Toets paragraaf 3 en 4
Vraag 1: Noteer downtown, centrale stad en suburbs op je antwoordenblad en noteer onder elke
stadsring de juiste bijbehorende kenmerken uit bron 1.
Vraag 1: Noteer downtown, centrale stad en suburbs op je antwoordenblad en noteer onder elke
stadsring de juiste bijbehorende kenmerken uit bron 1.