Samenvatting Recht voor organisaties
Hoofdstuk 1: Ondernemingsrecht en bedrijfskundige aspecten
Het ondernemingsrecht is het vakgebied dat organisaties een juridische structuur biedt.
Deze structuur is afhankelijk van de rechtsvorm van de organisatie. Organisaties oefenen
invloed uit op hun omgeving, denk aan het bieden van werkgelegenheid of het sponsoren
van een voetbalvereniging. Ook de omgeving oefent invloed uit op de organisatie,
bijvoorbeeld door economische, politieke, sociale en juridische factoren. De
omgevingsfactoren kunnen worden vastgelegd met bijvoorbeeld een DESTEP-model. Er
zijn nog meer modellen.
DESTEP:
Demografisch
Economisch
Sociaal-cultureel
Technologisch
Ecologisch
Politiek-juridisch
Een traditionele indeling van organisaties is profit en non-profit. In modernere
benadering word gekeken of de organisatie handelt volgens de 3 P’s: people, planet en
profit. Een andere indeling kan zijn:
- Bedrijfsleven (grootbedrijf of midden- en kleinbedrijf)
- Not-for-profit instellingen: denk aan de politie, de bibliotheek, een actiegroep. Het
niet-gewenste deel van een publieksgroep. De doelen van not-for-profitorganisaties
zijn maatschappelijke wenselijkheden
- Organisaties in de publieke sector: de publieke sector is een verzamelnaam voor alle
overheidsorganisaties en semioverheidsorganisaties.
Er zijn verschillende rechtsgebieden die van invloed kunnen zijn op een organisatie.
Bijvoorbeeld; faillissementsrecht, internationaal recht, fiscaal recht, ondernemingsrecht,
bestuursrecht, arbeidsrecht, huurrecht, kooprecht, goederenrecht, etc.
Het model van Kaplan en Norton (strategiefocus):
Strategisch: missie, visie en doelstellingen van de organisatie bepalen. Ook wel het
richten van de organisatie genoemd. Hoe kan een organisatie bepaalde doelen bereiken?
Welke resultaten wil de organisatie de komende 3 tot 5 jaar leveren, aan welke klanten
en op welke markt?
Tactisch: op welke manier, met welke middelen, worden de doelen gerealiseerd? Ook
wel het inrichten van de organisatie genoemd. Het gaat om de tactische
meerjarenplanning (1 tot 3 jaar).
Operationeel: de uitvoering van de werkzaamheden om de doelen te realiseren. Het
beleid word uitgevoerd binnen de kaders die het tactisch management heeft gesteld, met
een tijdsplanning van 1 jaar.
Strategisch management richt zich op waarheen en tactisch op hoe. Het doel van het
model van Kaplan en Norton is het inkaderen van de besturing van de organisatie op
korte (operationeel, middellange (tactisch) en lange (strategisch) termijn. Alles wat in de
organisatie plaatsvindt heeft tot doel het primaire proces op de juiste manier te laten
functioneren. Het primaire proces wordt uitgevoerd met medewerkers, middelen,
structuur en cultuur. Daarvoor moet sturing plaatsvinden door het management. Het
gaat dan om de afstemming van de interne bedrijfsprocessen van de organisatie, zodat
de kwaliteit van de producten/diensten toeneemt.
, Om deze afstemming uit te kunnen voeren kan een onderzoek
plaatsvinden. De uitkomsten van het onderzoek kunnen worden
weergeven in een SWOT-analyse. De SWOT-analyse word
gebruikt om de strategie en concurrentiekracht van een
organisatie te bepalen. De uitkomsten hiervan kunnen
worden gebruikt om vast te stellen of de strategie aansluit op
de ontwikkelingen in de concurrerende markt.
SWOT = strenghts, weaknesses, opportunities, threaths –
sterke punten, zwakke punten, kansen, bedreigingen.
Aan de hand van de uitkomsten van een SWOT-analyse kan een verbeterde versie van
het strategisch plan worden opgesteld. Het plan moet feasibility zijn, Engels voor
mogelijk. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van het FOETSJE-model.
- Financieel haalbaar, genoeg middelen om het plan uit te voeren?
- Organisatorisch haalbaar, is het organisatorisch uitvoerbaar?
- Economisch haalbaar, past het binnen de doelstellingen van de organisatie?
- Technologisch haalbaar, is het plan technisch uitvoerbaar?
- Sociaal haalbaar, past het binnen de sociale maatschappelijke doelstellingen?
- Juridisch haalbaar, is het plan juridisch uitvoerbaar?
- Ethisch haalbaar: is het plan ecologisch verantwoord?
Hierna stel je het definitieve plan op.
Compliance = het begrip waarmee wordt aangeduid dat een persoon of organisatie werkt
in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving. Dit onderwerp wordt
geplaatst binnen het vakgebied juridisch kwaliteitsmanagement.
Compliance kan ook mogelijkheden bieden voor een organisatie. Zo kan bijv. een
huurder in aanmerking komen voor een huursubsidie en een ondernemen voor
verschillende soorten fiscale voordelen. De partij moet dan wel op de hoogte zijn van de
spelregels hiervan.
Fiscaal-/belastingrecht = onder de term belastingrecht (of fiscaal recht) wordt verstaan
het geheel aan regels over de heffing en de invordering van belastingen. Het
belastingrecht is onderdeel van het publiekrecht en wordt daarbinnen soms onder het
bestuursrecht gerekend.
Non-compliance kan ingrijpende consequenties hebben voor de organisatie, haar
bestuurders, medewerkers, etc. Bijvoorbeeld, privéaansprakelijkheid voor schulden,
kwijtraken van vergunningen, sluiten van een organisatie. Het kan hiermee ook leiden tot
imagoschade.
Bij steeds meer organisaties is er sprake van maatschappelijk verantwoord ondernemen
(mvo). De mvo-principes zijn steeds vaker leidend bij zakelijke beslissingen. Deze
principes worden ook wel geplaatst onder het vak bedrijfsethiek of business ethics.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo),
duurzaam ondernemen of maatschappelijk ondernemen is een vorm
van ondernemen gericht op economische prestaties (profit), met respect voor de sociale
kant (people), binnen de ecologische randvoorwaarden (planet), de 3 P’s.
Hoofdstuk 1: Ondernemingsrecht en bedrijfskundige aspecten
Het ondernemingsrecht is het vakgebied dat organisaties een juridische structuur biedt.
Deze structuur is afhankelijk van de rechtsvorm van de organisatie. Organisaties oefenen
invloed uit op hun omgeving, denk aan het bieden van werkgelegenheid of het sponsoren
van een voetbalvereniging. Ook de omgeving oefent invloed uit op de organisatie,
bijvoorbeeld door economische, politieke, sociale en juridische factoren. De
omgevingsfactoren kunnen worden vastgelegd met bijvoorbeeld een DESTEP-model. Er
zijn nog meer modellen.
DESTEP:
Demografisch
Economisch
Sociaal-cultureel
Technologisch
Ecologisch
Politiek-juridisch
Een traditionele indeling van organisaties is profit en non-profit. In modernere
benadering word gekeken of de organisatie handelt volgens de 3 P’s: people, planet en
profit. Een andere indeling kan zijn:
- Bedrijfsleven (grootbedrijf of midden- en kleinbedrijf)
- Not-for-profit instellingen: denk aan de politie, de bibliotheek, een actiegroep. Het
niet-gewenste deel van een publieksgroep. De doelen van not-for-profitorganisaties
zijn maatschappelijke wenselijkheden
- Organisaties in de publieke sector: de publieke sector is een verzamelnaam voor alle
overheidsorganisaties en semioverheidsorganisaties.
Er zijn verschillende rechtsgebieden die van invloed kunnen zijn op een organisatie.
Bijvoorbeeld; faillissementsrecht, internationaal recht, fiscaal recht, ondernemingsrecht,
bestuursrecht, arbeidsrecht, huurrecht, kooprecht, goederenrecht, etc.
Het model van Kaplan en Norton (strategiefocus):
Strategisch: missie, visie en doelstellingen van de organisatie bepalen. Ook wel het
richten van de organisatie genoemd. Hoe kan een organisatie bepaalde doelen bereiken?
Welke resultaten wil de organisatie de komende 3 tot 5 jaar leveren, aan welke klanten
en op welke markt?
Tactisch: op welke manier, met welke middelen, worden de doelen gerealiseerd? Ook
wel het inrichten van de organisatie genoemd. Het gaat om de tactische
meerjarenplanning (1 tot 3 jaar).
Operationeel: de uitvoering van de werkzaamheden om de doelen te realiseren. Het
beleid word uitgevoerd binnen de kaders die het tactisch management heeft gesteld, met
een tijdsplanning van 1 jaar.
Strategisch management richt zich op waarheen en tactisch op hoe. Het doel van het
model van Kaplan en Norton is het inkaderen van de besturing van de organisatie op
korte (operationeel, middellange (tactisch) en lange (strategisch) termijn. Alles wat in de
organisatie plaatsvindt heeft tot doel het primaire proces op de juiste manier te laten
functioneren. Het primaire proces wordt uitgevoerd met medewerkers, middelen,
structuur en cultuur. Daarvoor moet sturing plaatsvinden door het management. Het
gaat dan om de afstemming van de interne bedrijfsprocessen van de organisatie, zodat
de kwaliteit van de producten/diensten toeneemt.
, Om deze afstemming uit te kunnen voeren kan een onderzoek
plaatsvinden. De uitkomsten van het onderzoek kunnen worden
weergeven in een SWOT-analyse. De SWOT-analyse word
gebruikt om de strategie en concurrentiekracht van een
organisatie te bepalen. De uitkomsten hiervan kunnen
worden gebruikt om vast te stellen of de strategie aansluit op
de ontwikkelingen in de concurrerende markt.
SWOT = strenghts, weaknesses, opportunities, threaths –
sterke punten, zwakke punten, kansen, bedreigingen.
Aan de hand van de uitkomsten van een SWOT-analyse kan een verbeterde versie van
het strategisch plan worden opgesteld. Het plan moet feasibility zijn, Engels voor
mogelijk. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van het FOETSJE-model.
- Financieel haalbaar, genoeg middelen om het plan uit te voeren?
- Organisatorisch haalbaar, is het organisatorisch uitvoerbaar?
- Economisch haalbaar, past het binnen de doelstellingen van de organisatie?
- Technologisch haalbaar, is het plan technisch uitvoerbaar?
- Sociaal haalbaar, past het binnen de sociale maatschappelijke doelstellingen?
- Juridisch haalbaar, is het plan juridisch uitvoerbaar?
- Ethisch haalbaar: is het plan ecologisch verantwoord?
Hierna stel je het definitieve plan op.
Compliance = het begrip waarmee wordt aangeduid dat een persoon of organisatie werkt
in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving. Dit onderwerp wordt
geplaatst binnen het vakgebied juridisch kwaliteitsmanagement.
Compliance kan ook mogelijkheden bieden voor een organisatie. Zo kan bijv. een
huurder in aanmerking komen voor een huursubsidie en een ondernemen voor
verschillende soorten fiscale voordelen. De partij moet dan wel op de hoogte zijn van de
spelregels hiervan.
Fiscaal-/belastingrecht = onder de term belastingrecht (of fiscaal recht) wordt verstaan
het geheel aan regels over de heffing en de invordering van belastingen. Het
belastingrecht is onderdeel van het publiekrecht en wordt daarbinnen soms onder het
bestuursrecht gerekend.
Non-compliance kan ingrijpende consequenties hebben voor de organisatie, haar
bestuurders, medewerkers, etc. Bijvoorbeeld, privéaansprakelijkheid voor schulden,
kwijtraken van vergunningen, sluiten van een organisatie. Het kan hiermee ook leiden tot
imagoschade.
Bij steeds meer organisaties is er sprake van maatschappelijk verantwoord ondernemen
(mvo). De mvo-principes zijn steeds vaker leidend bij zakelijke beslissingen. Deze
principes worden ook wel geplaatst onder het vak bedrijfsethiek of business ethics.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo),
duurzaam ondernemen of maatschappelijk ondernemen is een vorm
van ondernemen gericht op economische prestaties (profit), met respect voor de sociale
kant (people), binnen de ecologische randvoorwaarden (planet), de 3 P’s.
