BPV-map
Studentennummer:
Klas:
Start en einddatum: 09-11-2020 tot en met 04-12-2020
BPV-organisatie:
Afdeling/ werkeenheid met telefoonnummer en mailadres van het team:
BPV-docent:
1
,Inhoudsopgave
Opdracht 1 en 2 Blz 3
Opdracht 3 en 4 Blz 4
Opdracht 5 Blz 5
Opdracht 6 deel 1 Blz 6
Opdracht 6 deel 2 Blz 8
Opdracht 7 Blz 9
Disciplines Blz 10
Disciplines groepje Blz 11
Voorbereidingsopdrachten Blz 20
CV Blz 21
BPV-Plan Blz 23
Beoordeling/ aanwezigheid formulieren Blz 35
2
,Opdracht 1
Samen met mijn stagebegeleiders heb ik een aantal afspraken gemaakt over
het stagelopen bij Vivent. Zodat ik veilig mijn handelingen uit kan voeren en zonder enige pr
oblemen mijn stage kan lopen.
Ik heb samen met mijn stagebegeleider de afspraak gemaakt dat ik 7.00 of
15.00 aanwezig ben en wacht op
het kantoor totdat iemand mij op komt halen waarmee ik die dag meeloop.
Ook heb ik afspraken gemaakt over mijn handelingen, ik mag alleen handelingen uitvoeren o
nder toezicht van een zorgprofessional. Ik alleen handelingen uitvoeren in
de persoonlijke verzorging bijvoorbeeld wassen, uit-
en aankleden en steunkousen aantrekken.
Opdracht 2
Tijdens de eerste drie dagen van mijn stage heb ik gelet op welke patiëntproblemen en ziekt
ebeelden de zorgvragers hebben op somatisch, psychisch, sociaal en functioneel gebied.
Ook heb ik gelet op de omgeving waarin de zorgvrager leeft. En
hoe hij/ zij de zorg ervaart die hij/zij ontvangt van de verpleegkundige.
De zorgvragers bij Vivent zijn vooral ouderen met meerdere ziektebeelden.
Veel voorkomende ziektebeelden/ patientproblemen bij de zorgvragers zijn: dementie, morb
ide obesitas, diabetes mellitus type 2, depressie, eenzaamheid en beperkingen in de ADL.
Vaak hebben de zorgvragers last van comorbiliteit.
Een groot deel van de zorgvragers heeft een lage Sociaal Economische Status (SES). Mensen
met een lage SES kunnen vaak minder goed voor zichzelf zorgen en hebben een grotere kans
op overgewicht of morbide obesitas.
De zorgvragers ontvangen zorg, omdat ze niet meer zelfstandig kunnen leven. Dit komt door
de ziektebeelden die
de zorgvragers hebben. Bijvoorbeeld, mensen met dementie kunnen niet meer zelfstandig h
un medicatie innemen.
En mensen met lichamelijke problematiek kunnen niet meer zelfstandig de
ADL uitvoeren en hebben hier hulp bij nodig.
Door de meeste zorgvragers wordt de geleverde zorg als prettig ervaren.
De zorgvragers vertelden mij dat ze erg tevreden zijn over
de zorg en zich vooral serieus genomen voelen.
Veel zorgvragers wonen in een seniorenwoning of seniorenflat. Veel woningen zijn erg klein,
maar wel aangepast op de zorgvrager.
Veel voorkomende aanpassingen zijn; een steun bij het toilet of ergens anders in het
huis, zodat de zorgvragers steun kunnen zoeken bij het gaan zitten en opstaan. Ook is
de toegankelijkheid van het huis aangepast voor de rolstoel en rollator.
3
, Opdracht 3:
Beroepstaken die ik uitgevoerd wil hebben in mijn stageperiode:
1. Voor het einde van mijn stage wil ik drie verschillende zorgvragers gewassen hebben
onder de douche.
2. Voor het einde van mijn stage wil ik een gesprek hebben gevoerd met een
zorgvrager.
De beroepstaken heb ik aan mijn stagebegeleider laten zien, die heeft de beroepstaken
goedgekeurd.
Opdracht 4
De wijkverpleegkundige start de ochtend meteen bij de eerste zorgvrager. Deze zorg bestaat
vooral uit helpen in de ADL, medicatie toedienen en wondzorg. De verpleegkundige maakt
vaak ook even een praatje met de zorgvragers om te kijken hoe het met ze gaat. Tussendoor
is er ook een pauze, in de pauze overleggen de verpleegkundige met elkaar. Dit gaat over
hoe het gaat met de zorgvragers, eventuele veranderingen in de zorg van de zorgvragers en
andere bijzonderheden (communicator).
Na de ochtendzorg navigeert de verpleegkundige zich vanuit de pieper, de verpleegkundige
krijgt dan een melding en moet dan zo snel mogelijk naar een zorgvrager toe. Eenmaal
aangekomen bij de zorgvrager beoordeeld de verpleegkundige de situatie, als de zorgvrager
gevallen is kan de verpleegkundige ervoor kiezen om de arts te bellen. De arts kan een
diagnose stellen, dan kan de verpleegkundige het zorgplan daarop aanpassen. Ook kan de
arts zelf actie ondernemen en de valpoli inschakelen (samenwerkingspartner). De
verpleegkundige gaat ook zelf eventuele interventies na, om te voorkomen dat de
zorgvrager vaker gaat vallen (gezondheidsbevorderaar).
Na de ochtend houdt de verpleegkundige zich bezig met het opstellen van zorgplannen, dit is
een plan waarin beschreven wordt wat voor een zorg er nodig gevraagd wordt door de
zorgvrager en hoelang er zorg geleverd mag worden (organisator). Het komt ook voor dat de
verpleegkundige naar een cursus gaat om zijn/haar kennis bij te houden. Ook is het verplicht
voor een verpleegkundige om zijn/haar handelingen af te laten toetsen, om bij te houden of
hij/zij wel bevoegd en bekwaam is (reflectieve EBP-professional).
Een keer per maand is er een teamoverleg, hierin wordt besproken hoe de zorg verbeterd
kan worden per zorgvrager. Er worden verschillende methodes besproken en er wordt
aangegeven wanneer er een vermoeden is, dat er iets verkeerd gaat in de zorgverlening
(professional en kwaliteitsbevorderaar).
4
Studentennummer:
Klas:
Start en einddatum: 09-11-2020 tot en met 04-12-2020
BPV-organisatie:
Afdeling/ werkeenheid met telefoonnummer en mailadres van het team:
BPV-docent:
1
,Inhoudsopgave
Opdracht 1 en 2 Blz 3
Opdracht 3 en 4 Blz 4
Opdracht 5 Blz 5
Opdracht 6 deel 1 Blz 6
Opdracht 6 deel 2 Blz 8
Opdracht 7 Blz 9
Disciplines Blz 10
Disciplines groepje Blz 11
Voorbereidingsopdrachten Blz 20
CV Blz 21
BPV-Plan Blz 23
Beoordeling/ aanwezigheid formulieren Blz 35
2
,Opdracht 1
Samen met mijn stagebegeleiders heb ik een aantal afspraken gemaakt over
het stagelopen bij Vivent. Zodat ik veilig mijn handelingen uit kan voeren en zonder enige pr
oblemen mijn stage kan lopen.
Ik heb samen met mijn stagebegeleider de afspraak gemaakt dat ik 7.00 of
15.00 aanwezig ben en wacht op
het kantoor totdat iemand mij op komt halen waarmee ik die dag meeloop.
Ook heb ik afspraken gemaakt over mijn handelingen, ik mag alleen handelingen uitvoeren o
nder toezicht van een zorgprofessional. Ik alleen handelingen uitvoeren in
de persoonlijke verzorging bijvoorbeeld wassen, uit-
en aankleden en steunkousen aantrekken.
Opdracht 2
Tijdens de eerste drie dagen van mijn stage heb ik gelet op welke patiëntproblemen en ziekt
ebeelden de zorgvragers hebben op somatisch, psychisch, sociaal en functioneel gebied.
Ook heb ik gelet op de omgeving waarin de zorgvrager leeft. En
hoe hij/ zij de zorg ervaart die hij/zij ontvangt van de verpleegkundige.
De zorgvragers bij Vivent zijn vooral ouderen met meerdere ziektebeelden.
Veel voorkomende ziektebeelden/ patientproblemen bij de zorgvragers zijn: dementie, morb
ide obesitas, diabetes mellitus type 2, depressie, eenzaamheid en beperkingen in de ADL.
Vaak hebben de zorgvragers last van comorbiliteit.
Een groot deel van de zorgvragers heeft een lage Sociaal Economische Status (SES). Mensen
met een lage SES kunnen vaak minder goed voor zichzelf zorgen en hebben een grotere kans
op overgewicht of morbide obesitas.
De zorgvragers ontvangen zorg, omdat ze niet meer zelfstandig kunnen leven. Dit komt door
de ziektebeelden die
de zorgvragers hebben. Bijvoorbeeld, mensen met dementie kunnen niet meer zelfstandig h
un medicatie innemen.
En mensen met lichamelijke problematiek kunnen niet meer zelfstandig de
ADL uitvoeren en hebben hier hulp bij nodig.
Door de meeste zorgvragers wordt de geleverde zorg als prettig ervaren.
De zorgvragers vertelden mij dat ze erg tevreden zijn over
de zorg en zich vooral serieus genomen voelen.
Veel zorgvragers wonen in een seniorenwoning of seniorenflat. Veel woningen zijn erg klein,
maar wel aangepast op de zorgvrager.
Veel voorkomende aanpassingen zijn; een steun bij het toilet of ergens anders in het
huis, zodat de zorgvragers steun kunnen zoeken bij het gaan zitten en opstaan. Ook is
de toegankelijkheid van het huis aangepast voor de rolstoel en rollator.
3
, Opdracht 3:
Beroepstaken die ik uitgevoerd wil hebben in mijn stageperiode:
1. Voor het einde van mijn stage wil ik drie verschillende zorgvragers gewassen hebben
onder de douche.
2. Voor het einde van mijn stage wil ik een gesprek hebben gevoerd met een
zorgvrager.
De beroepstaken heb ik aan mijn stagebegeleider laten zien, die heeft de beroepstaken
goedgekeurd.
Opdracht 4
De wijkverpleegkundige start de ochtend meteen bij de eerste zorgvrager. Deze zorg bestaat
vooral uit helpen in de ADL, medicatie toedienen en wondzorg. De verpleegkundige maakt
vaak ook even een praatje met de zorgvragers om te kijken hoe het met ze gaat. Tussendoor
is er ook een pauze, in de pauze overleggen de verpleegkundige met elkaar. Dit gaat over
hoe het gaat met de zorgvragers, eventuele veranderingen in de zorg van de zorgvragers en
andere bijzonderheden (communicator).
Na de ochtendzorg navigeert de verpleegkundige zich vanuit de pieper, de verpleegkundige
krijgt dan een melding en moet dan zo snel mogelijk naar een zorgvrager toe. Eenmaal
aangekomen bij de zorgvrager beoordeeld de verpleegkundige de situatie, als de zorgvrager
gevallen is kan de verpleegkundige ervoor kiezen om de arts te bellen. De arts kan een
diagnose stellen, dan kan de verpleegkundige het zorgplan daarop aanpassen. Ook kan de
arts zelf actie ondernemen en de valpoli inschakelen (samenwerkingspartner). De
verpleegkundige gaat ook zelf eventuele interventies na, om te voorkomen dat de
zorgvrager vaker gaat vallen (gezondheidsbevorderaar).
Na de ochtend houdt de verpleegkundige zich bezig met het opstellen van zorgplannen, dit is
een plan waarin beschreven wordt wat voor een zorg er nodig gevraagd wordt door de
zorgvrager en hoelang er zorg geleverd mag worden (organisator). Het komt ook voor dat de
verpleegkundige naar een cursus gaat om zijn/haar kennis bij te houden. Ook is het verplicht
voor een verpleegkundige om zijn/haar handelingen af te laten toetsen, om bij te houden of
hij/zij wel bevoegd en bekwaam is (reflectieve EBP-professional).
Een keer per maand is er een teamoverleg, hierin wordt besproken hoe de zorg verbeterd
kan worden per zorgvrager. Er worden verschillende methodes besproken en er wordt
aangegeven wanneer er een vermoeden is, dat er iets verkeerd gaat in de zorgverlening
(professional en kwaliteitsbevorderaar).
4