§1 Een bemand ruimteschip
5 factoren die het leven op aarde mogelijk maken:
1. Broeikaseffect
2. Dampkring
3. Zwaartekracht
4. Water
5. Voedsel
1. Broeikaseffect = door het broeikaseffect is de aarde warm genoeg om op te
leven
- Afstand tussen aarde en zon is precies goed
- Het is niet te warm of te koud op aarde
- Eigenlijk zou het op aarde nu -18 graden moeten zijn maar door het natuurlijke
broeikaseffect ligt de temperatuur hoger
- Broeikaseffect = de aarde houdt warmte vast door gassen in de atmosfeer (=
dunne deken van lucht om de aarde)
- Op andere planeten is het anders:
Venus > 500 graden > erg heet
Mars > -53 graden > koude woestijn
2. Dampkring = in de lucht zit zuurstof en dat ademen mens + dier in, zo kunnen
we leven > mens + dier ademen koolzuurgas uit > planten + bomen kunnen
leven > planten + bomen brengen zuurstof in de lucht zodat mens + dier kan
ademen/leven
- Dampkring = lucht om ons heen
- In de lucht zit zuurstof (O2)
- Mensen en dieren ademen zuurstof in (O2) en koolzuurgas uit (CO2)
- Planten en bomen gebruiken koolzuurgas (CO2) om te groeien (fotosynthese)
- Planten en bomen brengen weer zuurstof in de lucht
- Zuurstof in de lucht is ongeveer 21% door mens, dier en plant
[je hebt dus mens + dier + planten nodig voor leven op aarde]
3. Zwaartekracht
- Aantrekkende kracht van de aarde
- Zorgt ervoor dat:
1. Gassen niet de ruimte in verdwijnen
2. Voorwerpen op de grond staan
- Aarde draait met 1650 km/u om zijn as
- Zonder zwaartekracht zouden mensen van de aarde afslingeren
4. Water
- Mensen bestaan uit water
- Planten kunnen niet zonder water
- 97,5% van het water op aarde bevindt zich in oceanen
- Oceaanwater = zout
- Zoetwater = in ijs of diepe aquifers in de ondergrond
Klein deel van zoet water is beschikbaar in rivieren en meren
, 5. Voedsel
- Mensen gebruiken voedsel
- Dit halen ze uit:
1. De natuur
2. Landbouwproductie
- Voedsel = natuurlijke hulpbron
DUURZAME AARDE
- Aarde = kwetsbaar
- Voorraden zoet water, schone lucht, voedsel + energie = niet oneindig
- We moeten voorzichtig omgaan met de aarde
- Duurzame aarde = mensen gebruiken niet meer natuurlijke
hulpbronnen dan dat erbij komen (zodat het niet opraakt) > dan
kunnen ze het in de toekomst blijven gebruiken
VOORBEELD: als je een boom kapt om een huis te bouwen, moet je ook een
nieuwe boom planten (dan ben je duurzaam bezig)
Zonne-energie is ook duurzaam
Ecologische voetafdruk = uitrekenen hoeveel ruimte op aarde wordt gebruikt
door 1 persoon of 1 land, hiermee wordt de duurzaamheid gemeten
- Grootte voetafdruk afhankelijk van levensstijl
- Op aarde is 1,8 hectare per persoon beschikbaar
- Alle bewoners gebruiken gemiddeld 2,7 hectare
- Dus we hebben niet genoeg aan 1 aarde, we hebben 1,5 aardes nodig
(Nederlanders zelfs 3,5 aardes)
- We maken dus de natuurlijke voorraden van de aarde op
Bij berekening van de hectares gaat het om de voor mensen bruikbare delen van de
aarde, zoals:
1. Akkers
2. Weilanden
3. Bossen
4. Visgronden
Natuurlijke/biologische productie (biocapaciteit) = verschilt per gebied
In koude/droge gebieden = lage biocapaciteit
In warme/vochtige gebieden = hoge biocapaciteit
Gemiddelde biocapaciteit wordt uitgedrukt in mondiale hectares
VOORBEELD:
NEDERLAND = LAGE BIOCAPACITEIT (koud/droog gebied)
AUSTRALIE = HOGE BIOCAPACITEIT (warm/vochtig gebied)
5 factoren die het leven op aarde mogelijk maken:
1. Broeikaseffect
2. Dampkring
3. Zwaartekracht
4. Water
5. Voedsel
1. Broeikaseffect = door het broeikaseffect is de aarde warm genoeg om op te
leven
- Afstand tussen aarde en zon is precies goed
- Het is niet te warm of te koud op aarde
- Eigenlijk zou het op aarde nu -18 graden moeten zijn maar door het natuurlijke
broeikaseffect ligt de temperatuur hoger
- Broeikaseffect = de aarde houdt warmte vast door gassen in de atmosfeer (=
dunne deken van lucht om de aarde)
- Op andere planeten is het anders:
Venus > 500 graden > erg heet
Mars > -53 graden > koude woestijn
2. Dampkring = in de lucht zit zuurstof en dat ademen mens + dier in, zo kunnen
we leven > mens + dier ademen koolzuurgas uit > planten + bomen kunnen
leven > planten + bomen brengen zuurstof in de lucht zodat mens + dier kan
ademen/leven
- Dampkring = lucht om ons heen
- In de lucht zit zuurstof (O2)
- Mensen en dieren ademen zuurstof in (O2) en koolzuurgas uit (CO2)
- Planten en bomen gebruiken koolzuurgas (CO2) om te groeien (fotosynthese)
- Planten en bomen brengen weer zuurstof in de lucht
- Zuurstof in de lucht is ongeveer 21% door mens, dier en plant
[je hebt dus mens + dier + planten nodig voor leven op aarde]
3. Zwaartekracht
- Aantrekkende kracht van de aarde
- Zorgt ervoor dat:
1. Gassen niet de ruimte in verdwijnen
2. Voorwerpen op de grond staan
- Aarde draait met 1650 km/u om zijn as
- Zonder zwaartekracht zouden mensen van de aarde afslingeren
4. Water
- Mensen bestaan uit water
- Planten kunnen niet zonder water
- 97,5% van het water op aarde bevindt zich in oceanen
- Oceaanwater = zout
- Zoetwater = in ijs of diepe aquifers in de ondergrond
Klein deel van zoet water is beschikbaar in rivieren en meren
, 5. Voedsel
- Mensen gebruiken voedsel
- Dit halen ze uit:
1. De natuur
2. Landbouwproductie
- Voedsel = natuurlijke hulpbron
DUURZAME AARDE
- Aarde = kwetsbaar
- Voorraden zoet water, schone lucht, voedsel + energie = niet oneindig
- We moeten voorzichtig omgaan met de aarde
- Duurzame aarde = mensen gebruiken niet meer natuurlijke
hulpbronnen dan dat erbij komen (zodat het niet opraakt) > dan
kunnen ze het in de toekomst blijven gebruiken
VOORBEELD: als je een boom kapt om een huis te bouwen, moet je ook een
nieuwe boom planten (dan ben je duurzaam bezig)
Zonne-energie is ook duurzaam
Ecologische voetafdruk = uitrekenen hoeveel ruimte op aarde wordt gebruikt
door 1 persoon of 1 land, hiermee wordt de duurzaamheid gemeten
- Grootte voetafdruk afhankelijk van levensstijl
- Op aarde is 1,8 hectare per persoon beschikbaar
- Alle bewoners gebruiken gemiddeld 2,7 hectare
- Dus we hebben niet genoeg aan 1 aarde, we hebben 1,5 aardes nodig
(Nederlanders zelfs 3,5 aardes)
- We maken dus de natuurlijke voorraden van de aarde op
Bij berekening van de hectares gaat het om de voor mensen bruikbare delen van de
aarde, zoals:
1. Akkers
2. Weilanden
3. Bossen
4. Visgronden
Natuurlijke/biologische productie (biocapaciteit) = verschilt per gebied
In koude/droge gebieden = lage biocapaciteit
In warme/vochtige gebieden = hoge biocapaciteit
Gemiddelde biocapaciteit wordt uitgedrukt in mondiale hectares
VOORBEELD:
NEDERLAND = LAGE BIOCAPACITEIT (koud/droog gebied)
AUSTRALIE = HOGE BIOCAPACITEIT (warm/vochtig gebied)