100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Respuestas

Uitwerkingen BAMA H7, Belastingrecht voor Bachelors en masters H7

Puntuación
-
Vendido
1
Páginas
7
Subido en
14-10-2016
Escrito en
2014/2015

Uitwerkingen BAMA H7, Belastingrecht voor Bachelors en masters H7

Institución
Grado








Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
14 de octubre de 2016
Número de páginas
7
Escrito en
2014/2015
Tipo
Respuestas
Personaje
Desconocido

Temas

Vista previa del contenido

Hoofdstuk 07 Belastingrecht voor Bachelors en Masters 2013-2014


Antwoorden oefenopgaven

Opgave 7.1
Zoals iedere belastingplichtige hebben zij recht op een heffingvrij vermogen in box 3 van € 21.139
(art. 5.5. Wet IB). Omdat ze alle drie 70 jaar zijn, kunnen ze ook in aanmerking komen voor de
ouderentoeslag (art. 5.6 Wet IB). Hierdoor wordt het totale heffingvrije vermogen voor:
– mevrouw Blok: haar inkomen in box 1 is niet meer dan € 14.302. Zij heeft dus recht op de
ouderentoeslag, met een maximum van € 27.984. In totaal heeft zij dus recht op een heffingvrij
vermogen van € 49.123 (21.139 + 27.984).
– Meneer Anwar: zijn inkomen in box 1 is meer dan € 14.302, maar niet meer dan € 19.895. Hij heeft
dus recht op een maximale ouderentoeslag van € 13.992. In totaal heeft hij dus recht op een
heffingvrij vermogen van € 35.131 (21.139 + 13.992).
– Meneer Rambali € 21.139: zijn inkomen in box 1 is meer dan € 19.895, zodat zijn ouderentoeslag
nihil is. Zijn heffingvrije vermogen bedraagt € 21.139.
(art. 5.6 Wet IB)

Opgave 7.2
a. Sieraden zijn roerende zaken voor persoonlijk gebruik. Deze zaken tellen niet mee voor de
heffingsgrondslag. Dit is anders als de sieraden uitsluitend zijn gekocht als belegging.
b. Het zilver wordt waarschijnlijk uitsluitend aangehouden als belegging: het is dan niet bestemd voor
persoonlijk gebruik. Het zilver behoort dus tot de rendementsgrondslag.

Opgave 7.3
De verstrekte gegevens wijzen erop dat de heer Fuchs al jaren kunst koopt om de kunst (l’art pour
l’art) en niet ter belegging. De kunstverzameling valt daarom onder de vrijstelling en wordt niet belast.

Opgave 7.4
a. Ja, de vrijstelling voor landgoederen, en daarvan alleen het onbebouwde gedeelte. Van belang is dat
de vrijstelling alleen geldt voor een landgoed in de zin van de Natuurschoonwet 1928, niet voor het
bebouwde gedeelte ( art. 5.7 lid 1 letter f Wet IB).
b. Het koetshuis staat de heer Vosch als hoofdverblijf ter beschikking en valt daarmee onder de
eigenwoningregeling in box 1. Het landgoed, inclusief het hoofdgebouw maar exclusief het
koetshuis, valt in box 3. Vanwege de vrijstelling voor landgoederen wordt echter alleen het
hoofdgebouw met ondergrond daadwerkelijk tot de heffingsgrondslag gerekend. Het hoofdgebouw
is weliswaar in gebruik binnen een onderneming, de Bilderberg-hotelketen, maar voor de heer
Vosch is alleen sprake van een verhuuractiviteit.

Opgave 7.5
a. Het perceel grond wordt gewaardeerd op € 200.000, de waarde in verpachte (te vergelijken met
verhuurde) staat. Het pachtrecht is verleend tegen een zakelijke vergoeding die in regelmatig
vervallende termijnen wordt voldaan. Wellicht ten overvloede: het pachtrecht is geregeld in de
Pachtwet, het hiervan te onderscheiden erfpacht in het Burgerlijk Wetboek (art. 5.85 e.v. BW).
De oude boerderij moet voor de volle waarde van € 319.000 worden aangegeven (art. 5.22 lid 4 Wet
IB). Wel mag hij een bedrag in aftrek brengen als onderhoudsverplichting (art. 6.3 Wet IB en
hoofdstuk 8).
Voor de waardering van het appartement zijn de algemene regels van toepassing: de volle waarde
minus de waarde van het genotsrecht: € 150.000 –/– € 50.000 = € 100.000 (art. 5.22 lid 2 Wet IB).
Totaal: € 619.000 (200.000 + 319.000 + 100.000).
b. Omdat het pachtrecht is verkregen tegen een zakelijke vergoeding die in regelmatig vervallende
termijnen wordt voldaan, mag de pachter zijn genotsrecht op nihil waarderen (art. 5.19 lid 4 Wet
IB).
De ex-echtgenote mag haar woongenot op nihil waarderen. Wel zal zij worden belast voor een
bedrag dat gelijk is aan het eigenwoningforfait in box 1 (art. 3.101 lid 2 Wet IB).



1
$3.58
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada


Documento también disponible en un lote

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
Universals Hogeschool Rotterdam
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
561
Miembro desde
10 año
Número de seguidores
416
Documentos
49
Última venta
3 meses hace

3.6

162 reseñas

5
53
4
46
3
30
2
16
1
17

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes