Hoofdstuk 1: De criminologische wetenschap: inleidende beschouwingen
0. Ontstaan van de richting Criminologie
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
● Eerst voorkomen: Garafello (IT): gebruikte als 1e het woord criminologia (> crimen: misdrijf)
● Na eerste wereld oorlog: ontstaan van geograniseerd misdaad ‘vereninging van misdadigers’
○ Men kreeg Intresse in
■ Wapenhandel
■ Valsmunterij
■ Slavinnen handel (nu: mensensmokkel)
○ Probleem politie was hier niet tegen opgeweassen
○ Oplossing:
■ Nieuwe politie dienst: GPP (Gerechterlijk Politie)
■ Ondersteuning politiedienst: Interpol
● = uitwisselingsorganisatie wnr politie vragen heeft over
● vb. crimineel uit ander land → vragen aan interpol
■ Aanwervingsvoorwaarde bij de politie:
● Humaniora opleiding (hogere stand)
● Bijkomende opleidng vanaf 1920: school vr criminologen (bijscholen)
● 10 mei 1938:
○ Nico Gunzburg + Jules Simon kwamen met voorstel voor instituut voor criminologie
○ Dit werd later school → vakgroepen
1
, 1. Criminaliteit in de Samenleving
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1.1. Criminaliteit in de Media: Een overzicht van beeldvorming, percepties en berichtgeving
● Media → Men vormt een beeld v. criminaliteit
○ MAAR: Niet altijd juist
○ Sinds zaak Marc Dutroux → Media-aandacht criminaliteit ↗
● Wie komt er aan bod?
○ Finnanciele economische criminaliteit
■ vb. witwassen: crimineel geld in de markt brengen
○ Internationale criminaliteit
1.2. Criminaliteit in de Literatuur
In cold Blood
● Inleiding
○ Titel: “In koelen bloeden”
○ Schrijver: Truman Capote (met hulp van jeugdvriendin Harper Lee)
○ Publicatiedatum: 1966
○ Inhoud: Meervoudige moord + haar gevolgen → Gelijkaardige zaak in België (moord op gezin)
○ Genre: Non-fictieroman - ‘true crime novel’ - faction
● Inhoud
○ 5 vragen van criminologsiche relatie: toepasbaar op dit verhaal
■ Wat: Roofmoord (moord plegen (‘shotgun’) met als doel een buit (80USD) te stelen) + poging tot
verkrachting
■ Daders: Samen, maar beschuldigen elkaar
■ Slachtoffers: boerengezin (Herbert, Kenyon, Bonnie, Nancy Clutter)
→ De oudere dochters w niet vermoord (niet thuis)
■ Reactie: invloed op klein stadje
● Daders
○ Dick Hickock (28j):
○ Perry Smith (vermoedelijke schutter)
● Rechtzaak:
○ 1960 in Finney County Courthouse (Garden City)
○ Pleiten ontoerekeingsvatbaarheid (geen controle, niet bewust)
○ Veroordeeld tot doodstraf (ophaning)
■ Wachten in ‘death row’ tot executie
Recht op een antwoord (België)
● Schrijver: Roger Van De Velde
○ Journalist “De nieuwe gazet”
■ Heeft intresse in mensen die afwijken vd maatschappij
■ Bezoek begijnengevangenis (Antwerpen)
■ Verslavingsproblemen, alchol, nicotine, Palfium (pijnstiller voor maagzweren)
● → Dokter wilt nt meer voorschrijven → pleegt msidrijf: valsheid in geschriften, diefstal
■ Advocaat pleit ontoerekeningsvatbaar
● Gevolg: Internering (juridsiche veligheidsmaatregel opgelegd aan dader voor veiligheid
vd maatcshappij)
■ Recidiveren: steeds opneiuw misdrijven plegen
● Kwam in versch. gevangenissen terecht: (altijd voor korte periodes)
● Nico Gunzburg (advocaat): start campgane → Van de velde komt vrij
1. Defenities CRIMINOLOGIE
2
,-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1. Eerste soort defenitie
Wetenschap
● Jonge wetenschap
● Gedoceerd aan universiteiten (6)
Kennisobject
→ wat intresseerd criminologen, wat bestudeerd men in de criminologie
● Criminaliteit
○ Juridisch begrip: misdrijf
○ 3 grote groepen (ernst):
■ Overtredingen (politie rechtbank) vb. nachtlawaai, dronkensch
■ Wanbedrijven (correctionele rechtbank) vb. fraude, diefstal
■ Misdaden (hof van Assissen) vb. moord, verkrachting
● Deviantie
○ = Afwijken van de norm
○ Sociologische begrip → evolueerd doorheen de tijd
● Overlast
○ = Gerdag dat normale burger nt stelt
○ Onderscheid:
■ Strafbare overlast (boete)
● vb. sluikstorten, nachtlawaai
■ Niet strafbare overlast
● vb. hangjongeren
● Strafrechtbedeling / strafrechtsketen
○ = Reactie op criminaliteit
■ Wetgever / Parlement:
● Taak: beslist of een bepaalde geraging (iets doen) onthouding (iets nt doen) strafbaar
w getseld. (politieke beslissing)
● (de)criminaliseren
○ criminaliseren: gedrag w strafbaar
○ decriminaliseren: gedrag dat strafbaar was w nt mr strafbaar
■ Politie / rechtbank:
● Taak: spoort dader op, maakt proces verbaal
● 2 systemen:
○ Opsporingsonderzoek:
■ → olv. procureur des Konings
○ Gerechterlijk onderzoek:
■ → olv. onderzoeksrechter
■ Parket / Openbare ministerie:
● Taak: straf vorderen (openbaar maken) en strafuitvoering (het uitvoeren van de straf)
● Terminologie:
○ Strafkunde: de leer van het straffen
○ Penologie = soort strafkunde
○ Strafuitvoeringsrechtbank: leggen regels op aan vervroegd vrigekomen
gevangene
Theorievormen
→ waar haalt men kennis?
● Recht: artikels
● Psychologie: afwijkend gedrag
● Sociologie: interacties tussen groepen en of indiviuen bestuderen vb. bendes
● Geschiedenis: wrm is iets vndg strafbaar en vroeger niet?
● Economie
● Culturele studies: vb. grafitti
Methodologie
→ bronnen, waar kunnen we kennis vinden?
● = methode om nieuwe crim kennis te zoeken en wetensch waarheid in de markt, wetenschap te zetten
○ ↗quantitatieve methode: statistieken
○ ↘qualitatieve methode: intervieuw
3
, 2. Tweede soort defenitie
Wetenschap
met eigen methodologie
Criminologsiche relatie
● = Volgende 5 vragen vormen samen criminologische relatie
1. Criminaliteit:
■ Wat is criminaliteit / welke criminaliteit wilt men bestuderen?
2. Dader:
■ Wie of wat is de dader?
■ Onderscheid: dader - mededader - medeplichtige
■ Status criminaliteit: je moet als dader, mededadiger, medeplichtige een bep. status hebben om
een juridische misdaad te plegen
● Voorbeeld:
○ Vroeger:
■ Man die werd veroordeeld voor verkrachting = verkrachting
■ Vrouw die werd veroordeeld voor verkrahting = schending vd
eerbaarheid
○ Nu: Een vrouw kan ook een verkrachting plegen
3. Slachtoffer:
■ Wie is het Slachtoffer?
■ Slachtoffer: moet bep. status hebben
4. Ethiologie / oorzakenleer:
■ Waarom plegen mensen (geen) criminaliteit?
5. Reactie:
■ Wat is de reactie op criminaliteit?
■ → veel actoren zijn hier actief (politie, openbaar ministerie, rechtbanken)
● Factoren die bijdrage tot criminaliteit:
○ Individualiteit: oorzaak bij het individu
○ Socialiteit door interacties met anderen
■ Nature: aangeboren
■ Nurture: opvoeding
■ culture: omgeving
○ Cultuur: alles wat er gebeurd in de samneleving, overheid, economische omstandigheden
○ Structuur: maatschappelijke macht
● Vroeger: Men sprak eerder over “Criminele antropologie”
○ = lichamelijke kenmerken, biologie, lichaamsbouw bekijken om crimainaltietit te verklaren
○ Kritiek: vanuit Frankrijk (Franse milieuschool → men moet niet alles aan biologie toekennen, maar ook
naar het mileu, omgeving kijken)
■ Debat: nature vs. nurture
4
0. Ontstaan van de richting Criminologie
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
● Eerst voorkomen: Garafello (IT): gebruikte als 1e het woord criminologia (> crimen: misdrijf)
● Na eerste wereld oorlog: ontstaan van geograniseerd misdaad ‘vereninging van misdadigers’
○ Men kreeg Intresse in
■ Wapenhandel
■ Valsmunterij
■ Slavinnen handel (nu: mensensmokkel)
○ Probleem politie was hier niet tegen opgeweassen
○ Oplossing:
■ Nieuwe politie dienst: GPP (Gerechterlijk Politie)
■ Ondersteuning politiedienst: Interpol
● = uitwisselingsorganisatie wnr politie vragen heeft over
● vb. crimineel uit ander land → vragen aan interpol
■ Aanwervingsvoorwaarde bij de politie:
● Humaniora opleiding (hogere stand)
● Bijkomende opleidng vanaf 1920: school vr criminologen (bijscholen)
● 10 mei 1938:
○ Nico Gunzburg + Jules Simon kwamen met voorstel voor instituut voor criminologie
○ Dit werd later school → vakgroepen
1
, 1. Criminaliteit in de Samenleving
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1.1. Criminaliteit in de Media: Een overzicht van beeldvorming, percepties en berichtgeving
● Media → Men vormt een beeld v. criminaliteit
○ MAAR: Niet altijd juist
○ Sinds zaak Marc Dutroux → Media-aandacht criminaliteit ↗
● Wie komt er aan bod?
○ Finnanciele economische criminaliteit
■ vb. witwassen: crimineel geld in de markt brengen
○ Internationale criminaliteit
1.2. Criminaliteit in de Literatuur
In cold Blood
● Inleiding
○ Titel: “In koelen bloeden”
○ Schrijver: Truman Capote (met hulp van jeugdvriendin Harper Lee)
○ Publicatiedatum: 1966
○ Inhoud: Meervoudige moord + haar gevolgen → Gelijkaardige zaak in België (moord op gezin)
○ Genre: Non-fictieroman - ‘true crime novel’ - faction
● Inhoud
○ 5 vragen van criminologsiche relatie: toepasbaar op dit verhaal
■ Wat: Roofmoord (moord plegen (‘shotgun’) met als doel een buit (80USD) te stelen) + poging tot
verkrachting
■ Daders: Samen, maar beschuldigen elkaar
■ Slachtoffers: boerengezin (Herbert, Kenyon, Bonnie, Nancy Clutter)
→ De oudere dochters w niet vermoord (niet thuis)
■ Reactie: invloed op klein stadje
● Daders
○ Dick Hickock (28j):
○ Perry Smith (vermoedelijke schutter)
● Rechtzaak:
○ 1960 in Finney County Courthouse (Garden City)
○ Pleiten ontoerekeingsvatbaarheid (geen controle, niet bewust)
○ Veroordeeld tot doodstraf (ophaning)
■ Wachten in ‘death row’ tot executie
Recht op een antwoord (België)
● Schrijver: Roger Van De Velde
○ Journalist “De nieuwe gazet”
■ Heeft intresse in mensen die afwijken vd maatschappij
■ Bezoek begijnengevangenis (Antwerpen)
■ Verslavingsproblemen, alchol, nicotine, Palfium (pijnstiller voor maagzweren)
● → Dokter wilt nt meer voorschrijven → pleegt msidrijf: valsheid in geschriften, diefstal
■ Advocaat pleit ontoerekeningsvatbaar
● Gevolg: Internering (juridsiche veligheidsmaatregel opgelegd aan dader voor veiligheid
vd maatcshappij)
■ Recidiveren: steeds opneiuw misdrijven plegen
● Kwam in versch. gevangenissen terecht: (altijd voor korte periodes)
● Nico Gunzburg (advocaat): start campgane → Van de velde komt vrij
1. Defenities CRIMINOLOGIE
2
,-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1. Eerste soort defenitie
Wetenschap
● Jonge wetenschap
● Gedoceerd aan universiteiten (6)
Kennisobject
→ wat intresseerd criminologen, wat bestudeerd men in de criminologie
● Criminaliteit
○ Juridisch begrip: misdrijf
○ 3 grote groepen (ernst):
■ Overtredingen (politie rechtbank) vb. nachtlawaai, dronkensch
■ Wanbedrijven (correctionele rechtbank) vb. fraude, diefstal
■ Misdaden (hof van Assissen) vb. moord, verkrachting
● Deviantie
○ = Afwijken van de norm
○ Sociologische begrip → evolueerd doorheen de tijd
● Overlast
○ = Gerdag dat normale burger nt stelt
○ Onderscheid:
■ Strafbare overlast (boete)
● vb. sluikstorten, nachtlawaai
■ Niet strafbare overlast
● vb. hangjongeren
● Strafrechtbedeling / strafrechtsketen
○ = Reactie op criminaliteit
■ Wetgever / Parlement:
● Taak: beslist of een bepaalde geraging (iets doen) onthouding (iets nt doen) strafbaar
w getseld. (politieke beslissing)
● (de)criminaliseren
○ criminaliseren: gedrag w strafbaar
○ decriminaliseren: gedrag dat strafbaar was w nt mr strafbaar
■ Politie / rechtbank:
● Taak: spoort dader op, maakt proces verbaal
● 2 systemen:
○ Opsporingsonderzoek:
■ → olv. procureur des Konings
○ Gerechterlijk onderzoek:
■ → olv. onderzoeksrechter
■ Parket / Openbare ministerie:
● Taak: straf vorderen (openbaar maken) en strafuitvoering (het uitvoeren van de straf)
● Terminologie:
○ Strafkunde: de leer van het straffen
○ Penologie = soort strafkunde
○ Strafuitvoeringsrechtbank: leggen regels op aan vervroegd vrigekomen
gevangene
Theorievormen
→ waar haalt men kennis?
● Recht: artikels
● Psychologie: afwijkend gedrag
● Sociologie: interacties tussen groepen en of indiviuen bestuderen vb. bendes
● Geschiedenis: wrm is iets vndg strafbaar en vroeger niet?
● Economie
● Culturele studies: vb. grafitti
Methodologie
→ bronnen, waar kunnen we kennis vinden?
● = methode om nieuwe crim kennis te zoeken en wetensch waarheid in de markt, wetenschap te zetten
○ ↗quantitatieve methode: statistieken
○ ↘qualitatieve methode: intervieuw
3
, 2. Tweede soort defenitie
Wetenschap
met eigen methodologie
Criminologsiche relatie
● = Volgende 5 vragen vormen samen criminologische relatie
1. Criminaliteit:
■ Wat is criminaliteit / welke criminaliteit wilt men bestuderen?
2. Dader:
■ Wie of wat is de dader?
■ Onderscheid: dader - mededader - medeplichtige
■ Status criminaliteit: je moet als dader, mededadiger, medeplichtige een bep. status hebben om
een juridische misdaad te plegen
● Voorbeeld:
○ Vroeger:
■ Man die werd veroordeeld voor verkrachting = verkrachting
■ Vrouw die werd veroordeeld voor verkrahting = schending vd
eerbaarheid
○ Nu: Een vrouw kan ook een verkrachting plegen
3. Slachtoffer:
■ Wie is het Slachtoffer?
■ Slachtoffer: moet bep. status hebben
4. Ethiologie / oorzakenleer:
■ Waarom plegen mensen (geen) criminaliteit?
5. Reactie:
■ Wat is de reactie op criminaliteit?
■ → veel actoren zijn hier actief (politie, openbaar ministerie, rechtbanken)
● Factoren die bijdrage tot criminaliteit:
○ Individualiteit: oorzaak bij het individu
○ Socialiteit door interacties met anderen
■ Nature: aangeboren
■ Nurture: opvoeding
■ culture: omgeving
○ Cultuur: alles wat er gebeurd in de samneleving, overheid, economische omstandigheden
○ Structuur: maatschappelijke macht
● Vroeger: Men sprak eerder over “Criminele antropologie”
○ = lichamelijke kenmerken, biologie, lichaamsbouw bekijken om crimainaltietit te verklaren
○ Kritiek: vanuit Frankrijk (Franse milieuschool → men moet niet alles aan biologie toekennen, maar ook
naar het mileu, omgeving kijken)
■ Debat: nature vs. nurture
4