Probleem 4
1. Fetal alcohol syndrome
Kolb, B., & Wishaw, I. Q. (2015). Chapter 24: Developmental Disorders (FAS 690-692)
Fetal alcohol spectrum disorder
De term fetal alcohol syndrome beschrijft een patroon van fysieke misvorming en intellectuele
verslechtering bij kinderen met alcoholische moeders. Deze
stoornis valt nu onder de Fetal Alcohol Spectrum Disorder
(FASD). Kinderen met FASD hebben onregelmatige
gezichtskenmerken, waaronder een smooth philtrum
(stukje tussen je neus en bovenlip), een dunne onderlip,
een korte afstand tussen de oogleden. Ze zijn vaak klein en
dun. Ze hebben ook verschillende breinkenmerken, van
kleine hersenen met abnormale gyri, tot hersenen van
normale grootte met abnormale clusters van cellen. De
kinderen tonen verschillende soorten leerproblemen en
lagere intelligentiescores, maar ook hyperactiviteit en
andere sociale problemen.
FASD wordt bij ongeveer 6% van de kinderen met alcoholische moeders gezien. De incidentie
verschilt per regio en is afhankelijk van de mate van alcoholgebruik in die gebieden. Er is een hoge
incidentie in child-care settings en bij mensen uit de gevangenis, dus dit zijn waarschijnlijk
risicogroepen. Foetaal alcoholsyndroom is geen all-or-none diagnose. De symptomen variëren van
nauwelijks opmerkbare fysieke en psychologische effecten tot full-blown FASD. De ernst is gerelateerd
aan wanneer, hoeveel en hoe vaak alcohol werd gebruikt tijdens de zwangerschap, maar ook aan
individuele factoren. De ergste effecten ontstaan wanneer het drinken plaatsvindt in de eerste drie
maanden, wanneer vrouwen vaak niet weten dat ze zwanger zijn, en door binge-drinking. Ook slechte
moederlijke voeding en het gebruik van andere drugs, zoals nicotine, leiden tot een slechtere
uitkomst.
Het is het best om niet te drinken, aangezien 1 drankje per dag al kan leiden tot een verminderde
intelligentie. Veel vrouwen die het risico lopen op FASD baby’s zijn echter vaak arm en slecht
opgeleid: ze zijn zich niet bewust van het gevaar van alcohol. Alcohol heeft een inhiberend effect op
Kir2.1 kanalen. Dit kanaal is belangrijk voor het behouden van een normaal rustpotentiaal. Wanneer
dit kanaal wordt geblokkeerd zorgt dit voor celdood dit kan leiden tot de fysieke- en
hersenabnormaliteiten in FASD.
2. Bad habit with major consequences?
Mattson, S. N., Crocker, N., & Nguyen, T. T. (2011). Fetal alcohol spectrum disorders:
neuropsychological and behavioral features.
Dit artikel biedt een overzicht van de neuropsychologische en gedragsmatige effecten van de
blootstelling aan prenataal alcoholgebruik. Van de vele mogelijke uitkomsten van prenatale
blootstelling aan alcohol zijn veranderingen van de ontwikkelende hersenen en de daaruit
voortkomende neurologische gedragstekorten het meest verwoestend. De term fetal alcohol
spectrum disorders (FASD) wordt gebruikt om de effecten van prenatale blootstelling aan alcohol op
een continuüm aan te tonen. Fetal alcohol syndrome (FAS) zit aan het ernstige uiteinde van het
spectrum. Blootstelling aan alcohol in de baarmoeder is geassocieerd met cognitieve verslechtering
in verschillende neuropsychologische domeinen, waaronder: intellectuele prestatie, executief
functioneren, leren en geheugen, taal, visueel-ruimtelijke vaardigheden, motorisch functioneren,
,aandacht, activiteitsniveau en gedragsproblemen (moeilijkheden op school, psychiatrische
stoornissen).
Diagnostic terminology
De term FAS, of foetaal alcoholsyndroom, wordt in dit artikel gebruikt om te verwijzen naar
patiënten die voldoen aan de diagnostische criteria voor FAS. De term FASD, of foetaal alcohol
spectrumstoornissen, verwijst naar een grotere groep die beïnvloed is door prenatale blootstelling
aan alcohol, die wel of niet voldoet aan de criteria voor FAS. Dit is dus een groep die (nog) geen
officiële diagnose heeft.
Een van de grootste uitdagingen bij het begrijpen van de variabiliteit in neurologische
gedragsuitkomsten van prenatale blootstelling aan alcohol, omvat het identificeren van de dosis en
het patroon van alcoholgebruik, maar ook de ontwikkelingstiming bij de blootstelling. Over het
algemeen is de hoeveelheid alcohol gecorreleerd met de ernst van de uitkomst. Het alcoholpatroon
kan deze effecten echter modereren, waarbij binge-achtig drinken grotere gevolgen heeft dan
chronisch alcoholgebruik. De timing bij de blootstelling is ook belangrijk, omdat alcoholgebruik
verschillende effecten kan hebben tijdens verschillende perioden van de hersenontwikkeling. Dit is
echter vaak moeilijk te achterhalen, vooral in retrospectief onderzoek.
General intelligence
Een van de meest voorkomende neurocognitieve bevindingen bij blootstelling aan alcohol tijdens de
zwangerschap is een verminderde intellectuele capaciteit. FAS is een van de oorzaken voor mentale
retardatie (een intellectuele verstoring). Veel getroffen individuen vertonen verslechterde
intellectuele vermogens en groeiretardatie. Een studie vond dat kinderen met FAS een lagere IQ-
score hebben dan kinderen met gedeeltelijke FAS en alcohol-related neurodevelopmental disorder.
IQ-score is significant gecorreleerd met psychopathologie: kinderen met gemiddelde en ernstige
intellectuele verstoringen ervaarden meer psychiatrische verstoringen. Er is meer onderzoek nodig
naar de uitkomsten bij lagere niveaus van alcoholgebruik.
Executive function
Executieve functies zijn gerelateerd aan frontale-subcorticale circuits met projecties van de frontale
kwab naar de basale ganglia en nuclei in de thalamus. Deze circuits zijn gevoelig voor prenatale
alcoholblootstelling. Over het algemeen zijn kinderen met FASD vertraagt op executieve taken,
waaronder metingen van probleem-oplossen, plannen, concept formatie en conceptuele set-shifting,
verbale en non-verbale vloeiendheid, responsinhibitie en werkgeheugen.
Problem-solving and planning: aan alcohol blootgestelde kinderen tonen een standvastigheid bij
onjuiste strategieën, verhoogde regelovertredingen, behaalden minder items en hadden een
decreased initial time planning a strategy om elk probleem te voltooien/op te lossen.
Concept formation and set-shifting: moeilijkheden bij het vormen en identificeren van abstracte
concepten (conceptformatie) en moeite bij het shiften naar nieuwe conceptuele categorieën (set-
shifting). Over het algemeen suggereren de bevindingen dat kinderen met een geschiedenis van
prenatale blootstelling aan alcohol moeilijkheden hebben bij het vormen en shiften van concepten,
en analytisch denken. Dit verslechtert hun probleemoplossende vaardigheden.
Fluency: een ander gebied dat is verslechterd door de prenatale blootstelling aan alcohol, met
betrekking tot executief functioneren, is fluency. Die kinderen tekorten in zowel traditionele en set-
shifting metingen van verbale en non-verbale vloeiendheid.
Inhibitory control: ook responsinhibitie is zwak bij kinderen die aan alcohol zijn blootgesteld. Op
inhibitory control metingen, zoals de Stroop Test, maken kinderen die prenataal zijn blootgesteld aan
alcohol meer fouten dan normaal ontwikkelde kinderen. Een slechte responsinhibitie zou gerelateerd
kunnen zijn aan een verslechterde theory of mind.
, Working memory: de kinderen tonen tekorten in het vermogen om informatie te behouden en
manipuleren in het werkgeheugen. Kinderen die prenataal aan alcohol zijn blootgesteld kunnen
minder digits onthouden dan normaal ontwikkelde kinderen. Naast het verbale werkgeheugen
hebben kinderen met FASD ook een verslechterd visueel-ruimtelijk werkgeheugen. De prestatie op
werkgeheugentaken lijkt onafhankelijk te zijn van de globale intelligentie.
Learning and memory
Sommige studies tonen een kwetsbaarheid aan van de hippocampus voor de effecten van prenataal
alcoholgebruik. Er worden dan ook veel studies gerapporteerd waarbij kinderen tekorten hebben in
het leren en geheugen.
Verbal learning and memory: kinderen die aan alcohol zijn blootgesteld vertonen tekorten in zowel
leren als het ophalen van verbale informatie. Ze leerden bijvoorbeeld minder worden en hebben
meer moeite bij het ophalen van die woorden. Deze tekorten zijn bij kinderen met of zonder fysieke
kenmerken van FAS aanwezig. Het geheugen van de minder beschadigde kinderen zou kunnen
verbeteren naarmate ze ouder worden.
Nonverbal learning and memory: ook in het non-verbale domein vertonen deze kinderen tekorten
bij het leren en ophalen van non-verbale informatie. Het is echter minder duidelijk of het vasthouden
van non-verbale informatie intact of beschadigd is, omdat de resultaten verschillen (dit kan komen
door de eigenschappen van een taak, zoals de lengte van de delay). Kinderen met FASD hebben
tevens een slechte ruimtelijke recall op de Rey-Osterrieth Complex Figure taak.
Language
Het onderzoek naar de invloed van prenatale blootstelling aan alcohol op taalvaardigheden is
gemengd. Prenataal alcoholgebruik zou geassocieerd zijn met spraak- en taalstoornissen.
Probleemdrinken zou daarnaast gerelateerd zijn aan slechtere receptieve taalvaardigheden. Ook
woordbegrip, naming vermogen, grammaticaal en semantisch vermogen, expressieve en receptieve
vaardigheden zijn verslechterd.
Bevindingen suggereren dat kinderen met FASD in sociale interacties moeite hebben om taalkundige
en sociaal-cognitieve taken te balanceren, om een contextueel verhaal te produceren. Ze bieden
onvoldoende informatie en organisatie in hun verhalen voor de luisteraar en kunnen zich niet in het
perspectief van de luisteraar verplaatsen.
Visual-spatial ability
Hoewel onderzoek op dit gebied beperkt is, zijn er tekorten in visueel-ruimtelijke perceptie en
constructie gerapporteerd bij kinderen met een geschiedenis van prenatale blootstelling aan alcohol.
Meerdere studies tonen aan dat er tekorten zijn in visuele-ruimtelijke constructie. Tekorten in
visuele-ruimtelijke perceptiekunnen zorgen voor de tekorten in het ruimtelijk geheugen.
Motor function
Veel studies naar FASD suggereren een associatie tussen prenataal alcoholgebruik en een
verslechterde motorische prestatie. Recente studies hebben gevonden dat die kinderen tekorten
vertonen in zowel fijne als grove motoriek. Andere bevindingen over de motorische verslechtering
omvatten: aparte manier van lopen, postuur instabiliteit, motorische reactietijd, verslechterde fijne
motorische snelheid en coördinatie, slechte hand/oog coördinatie, slechte bimanuele coördinatie,
slechte grip, etc. Deze bevindingen zijn niet verassend gezien de effecten van alcohol op
hersengebieden die geassocieerd zijn met motorische functies, zoals het cerebellum en de basale
ganglia.