Huiswerkopdrachten
Kennismaken epidemiologische controverse en opfrissen methodologie en biostatistiek
Maud Kuijpers
2679073
1. Luister de BBC radio documentaire die we kort in het college hebben besproken:
https://www.bbc.co.uk/programmes/p00b1z47
2. Lees dit artikel van Kristensen et al. uit 2000, gepubliceerd in de BMJ:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/?term=kristensen%5B1au%5D+2000+bmj
3. Vat het onderzoek in het Nederlands samen in maximaal 150 woorden. Beperk je hierbij tot
de hoofdzaken en laat bijzaken nu eerst voor wat ze zijn (hier komen we later in de cursus op
terug)
Deze studie heeft onderzoek gedaan naar het verband tussen vaccinaties en de overlevingskans van
kinderen in Guinea-Bissau. Dit hebben ze gedaan voor difterie-, tetanus-, BCG-, pertussis-, en
poliovaccins. Uit de resultaten bleek dat het sterftecijfer voor de kinderen die gevaccineerd waren
(met een van de vaccins) lager was dan de kinderen zonder vaccinatie. Nadat er gecorrigeerd was
voor leeftijd, andere vaccins en cluster bleek het BCG-vaccin een lager sterftecijfer te veroorzaken.
Echter veroorzaakte één dosis van een difterie-, tetanus-, pertussis- of poliovaccin een hoger
sterftecijfer vergeleken met kinderen die geen van deze vaccins had ontvangen. Het mazelen vaccin
zorgde ook voor een daling van het sterftecijfer door de ‘’non-specific’’ activatie van het
immuunsysteem. De gevaccineerde groep en ongevaccineerde groep verschilden natuurlijk als het
ging om culturele en sociale achtergronden, maar dit heeft geen invloed gehad op de sterftecijfers.
4. De onderzoekers hebben gekozen voor een cohort studie om hun onderzoeksvraag te
beantwoorden. Benoem een voor- en een nadeel van dit design in de context van deze studie
Voordeel: Doordat de duur van het onderzoek langer is, kunnen er ook effecten worden gevonden
die pas later optreden. Hierdoor kunnen ook sterftecijfers na een langere tijd worden meegenomen
in het onderzoek.
Nadeel: Een nadeel van een cohortstudie is dat er een lange tijd nodig is om de uitkomst te meten
(sterfte/overleving) van een bepaalde determinant (vaccin). Tijdens deze tijd kunnen mensen
verhuizen, maar er zijn bijvoorbeeld ook moeders die het vaccinatieboekje van hun kind verliezen.
Dit kan leiden tot selectiebias, omdat moeders die het belangrijk vinden om hun kinderen te
vaccineren (en dus alert zijn op het vaccinatieboekje) meer geïncludeerd worden.
5. De studiepopulatie wordt voornamelijk beschreven in tabel 2. De leeftijd van de moeders is
gedichotomiseerd weergegeven. Waarom hebben de onderzoekers hiervoor gekozen? Leg
kort uit.
Er is in dit onderzoek gedichotomiseerd in 14-19 jaar en > 20 jaar. Hierdoor kunnen de onderzoekers
kijken of verschil in leeftijd ook een factor kan zijn voor of een kind wel/niet overleefd na een
vaccinatie. Het kan namelijk zo zijn dat een oudere leeftijd het sterftecijfer na vaccinatie positief of
negatief kan beïnvloeden. Door de randomiseren kan je kijken of dit werkelijk het geval is.
Kennismaken epidemiologische controverse en opfrissen methodologie en biostatistiek
Maud Kuijpers
2679073
1. Luister de BBC radio documentaire die we kort in het college hebben besproken:
https://www.bbc.co.uk/programmes/p00b1z47
2. Lees dit artikel van Kristensen et al. uit 2000, gepubliceerd in de BMJ:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/?term=kristensen%5B1au%5D+2000+bmj
3. Vat het onderzoek in het Nederlands samen in maximaal 150 woorden. Beperk je hierbij tot
de hoofdzaken en laat bijzaken nu eerst voor wat ze zijn (hier komen we later in de cursus op
terug)
Deze studie heeft onderzoek gedaan naar het verband tussen vaccinaties en de overlevingskans van
kinderen in Guinea-Bissau. Dit hebben ze gedaan voor difterie-, tetanus-, BCG-, pertussis-, en
poliovaccins. Uit de resultaten bleek dat het sterftecijfer voor de kinderen die gevaccineerd waren
(met een van de vaccins) lager was dan de kinderen zonder vaccinatie. Nadat er gecorrigeerd was
voor leeftijd, andere vaccins en cluster bleek het BCG-vaccin een lager sterftecijfer te veroorzaken.
Echter veroorzaakte één dosis van een difterie-, tetanus-, pertussis- of poliovaccin een hoger
sterftecijfer vergeleken met kinderen die geen van deze vaccins had ontvangen. Het mazelen vaccin
zorgde ook voor een daling van het sterftecijfer door de ‘’non-specific’’ activatie van het
immuunsysteem. De gevaccineerde groep en ongevaccineerde groep verschilden natuurlijk als het
ging om culturele en sociale achtergronden, maar dit heeft geen invloed gehad op de sterftecijfers.
4. De onderzoekers hebben gekozen voor een cohort studie om hun onderzoeksvraag te
beantwoorden. Benoem een voor- en een nadeel van dit design in de context van deze studie
Voordeel: Doordat de duur van het onderzoek langer is, kunnen er ook effecten worden gevonden
die pas later optreden. Hierdoor kunnen ook sterftecijfers na een langere tijd worden meegenomen
in het onderzoek.
Nadeel: Een nadeel van een cohortstudie is dat er een lange tijd nodig is om de uitkomst te meten
(sterfte/overleving) van een bepaalde determinant (vaccin). Tijdens deze tijd kunnen mensen
verhuizen, maar er zijn bijvoorbeeld ook moeders die het vaccinatieboekje van hun kind verliezen.
Dit kan leiden tot selectiebias, omdat moeders die het belangrijk vinden om hun kinderen te
vaccineren (en dus alert zijn op het vaccinatieboekje) meer geïncludeerd worden.
5. De studiepopulatie wordt voornamelijk beschreven in tabel 2. De leeftijd van de moeders is
gedichotomiseerd weergegeven. Waarom hebben de onderzoekers hiervoor gekozen? Leg
kort uit.
Er is in dit onderzoek gedichotomiseerd in 14-19 jaar en > 20 jaar. Hierdoor kunnen de onderzoekers
kijken of verschil in leeftijd ook een factor kan zijn voor of een kind wel/niet overleefd na een
vaccinatie. Het kan namelijk zo zijn dat een oudere leeftijd het sterftecijfer na vaccinatie positief of
negatief kan beïnvloeden. Door de randomiseren kan je kijken of dit werkelijk het geval is.