Samenvatting - Kinderen en jongeren met gedrags , emotionele en/of psychosociale problemen, Lector: Joan Lesseliers

Kwaliteit van leven: personen met gedrags- en emotionele problemen
HOOFDSTUK 1 :Terminologie, classificatie en diagnostiek
Samenvatting
EXAMEN:
Theorie is 16 op de 20 punten
Andere 4  paper schrijven
Examen bestaat uit:
- Open vragen
- Invul vragen
- Meerkeuzevragen
- Juist of fout vragen


A) INLEIDING
Kinderen met gedrags-en emotionele problemen = sterk in belangstelling
Hebben kinderen meer gedrags-en emotionele problemen dan vroeger?
Wie zijn deze kinderen? Hoeveel zijn er? Wat zijn de oorzaken? We kijken naar de :
- Terminologie
- De definiëring
- De classificatie
- Diagnostiek van deze problemen

A) TERMINOLOGIE
Gedrags-en emotionele problemen VS gedrags-en emotionele stoornissen
Naast gedrags-en emotionele problemen/stoornissen hebben we ook termen als :
 Gedragsstoornissen
 Gedragsproblemen
 Probleemgedrag
 Opvoedingsproblemen GEEN SYNONIEMEN VAN ELKAAR !
 Emotionele problemen
 Kinderpsychiatrischestoornissen


term ‘kinderen met gedrags-en emotionele problemen’
 Beschrijvende term voor alle kinderen en jongeren die zich zichtbaar ongewoon of
abnormaal gedragen of die zichtbaar ongewone of abnormale emoties vertonen.
 Los van ernst, oorzaak of context
 Kinderen met storend gedrag ( woedebuien) en kinderen met emotionele problemen
(depressie) plaatsen we onder deze noemer.
Externaliserende problemen = storend voor de omgeving (stelen en vechten)
Internaliserende problemen = storend voor het kind zelf ( angstig of ongelukkig voelen)

,binnen gedrags-en emotionele problemen onderscheiden wij :
 Lichte problemen  ( wordt vertoont op nieuwe situaties)
 Tijdelijke problemen  (wordt vertoont op nieuwe situaties )( zeuren geboorte zus)
 Leeftijdsgebonden problemen  (opstandigheid puberteit)
 Frequentie van problemen  (als het gaat over gedragsproblemen)
 Contextproblemen  ( gebeurt het alleen in het gezin? Of ook bij Oma en Opa?)
 Ernstige problemen  (antisociaal gedrag of stemmingsstoornissen)

Wanneer we spreken over ernstige problemen gaat het over:
 Chronische problemen langdurig of blijvend
 Frequent
 Ernstig
 Niet-context gebonden
Gedrags-en emotionele stoornissen zijn minder
situatiegebonden dan gedragsproblemen.
Alle gedrags-en emotionele stoornissen vallen onder
de noemer ‘gedrags-en emotionele problemen’.
Maar niet alle gedrags-en emotionele problemen zijn
ernstig genoeg om als gedrags -en emotionele
stoornis genoemd te worden.


Gedrags- en emotionele stoornis ≠ ontwikkelingsstoornis
Ontwikkelingsstoornis =
 aandoening die bij kinderen en adolescenten een belemmering vormt voor de
normale ontwikkeling (ADHD, leerstoornis, beperking).
 Kinderen met ontwikkelingsstoornis hebben bijkomende gedrags-emotionele
problemen.
Termen ‘gedrags-en emotionele problemen’ en ‘gedrags-en emotionele stoornissen’ zijn
correcte termen van het zichtbare. Deze termen suggereren dat het probleem of stoornis in
het kind zit.




A) DEFINIËRING

,5 aandachtspunten bij het definiëren van een probleemgedrag:
1) Geen eenduidige criteria
2) Het ontwikkelingsperspectief
3) de continuümgedachte
4) de context
5) de informant




Gedrags-en emotionele problemen gaat over ZICHTBAAR ONGEWOON of ABNORMAAL GEDRAGEN.
SES = socio-economische situatie (groot huis, grote tuin) het kind krijgt veel meer ruimte waardoor
het kind minder snel een emotioneel gedrag zal vertonen. SES HEEFT MEER KANS OP
PROBLEEMGEDRAG


Alvorens gedrag als problematisch te benoemen houden we rekening met:
 Het ontwikkelingsperspectief
 Gedrag dat op ene leeftijd nog adequaat en gepast is, kan dat op een
andere leeftijd niet meer zijn. (eisend gedrag)
 De continuümgedachte
GG , GP en GS
 Storend gedrag van kinderen met gedragsproblemen komt ook voor
bij kinderen zonder gedragsproblemen
 Gedragingen op een continuüm geplaatst worden naargelang hun
ernst, intensiteit en chroniciteit!
 De context
 Belang van de situatie waarin het gedrag zich voordoet.
 Setting, activiteiten, pedagogische aanpak kan impact hebben op
gedrag van een kind.
 Gevolg is kind vertoont in ene setting gedrags-en emotionele
problemen en in andere niet
 De informant
 Wie beoordeelt het gedrag? Ouders, leerkracht,…




A) DEFINITIE PROBLEEMGEDRAG

, KENNEN!!!
“We spreken van probleemgedrag als ouders, leerkrachten en andere personen dit gedrag
beschouwen als strijdig met de door hen en de samenleving gehanteerde normen en regels
en/of wanneer deskundigen dit gedrag als problematisch beoordelen op basis van valide
kenmerken inzake psychische (on)gezondheid.”


We maken onderscheid van 2 vormen van probleemgedrag:
TERMEN GOED KUNNEN SCHRIJVEN!




B) CLASSIFICATIE
Aanleiding classificatie = grote verscheidenheid aan problemen
 Nood aan ordening en indeling op basis van eigenschappen en relaties
 Communicatie , gemeenschappelijke taal : verstaan we hetzelfde?
(belangrijk diagnose en behandeling)


2 soorten classificatiesystemen:
1) Klinisch-psychiatrisch
2) Empirisch-psychiatrisch


KLINISCH-PSYCHIATRISCH CLASSIFICATIESYSTEEM:
Classificatie van psychiatrische stoornissen. Deze benadering wordt als onafhankelijke en
duidelijk afgelijnde ziekte-entiteiten beschouwd.
Voor elke stoornis zijn er diagnostische en differentiaal diagnostische criteria vastgelegd.
Criteria = geven kernsymptomen van een stoornis weer
Welbepaald aantal criteria van stoornis positief wordt gescoord = diagnostische criteria