke eigendom en
beperkte rechten.
Hoorcollege
De fundamentals van goedernrecht:
- If it’s in my hand, it's mine --> bezit waardoor rechthebbend en eigendom
- If I can take it from you, it’s mine --> bezitsverschaffing, als ik het kan overnemen is het van
mij
- If I had it a little while ago, it’s mine --> Verjaring, hierdoor kan je eigenaar worden
- If I’m doing or buidling somehting, all the pieces are mine --> Stukjes gaan op in groter
geheel en wordt eigenaar van groter geheel
- If I saw it first, it’s mine --> Eerder recht geeft een sterker recht
- If you are playing with something and you put it down, it’s mine --> Inbezitneming, afstand
van doen kan iemand anders het in bezit nemen
- If it’s broken, it's yours -->
Belangrijk wat eigendom is goed geregeld wordt
Week 1 eigendom
Week 2 vervreemding, verkrijging
Week 3/4 krediet en zekerheid
Week 5 verhaal nemen&rangorde
Verbintenissenrecht:
- Koper -->. Verkoper
- Debiteur --> Crediteur
- Crediteur --> Debiteur
- Verbintenissentussen personen
Goederenrecht:
- Gaat niet over relatie tussen partijen maar over de zaak
- Wie is de eigenaar op welk moment? Wanneer verliest die zijn eigendom?
- Goederenrecht relatie personen met goederen
Goederenrecht:
- Gesloten systeem dwingend recht
- Vermogensrechtelijke verhouding tot goed
- Wie is op welk moment eigenaar, bezitter, houder, beperkt gerechtigde
Verbintenissenrecht:
- Vermogensrechtelijke verhouding van persoon tot persoon
- Bestaan en inhoud schulden & vorderingsrechten
- Open systeem regelend recht
8 beginselen goederenrecht:
, 1. Eenheid van goed (art. 3:3, 3:4, 5:3, 5:20) --> Aparte kaarten maken een kaartspel, maar
bibliotheek niet want verschillende boeken.
2. Dispositievrijheid (eigendom, beschikkingsbevoegd)
3. Publiciteit --> Anderen moeten kunnen vaststellen van de rechten die je tegen anderen kan
uitoefenen
4. Numerus clausus --> Alleen de rechten hebben die de wet hen toekend (Blaauboer/Berlips):
Typenfixierung. Twee boers Berlips verkochten grond bij veiling en daartussen lag grond
maar die grond moest een weg worden en Berlips moest er een weg van maken. Maar de
straat die kwam niet, Berlips verkocht aan mevrouw Max en kocht stuk grond maar weg
kwam er maar niet. Blauuboer is daarom gaan procederen maar richtte zich toch Berlips,
want voorwaarde voor verkoop. Hoge Raad zei dat je niet kan zeggen dat door de verkoop
ook de verplichting is overgegaan naar de nieuwe eigenaar.
5. Droit de suite --> Een goed heeft zaaksgevolg, dus spiegelbeeld Blaauboer/Berlips
6. Niemand kan meer overdragen dan die zelf heeft --> Als je niet rechthebbende bent kan je
de verkrijger geen rechthebbende maken
7. Prior tempore, porior ure --> Eerder in tijd is eerder in tijd
8. Materiële verhaalsbevoegdheid --> Art. 3:276 ten opzichte van alle goederen debiteur
Goederen:
- Art. 3:1
- Zaken --> Voor mensen beheersbare vatbare objecten. Roerende zaken (niet
registergoederen)/roerende zaken (wel registergoederen)/onroerende zaken
- Vermogensrechten --> Vorderingsrechten/andere vermogensrechten (IE-rechten)
Wat is de zaak en van wie is het:
- Eigenaar hoofdzaak maakt je eigenaar bestanddelen
- Portacabin-arrest --> art. 3:3, 5:3, 5:20 lid 1 sub e --> Duurzaam met de grond verenigd -->
Maatstraf: Kenbare bedoeling om dit werk duurzaam met de grond verenigd te maken.
- Is Portacabin een roerend of onroerend goed
- Antwoord was ja
- Bank was hypotheekhouder
Dépex curatoren-arrest:
- Art. 3:4 lid 1, art. 5:3, art. 5:20 lid 1 sub e --> Volgens verkeersopvatting onderdeel van een
zaak --> Afstemmingscriterium en voltooiingscriterium/comleetsheidscriterium
- Is eigenaar fabriek doordat waterinstallatie is vastgezet nu ook eigenaar waterinstallatie
- Lid 1: Verkeersopvatting onderdeel van de zaak
1. Afstemmingscriterium: Is het bestemd om onderdeel te worden van groter geheel,
afgestemd?
2. Voltooiingscriterium: is het gebouw incompleet zonder bestanddeel?
- Tweede werd wel positief op geantwoord en dus wel bestanddeel van groter geheel
Glencore:
- Art. 3:4 lid 2, art. 5:3, art. 5:20 lid 1 sub e
- Zonder beschadiging van betekenis --> Bestanddeelvorming/accessio
- Was aluminium nagetrokken door ovens doordat het aluminium stolde door de ovens uit de
zetten. Anders was er beschadiging aan de oven
, - Art. 4 lid 1 (Dépex-curatoren-arrest):
- Verkeersopvatting: was het afgestemd? Of gebouw incompleet? --> Nee, dan kijken naar lid
2
- Art. 4 lid 2 (Glencore-arrest):
- Feitelijke maatstaf: kan je de zaak verwijderen zonder schade? --> Kon hier niet, dus sprake
van natrekking
Dus eerst kijken art. 3:4 lid 1 met Dépex-curatoren. Dan kan je het afstemmingscriterium gebruiken
of het voltooiingscriterium. Wanneer die niet gelden ga je naar art. 3:4 lid 2 met het arrest Glencore.
Dispositievrijheid: eigendom:
- Eigendom/rechthebbendheid:
1. Usus --> van de zaak te genieten, te gebruiken, te verbruiken (art. 5:1 lid 2)
2. Fructus --> vrucht te trekken van de zaak (art. 5:1 lid 3)
3. Abusus --> niet te gebruiken, beschadigen en te vernietigen
- Revindicatie, actio negatoria (art. 5:2, art. 3:296)
- Actio: Boom omvalt op je erf en de buurman maakt dus inbreuk op je erf. Je kan de kosten
verhalen op de buurman
- Eigendom, bezit, houderschap (art. 3:119 lid 1 jo. Art. 3:109 lid 1)
- Houder wordt verwacht bezitter te zijn
- Bezitter wordt geacht eigenaar te zijn
Verkrijging van bezit:
- Inbezitneming (art. 3:113)
- Bezit te goeder trouw (art. 3:118)
- Bezitsverschaffing (leveringshandeling art. 3:90) -->
1. Feitelijke macht (art. 3:114)
2. Constitutio possessorio --> bezitter wordt houder (art. 3:115 sub a)
3. Longa manu --> derde houdt voor ander (art. 3:115 sub c)
4. Brevi manu --> houder wordt bezitter (art. 3:115 sub b)
- Maar verboden houderschapsinterventie (art. 3:111)
- Begrenzing onderling, algemeen belang (staat kan ingrijpen waardoor aandeelhouders hun
eigendomsrecht verliezen), herverdeling (heffen van belastingen)
Register:
- Dienst voor het kadaster en de openbare orde:
- Art. 3:16 --> feiten voor inschrijving
- Inschrijfbare feiten, boekingsfeiten
- Levering onroerend goed: negatief stelsel --> positief is dat je alle rechtsfeiten ziet
- Boekingsfeit, voorwaarde voor overdracht te bewerkstelligen
Nemerus clausus:
- Quint/Te Poel: In gevallen die niet bepaaldelijk door de wet zijn geregeld, de oplossing moet
worden aanvaard, die in het stelsel van de wet past en aansluit bij de wel in de wet
geregelde gevallen
- Bitcoin is niet meer dan een vordering
Vertegenwoordiging:
, - E is eigenaar en schakelt partij in om het te verkopen (B) aan de verkrijger (V)
- Tussenpersoon B kan handelen
a. In eigen naam en voor eigen rekening: opdracht (art. 7:400). E zegt hier tegen B dat hij dit
aan V moet verkopen. Verkrijger heeft dat contract met B en verkrijgt ook van B.
b. In eigen naam, voor rekening van opdrachtgever: middellijke vertegenwoordiging, lastgeving
(art. 7:414, 3:110, maar Modehuis Nolly-arrest). Dus verkrijger heeft contract met
tussenpersoon B maar voor rekening van opdrachtgever. Verkrijger krijgt dus direct van E).
Kan niet bij alle goederen, kan alleen bij zaken, waarvan niet registergoederen.
c. In naam opdrachtgever, voor rekening opdrachtgever: onmiddellijke vertegenwoordiging,
volmacht, lastgeving (art. 7:414, art. 3:60, art. 3:110)
Eigenaar E gaf tussenpersoon B de opdracht om het te verkopen voor 135.000, - en als je het
verkoopt moet je het laten weten aan B. E gaf het dus aan B maar E blijft eigenaar en middellijk
bezitter. B verkoopt en levert aan V, maar B is een dief maar voor 81.000, -. Bovendien wordt
verkoop niet vermeld aan E.
Drie criteria:
- Geldige titel
- Levering
- Beschikkingsbevoegd
B is niet beschikkingsbevoegd, maar kan geheeld worden door art. 3:86. Anders kan E revindiceren
bij V. Dit is de nemo-plus regel.
Nemo plus, prior tempore:
- A is rechthebbende van een auteursrecht. A verkoopt het goed aan B en kort daarna ook nog
aan C. A levert het goed eerst aan C. Daarna levert hij aan B
- Wie is rechthebbende van auteursrecht?
- C is dus eigenaar want eerder in recht
Werkcollege
A is eigenaar van een kantorencomplex. Hij verleent op 9 augustus 2019 aan B toestemming bij
onderhandse geregistreerde akte om een fotovoltaïsche installatie (zonnepanelen) van B op het dak
van A aan te brengen, inclusief elektrische installatie. B installeert de panelen, bedrading en
elektrische componenten. De installatie is gebruiksklaar.
Vraag a: Wie is na installatie eigenaar van de zonnepanelen et cetera?
Twee situaties denkbaar:
Situatie 1: Zonnepanelen zijn geheel geconstrueerd aan het huis
Situatie 2: Zonnepanelen zitten los van het dak
Natrekking is sprake wanneer een zaak tot onzelfstandig onderdeel (bestanddeel) wordt van een
andere zaak (hoofdzaak), waardoor zij ophoudt voorwerp te zijn van afzonderlijke eigendom en
beperkte rechten.
