VOORBEELDTOETS INLEIDING BELASTINGRECHT 2013
De premies volksverzekeringen bedragen: 31,15%
1. Wat houdt de ‘hardheidsclausule’ in?
De hardheidsclausule houdt in dat …
a. er geen enkele interpretatieruimte is voor de fiscus aangezien de
heffingswetten zijn neergelegd in dwingend recht.
b. de inspecteur een zekere vorm van beleidsruimte heeft waardoor hem een
beslissingsvrijheid ter beschikking staat.
c. de inspecteur te allen tijde gebonden is aan eerder door hem gedane toezeggingen aan de
belastingplichtige ten aanzien van geplande activiteiten en transacties.
d. de minister de bevoegdheid heeft om van belastingheffing af te zien in bepaalde gevallen,
indien een wettelijke regeling tot een heffing zou leiden die onbillijk van aard is.
Uitleg: De hardheidsclausule bied een orgaan de mogelijkheid om af te wijken van
(dwingende) wetgeving wanneer het onbillijkheid van overwegende aard zou zijn om de
belasting daadwerkelijk te heffen.
2. Welke van onderstaande beweringen met betrekking tot de fiscale procedure is
juist?
a. Indien de belastingplichtige (gedeeltelijk) in het gelijk wordt gesteld door de rechter kan
een proceskostenvergoeding worden verkregen.
b. De rechter kan in een fiscale procedure zelf een onderzoek instellen naar de relevante feiten
en omstandigheden.
c. In cassatie kan een nadere bewijsvoering worden gedaan.
d. Bij fiscale zaken die voor de rechter worden gebracht moet de belanghebbende zich in
rechte laten vertegenwoordigen.
Uitleg: de AWB bied vergoedingsmogelijkheden voor de proceskosten. Als eis geldt dat de
belastingdienst geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld artikel 7:15 lid 2 en 3 AWB.
3. Welke van de volgende beweringen met betrekking tot de aangifte is juist?
a. Een persoon die enkel looninkomsten heeft die onderworpen zijn aan de loonbelasting en
die geen aangifte heeft ontvangen, hoeft niet te verzoeken om uitreiking van een aangifte.
b. De duur van het verleende uitstel voor het indienen van een aangifte verlengt de duur van
de aanslagtermijn niet.
c. Bij aangiftebelastingen ontstaat de formele belastingschuld in beginsel met tussenkomst
van de inspecteur.
d. In het geval iemand geen belasting is verschuldigd, is hij/zij niet verplicht een reeds
ontvangen aangiftebiljet inkomstenbelasting in te vullen.
Uitleg: Antwoord B artikel 11 lid 3 AWR indien voor het doen vaan aangifte uitstel is
verleend wordt deze termijn met de duur van dit uitstel verlengd. Antwoord C bij aangifte
belastingen ontstaat de formele belastingschuld via het doen van aangifte en de
belastingbetaling. Bij aanslag belastingen ontstaat de formele belastingschuld doordat de
belastinginspecteur de aanslag vaststelt. Antwoord D artikel 8 AWR ieder die is uitgenodigd
tot het doen van aangifte is gehouden aangifte te doen.
4. De Belastingdienst legt Peter de Bruin een aanslag inkomstenbelasting/premie
De premies volksverzekeringen bedragen: 31,15%
1. Wat houdt de ‘hardheidsclausule’ in?
De hardheidsclausule houdt in dat …
a. er geen enkele interpretatieruimte is voor de fiscus aangezien de
heffingswetten zijn neergelegd in dwingend recht.
b. de inspecteur een zekere vorm van beleidsruimte heeft waardoor hem een
beslissingsvrijheid ter beschikking staat.
c. de inspecteur te allen tijde gebonden is aan eerder door hem gedane toezeggingen aan de
belastingplichtige ten aanzien van geplande activiteiten en transacties.
d. de minister de bevoegdheid heeft om van belastingheffing af te zien in bepaalde gevallen,
indien een wettelijke regeling tot een heffing zou leiden die onbillijk van aard is.
Uitleg: De hardheidsclausule bied een orgaan de mogelijkheid om af te wijken van
(dwingende) wetgeving wanneer het onbillijkheid van overwegende aard zou zijn om de
belasting daadwerkelijk te heffen.
2. Welke van onderstaande beweringen met betrekking tot de fiscale procedure is
juist?
a. Indien de belastingplichtige (gedeeltelijk) in het gelijk wordt gesteld door de rechter kan
een proceskostenvergoeding worden verkregen.
b. De rechter kan in een fiscale procedure zelf een onderzoek instellen naar de relevante feiten
en omstandigheden.
c. In cassatie kan een nadere bewijsvoering worden gedaan.
d. Bij fiscale zaken die voor de rechter worden gebracht moet de belanghebbende zich in
rechte laten vertegenwoordigen.
Uitleg: de AWB bied vergoedingsmogelijkheden voor de proceskosten. Als eis geldt dat de
belastingdienst geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld artikel 7:15 lid 2 en 3 AWB.
3. Welke van de volgende beweringen met betrekking tot de aangifte is juist?
a. Een persoon die enkel looninkomsten heeft die onderworpen zijn aan de loonbelasting en
die geen aangifte heeft ontvangen, hoeft niet te verzoeken om uitreiking van een aangifte.
b. De duur van het verleende uitstel voor het indienen van een aangifte verlengt de duur van
de aanslagtermijn niet.
c. Bij aangiftebelastingen ontstaat de formele belastingschuld in beginsel met tussenkomst
van de inspecteur.
d. In het geval iemand geen belasting is verschuldigd, is hij/zij niet verplicht een reeds
ontvangen aangiftebiljet inkomstenbelasting in te vullen.
Uitleg: Antwoord B artikel 11 lid 3 AWR indien voor het doen vaan aangifte uitstel is
verleend wordt deze termijn met de duur van dit uitstel verlengd. Antwoord C bij aangifte
belastingen ontstaat de formele belastingschuld via het doen van aangifte en de
belastingbetaling. Bij aanslag belastingen ontstaat de formele belastingschuld doordat de
belastinginspecteur de aanslag vaststelt. Antwoord D artikel 8 AWR ieder die is uitgenodigd
tot het doen van aangifte is gehouden aangifte te doen.
4. De Belastingdienst legt Peter de Bruin een aanslag inkomstenbelasting/premie
