100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Nectar boeken biologie, hoofdstuk 2 t/m 21 (zonder hfst 5). Alle stof die je nodig hebt voor je SE's en CE's (van VWO4 t/m VWO6)

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
95
Subido en
14-03-2022
Escrito en
2019/2020

Dit is een samenvatting die ik van de Nectar biologie lesboeken bijgehouden heb van de 4e t/m de 6e klas. Het bevat hfst 2 t/m 21 (alleen 5 ontbreekt) en dekt daarmee alle stof voor de SE's en het CE. Natuurlijk zou ik dit niet als enige gebruiken, maar het is uitgebreid, gaat helder op de stof in en is tevens voorzien van veel plaatjes. Ik heb hiermee mijn examens en SE's gehaald.

Mostrar más Leer menos
Nivel
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Escuela secundaria
Nivel
Grado
Año escolar
6

Información del documento

Subido en
14 de marzo de 2022
Número de páginas
95
Escrito en
2019/2020
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Biologie samenvatting V4 tot V6

Inhoud
● SE1 (4, 6, 7, 19, 20)..............................................................pag. 1
● SE2 (2, 3, 8, 16, 17, 18, 21)................................................. pag. 25
● Extra hoofdstukken eindexamen (9 t/m 15)......................pag. 48




Lisa van Keulen

,SE1 (4, 6, 7, 19, 20)

Hoofdstuk 4 Cel
Bouw van het membraan:
● Dubbellaag van fosfolipiden waarin verschillende
eiwitten ‘drijven’
De celmembraan reguleert het verkeerd van stoffen tussen
buiten en binnen de cel.

Eigenschappen van het membraan zijn:
● Selectief permeabel
● waterafstotend en vettig aan de binnenkant
● waterminnend aan de buitenkant
De fosfolipiden hebben een hydrofiel en hydrofoob deel.
Zuurstof, kooldioxide en in de vetoplosbare moleculen kunnen tussen de fosfolipiden door
bewegen.
● Water en ionen kunnen via porie- of kanaaleiwitten door de membraan heen.
● Grotere moleculen (glucose, ionen) gaan via de transporteiwitten door de membraan
heen.

Ze maken hierbij gebruik van passief en actief transport.
● Passief:
- kost geen energie
- drijvende kracht is concentratieverschil of drukverschil
3 vormen:
a. Diffusie
b. Osmose
c. Gefaciliteerde diffusie
● Actief
- kost energie
- er moet dus zuurstof en brandstof zijn
- drijvende kracht zijn de transporteiwitten en ATP
- tegen concentratieverval in
2 vormen:
a. via transporteiwitten
b. met behulp van blaasjes

Passief
Diffusie:
● Bij vloeistoffen en gassen
● van hoge concentratie deeltjes van een bepaalde stof naar een lage concentratie
deeltjes.
● Gaat door tot een evenwicht ontstaat.
● Door celwand van alle stoffen (permeabel)
De diffusiesnelheid is afhankelijk van het concentratieverschil, de grootte van het oppervlak,
de afstand, temperatuur en de aard van het medium.



1

,Osmose:
● Speciale vorm van diffusie
● waterbeweging door semipermeabele membraan richting hoogste osmotische
waarde
● osmotische waarde is afhankelijk van aantal opgeloste deeltjes
● tussen fosfolipiden door of via porie-eiwitten.

De turgordruk is de druk van de celinhoud op de celwand (van planten, schimmels of
bacteriën). Het celmembraan kan uitzetten, de celwand in principe niet. Turgor wordt
veroorzaakt doordat water door osmose de cel in gaat waardoor het celmembraan uitzet.
Hypertoon = krimpen, te weinig stoffen
Hypotoon = uitzetten, ontstaan turgor, teveel stoffen.
In een dierlijke cel kan dit ook gebeuren. Alleen een dierlijke cel kan knappen (hemolyse) of
krimpen.

Gefaciliteerde diffusie:
● Met behulp van transportenzymen
● Specifiek dus selectief
● Van hoge naar lage concentratie
● Water en ionen

Actief
Via transporteiwitten
● selectief en specifiek
● molecuul bindt zich met transporteiwit en kan dan naar binnen (of buiten)
● glucose, ionen
→ Bijv. Na/K pomp

Met behulp van blaasjes
● Blaasje versmelten met membraan of er worden membraanblaasjes afgesnoerd
● Grote moleculen: eiwitten, vetten, polysachariden
- endocytose (vaste stoffen naar binnen met receptoren)
- exocytose (vaste stoffen naar buiten)
- fagocytose (vaste deeltjes naar binnen)
- pinocytose (vloeistof naar binnen)

Lysosomen
Lysosomen zijn blaasjes vol met afbrekende enzymen die door het golgi-apparaat worden
afgesnoerd. Om dit blaasje zit een membraan. Ze zorgen voor bijv. de vertering van stoffen


Celmembraan De celmembraan is de buitenkant van het
cytoplasma. Dit is een dubbele laag met
poriën. De poriën laten alleen de stoffen
binnen die in de cel nodig zijn. En de poriën
laten allen de stoffen naar buiten die de cel
niet meer nodig zijn.

Celwand De celwand is gemaakt van de stof



2

, cellulose en zorgt samen met de vacuole
voor stevigheid (Turgor). De celwand en de
celmembraan bevatten poriën zodat er
uitwisseling van stoffen tussen de
verschillende cellen kan plaatsvinden.

Celkern De celkern bestaat uit plasma met
daaromheen een membraan In de
membraan zitten poriën zodat er transport
van stoffen mogelijk is. In de kern bevinden
zich de chromosomen. Dit zijn de dragers
van de erfelijke eigenschappen en zij
zorgen voor alles wat er in de cel gebeurd.

Vacuole De vacuole is een blaas in de cel waar
vocht in zit. In het vocht kunnen
verschillende stoffen zijn opgelost, zoals
zouten, glucose. Als de vacuole goed
gevuld is drukt hij tegen de celwand aan.
Dat heet Turgor. Door de Turgor krijgen niet
houten planten hun stevigheid. Is de
vacuole niet goed gevuld zie je dat de plant
slap hangt.

bladgroenkorrels In de bladgroenkorrels vindt de
fotosynthese plaats (het proces waarbij de
plant glucose maakt door middel van licht)

Mitochondriën In de mitochondriën vindt de verbranding
van glucose en vet plaats. Bij verbranding
(met zuurstof) komt energie vrij. Die energie
wordt opgeslagen in een molecuul wat we
ATP noemen. Dit molecuul verlaat het
mitochondrium naar het cytoplasma. In het
cytoplasma kan het ATP zich verplaatsen
naar de plaats waar energie nodig is. Het
ATP geeft de energie af en wordt ADP. Het
ADP molecuul gaat terug naar een
mitochondrium om opnieuw te worden
opgeladen. De energie wordt gebruikt bij de
celmembraan om stoffen door te voeren en
bij de processen in de cel onderdelen die
we nog behandelen.

Ribosomen Ribosomen maken eiwitten uit aminozuren.
Ze krijgen hiervoor een “recept” uit de
celkern. Dit eiwit is dan nog gewoon een 2D
ketting

ER (Endoplasmatisch reticulum) Het Endoplasmatisch reticulum helpt de
ribosomen met de juiste aminozuren en
zorgt voor het transport van de gemaakte
eiwitten naar het Golgi systeem

golgi systeem In deze structuren worden de verschillende


3
$8.96
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
Lisavankeulen1 Universiteit Utrecht
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
89
Miembro desde
4 año
Número de seguidores
68
Documentos
16
Última venta
2 meses hace

4.2

6 reseñas

5
1
4
5
3
0
2
0
1
0

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes