100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Pedagogiek 2.2 Kinderen eerst!

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
19
Subido en
24-01-2018
Escrito en
2017/2018

Alle aantekeningen voor het vak in de 2e periode van het eerste semester van het tweede leerjaar pedagogiek aan de haagse hogeschool erg uitgebreid met de commentaren van de docent

Institución
Grado










Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
24 de enero de 2018
Número de páginas
19
Escrito en
2017/2018
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Hoorcolleges Pedagogiek 2.2

Hoorcollege 1

Pedagogische visie
Kindbeeld
Beeld van de opvoeder en de pedagogische relatie
Beeld van de pedagogische instituties  zijn organisaties/instellingen die zich met de
opvoeding van het kind bezighouden. Denk aan kinderopvang of sportclub. Het gezin
hoort hier ook bij. Het beeld wat de opvoeder of pedagoog heeft over instituties
Beeld van de samenleving (als opvoedingscontext).  Hoe moet je die inrichten om
bij te dragen aan het welzijn van het kind.
Opvoedingsdoelen
Opvoedingsinhouden
Opvoedingsmiddelen
Opvoedingsvoorwaarden.

Het belang van een pedagogische visie
Iedereen heeft een mening over wat opvoeden is. Vanuit deze visie oordeel je over
opvoedingssituaties. De verantwoording van je acties.

Jullie zouden als toekomstig pedagoog:
 Moeten kunnen beoordelen of de pedagogische praktijk in overeenstemming
is het pedagogische visie.
 Vanuit een pedagogische visie een pedagogische praktijk moeten kunnen
inrichten.
 Een eigen pedagogische visie ontwikkelen op basis waarvan jij pedagogische
praktijk beoordeeld.

Verschillende visies op opvoeden
Jan-Dirk Immelman  De mens heeft behoefte aan openheid en keuzevrijheid.
Wolfgang Brezinka  De mens heeft behoefte aan zekerheid en binding.
Staan haaks op elkaar.

Het ontstaan van de Postmoderne samenleving
Pre-industriële samenleving  Meedoen en zekerweten. Leven verloopt volgens een
vaste ordening, vaste regels. Kinderen ondergaan in deze gemeenschap een
soortgelijke invloeden. Bewust opvoeden is niet nodig. Het kind verzinnelijk de
waarden en normen door socialisatie. Waarden en normen worden voorgedragen en
niet besproken. Kinderen nemen die dan vanzelf over.

Post-industrialisatie  Mensen trekken naar de stad. In die steden komen meerdere
gemeenschappen samen. De vanzelfsprekendheden worden ter discussie gesteld.
Ipv zekerheid ontstaat er twijfel en relativisme. Kerngezin vormt geen eenheid meer
voor wonen en werken. In steden werd dit uit elkaar getrokken. Vaders gaan naar de
fabriek. Kinderen bleven thuis. Ze leven niet mee met hun ouders.

,Brezinka: Opvoeden als verzekeren
Probleem: De pluralistische samenleving. Ziet de overgang van Pre-industriële en
Post-industrialisatie samenleving als zorgwekkend.

Voorwaarden: Socialisatie (i.p.v. opvoeden) binnen een gesloten
geloofsgemeenschap, waarbij het gezin een belangrijke rol speelt. Verzuilde
samenleving waarin kinderen opgroeien in een gezin, de omgeving van het kind
moet een gelijksoortige opvoeding. Kind wordt niet blootgesteld aan andere
opvattingen. Kind kan pas in contact komen met de bredere samenleving als hij
karaktervast is. Presentatie ipv representatie.

Doel: Karaktervast persoon met een vaste set waarden en normen.

Kindbeeld  Object. Kinderen zijn vormbaar. Kind heeft geen inbreng. Ouders
bepalen de invloeden. Kind heeft behoefte aan zekerheid en binding.

Beeld van de opvoeder en de pedagogische relatie  Opvoeder heeft als taak de
persoonlijkheid duurzaam te opvoeden. Moet een vast karakter hebben/een sterke
persoonlijkheid, de opvoeder moet het goede voorleven/gaat niet in discussie met de
kinderen

Beeld van de pedagogische institutie  Gezin belangrijkste. Daar vindt de primaire
socialisatie plaats. Andere instituties moeten dezelfde waarden en normen hebben.
De gesloten geloofsgemeenschap. Microsystemen waar kind in zit moeten
gelijksoortige invloed uitoefenen.

Beeld van de samenleving  De pluralistische, chaotische samenleving maakt
socialisatie eigenlijk onmogelijk, hij maakt zich grote zorgen om de pluralistische
samenleving. Deze samenleving is chaotisch, vanzelfsprekendheden worden ter
discussie gesteld. Ideaal: verzuilde samenleving.

Opvoedingsdoelen en –inhouden 
1. Karaktervast persoon met een vaste set waarden en normen.
2. Goede binding met zuil/geloofsgemeenschap.

Opvoedingsmiddel en –voorwaarden 
1. Affectie. Geborgenheid. Overdracht tijdens het dagelijkse handelen  Het kind
moet zich veilig en gewaardeerd voelen anders wil het kind de waarden en
normen niet overnemen.
2. Gezin binnen gesloten gemeenschap  Dat moet je kunnen vormgeven.
3. Het voorleven van de waarden en normen  Overdracht in en tijdens het
dagelijks handelen.
4. Ouders moeten autoriteit laten gelden  Kind is immers object.

, Immelman: Opvoeding als veronzekeren
Mensen hebben behoefte aan openheid en keuzevrijheid.

Het probleem:
Socialisatie of een 2-polige opvoedstructuur
Probleem ligt niet bij samenleving maar bij de gezinnen die kinderen opvoeden met
het idee dat er maar een goede manier van leven is. Als je dit doel zeg je eigenlijk
dat andere gezinnen met andere opvattingen niet deugen. Je moet kinderen niet
opvoeden met het idee dat kennis absoluut is. Zorgt voor spanning want er kan geen
gesprek meer plaatsvinden. Dan programmeer je een kind (2-polige
opvoedstructuur/opvoeder-kind). Opvoeden moet een 3-polige structuur hebben
(kind, opvoeder en kennis). Kind werkt mee aan eigen opvoeding.

Oplossing:
Een verantwoordinggevende en verantwoordingvragende 3-polige of triadische
opvoedstructuur, waarbij de school een belangrijke rol vervult. Binnen de school
moet je verwachten en zelfs eisen dat ze de opvoeding en delen van kennis serieus
nemen. Je moet kinderen niet opvoeden met dat kennis absoluut is, kennis is niet
altijd geldig, je moet kinderen niet karaktervast maken, je creeërt dan een 2-polige
structuur, de opvoeder programmeerd het kind dan, het kind kan niet reageren,
kinderen zijn niet bereid om na te denken over hun eigen waarden en normen

2-polig  de kind en de opvoeder (Brezinka), kind wordt zoals ik voor ogen heb
3-polig  de kennis die wordt overgedragen komt erbij, kennis is niet absoluut maar
kennis is discussieerbaar, de opvoeder met kinderen kunnen uitleggen waarom
kennis belangrijk is en het kind moet ook gaan vragen naar de redenen, je moet
kinderen leren naar argumenten te luisteren waarom de kennis belangrijk zal zijn en
hier ook naar vragen, kind gaat actief met de kennis aan de slag

Je moet niet alles voor zoete koek aannemen, alles heeft zo zijn redenen.
$4.79
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor
Seller avatar
sannxh
3.7
(3)

Documento también disponible en un lote

Conoce al vendedor

Seller avatar
sannxh Hogeschool Leiden
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
5
Miembro desde
9 año
Número de seguidores
5
Documentos
9
Última venta
6 año hace

3.7

3 reseñas

5
0
4
2
3
1
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes