Mobiliteit
Bovenste lidmaat:
1. Anteflexie
- Uitgangspositie: Zit met de voeten gesteund, armen langs het lichaam afhangend.
- Test: Zo ver als mogelijk naar anteflexie bewegen, onderrug blijft neutraal.
- Meting: Vergelijk de ROM links en rechts.
2. Functionele exo- en endorotatie schouders
- Uitgangspositie: Zit met de voeten gesteund, armen langs het lichaam afhangend.
- Test: Reik met 1 hand zo ver mogelijk achter het hoofd (functionele exorotatie) en
tegelijkertijd met de andere hand zo ver mogelijk achter de rug (functionele endorotatie).
- Meting: Vergelijk de ROM links en rechts. Evalueer ook compensaties thv de scapula!
3. Abductie-exorotatie + TX rotatie
- Uitgangspositie: Zit met de voeten gesteund, de schouders in 90° abductie en maximale
exorotatie.
- Test: Zo ver als mogelijk roteren in beide richtingen, de onderrug blijft neutraal.
- Meting: Vergelijk de rotatie links en rechts.
, Onderste lidmaat:
4. Enkel dorsiflexie
- Uitgangspositie: Beide handen gesteund tegen de muur. De (voorste) voet recht voor de
muur.
- Test: Beweeg met de knie richting de muur met de hiel gesteund op de grond.
- Meting: Meet vanop welke afstand ( X cm) de persoon nog net met de knie tegen de muur
kan tikken met de hiel gesteund op de grond.
5. Heup exo-endorotatie
- Uitgangspositie: Ruglig met beide armen langs het lichaam. 1 been uitgestrekt op de grond.
Het te testen been opgetrokken naar 90° heupflexie en 90° knieflexie.
- Test: Beweeg de voet van het testbeen zo ver mogelijk naar buiten en naar binnen terwijl de
knie boven de heup blijft.
- Meting: X° exo-& endorotatie heup. Let op compensaties lumbaal.
6. Modified Thomas test
- Uitgangspositie: Ruglig met beide handen langs lichaam en beide benen uitgestrekt op de
grond.
- Test: Trek met beide handen de knie van het te testen been zo ver als mogelijk naar de borst,
op voorwaarde dat het heterolaterale been uitgestrekt ontspannen op de grond kan blijven
neerliggen.
- Meting: X° heup flexie. Let op compensaties lumbaal.