Hoofdstuk 6 & 7 + verdiepende informatie over ontsteking leer en digestivus -
peritonitis en ileus.
, Hoofdstuk 6. De stofwisseling
Chemische elementen zijn nog kleinere deeltjes dan cellen, die de uiteindelijke moleculen
vormen. een element wordt vaak aangeduid met een letter. De 4 belangrijkste voor ons
lichaam zijn:
- koolstof = C
- waterstof = H
- Zuurstof = O
- stikstof = N
De belangrijkste combinaties van elementen in ons lichaam als bouwstoffen en brandstoffen
zijn:
- water (h2O)
- Eiwitten, opgebouwd uit aminozuren
- vetten, opgebouwd uit vetzuren en glycerol
- koolhydraten, opgebouwd uit enkelvoudige suikers (glucose; C6H12O6)
- Nucleïnezuren (DNA)
- Zuurstof(dioxide) (O2)
- Koolstofdioxide (CO2)
Bouwstofwisseling (anabolisme) en energiestofwisseling (katabolisme)
Naast cellen zijn er ook een aantal stoffen zijn nodig, zoals spijsverteringssappen en
hormonen. om deze te bouwen en produceren heeft het lichaam bouwstoffen nodig (met
name eiwitten en mineralen) die het uit de omgeving moet opnemen Voor dit proces is
energie nodig. deze energie wordt verkregen via de verbranding van energierijke stoffen;
brandstoffen. De belangrijkste brandstoffen voor ons lichaam zijn vetten en koolhydraten. Bij
deze verbranding ontstaat energie en warmte, welke we gebruiken om onze
lichaamstemperatuur constant te houden. aërobe verbranding is met zuurstof, waarbij veel
energie vrijkomt met de afvalstoffen Co2 en H20. Bij anaerobe verbranding is geen zuurstof,
weinig energie en de afvalstof melkzuur.
Assimilatie is het opbouwen van materiaal uit bouwstoffen (kleine moleculen) tot nieuwe
cellen en allerlei stoffen.
Dissimilatie: de afbraak van brandstoffen (verbranding, opgebruiken).
Anabolisme / bouwstofwisseling is het proces van assimilatie waarbij enegrie (KJ, kilojoules)
wordt verbruikt. Doel is bouw van nieuw materiaal, door gebruik van energie en bepaalde
bouwstoffen.
Katabolisme / energiestofwisseling / afbraakstofwisseling is het proces van dissimilatie,
waarbij energie, warmte en afvalstoffen ontstaan (brandstoffen). doel is het leveren van
energie voor de bouwstofwisseling en warmte voor behoud van de lichaamstemperatuur.