Schrijfvaardigheid
Nederlands
, VMBO-TL klas 4
Schoolexamen Schrijfvaardigheid
Inhoudsopgave
Inleiding 2
§1 Zakelijke brief 3
§ 1.1 Vorm 3
§ 1.2 Inhoud 5
§ 1.3 Aanpak: het zes-stappenplan 6
§2 Zakelijke e-mail 11
§3 Persoonlijke brief en e-mail 13
§4 Artikel 14
§5 Ingezonden stuk 15
§6 Enquête 16
§7 Affiche 17
§8 Formulier 17
Dit boekje is bestemd voor de leerlingen van het Regius College Schagen afdeling
vmbo-tl. In dit boekje staan alle mogelijke schrijfopdrachten van het examen
Nederlands. In dit boekje zijn teksten samengesteld die oorspronkelijk te vinden zijn
in de boeken: ’Examenbundel’ en ‘Examentraining’.
1
, VMBO-TL klas 4
Schoolexamen Schrijfvaardigheid
Inleiding
In het examen komt meestal één schrijfopdracht voor. In de opdracht krijg je
informatie over:
- het schrijfdoel;
- de tekstsoort;
- het lezerspubliek.
Om de schrijfopdracht goed uit te kunnen voeren, moet je je verplaatsen in een
situatie die voor jou herkenbaar is. Bijvoorbeeld in een vakantieomgeving of in een
activiteit bij jou op school.
Wat is je schrijfdoel?
In de schrijfopdrachten kun je verschillende schrijfdoelen tegenkomen. De meest
voorkomende schrijfdoelen bij een schrijfopdracht zijn:
- informatie geven;
- informatie vragen;
- overtuigen;
- een mening geven;
- tot handelen aanzetten.
Welke tekstsoorten?
- zakelijke brief / zakelijke e-mail;
- persoonlijke brief / persoonlijke e-mail;
- artikel / ingezonden stuk;
- enquête;
- affiche;
- formulier.
Voor wie schrijf je?
Iedere tekst heeft zijn eigen lezerspubliek. Je moet je altijd afvragen: voor wie schrijf
ik? Een brief aan de gemeenteraad zal er anders uitzien dan een brief aan een
vriend of een vriendin. Soms moet je je richten tot een lezerspubliek in je directe
omgeving. Bijvoorbeeld klasgenoten, leeftijdsgenoten, ouders, docenten,
geïnteresseerden, buren, enz.
Soms moet je je richten tot een lezerspubliek dat verder van je af staat. Bijvoorbeeld
instanties als de Nederlandsche Spoorwegen, een verzekeringsmaatschappij of
geadresseerden met een hogere status. Dat kan een minister zijn of een voorzitter
van een of andere vereniging.
Beoordeling
Je werk wordt beoordeeld op de onderdelen:
- inhoud;
- taalgebruik;
- presentatie / conventies.
Voor al je werk geldt dat het een verzorgde indruk moet maken.
2