Nederlands
, Opdracht 1:
Utrecht was in tweeën gesplitst
Gelderland was groter
Brabant was groter
Duitsland was erbij betrokken
De Beneluxe was nog samen
Opdracht 2:
‘Het leven van Jezus verschafte niet alleen een voorbeeld voor allen, het regelde ook de
tijdsindeling. De structuur van de middeleeuwse kalender wordt bepaald door de
hoogtepunten uit Jezus' leven: geboorte (Kerstmis), kruisdood (Goede Vrijdag), opstanding
(Pasen), tenhemelopneming (Hemelvaart) en uitstorting van de Heilige Geest (Pinksteren).’
‘Zij wilden hun leven helemaal aan Christus wijden en verkozen daarom het kloosterleven.
Monniken en nonnen probeerden zoveel mogelijk volgens Gods wil te leven door
voortdurend te bidden en te mediteren. Veel meer nog dan in de wereld wordt het
kloosterleven door de liturgie bepaald. Alles draait hier om het gedenken van Jezus en het
navolgen van zijn voorbeeld.’
Opdracht 3:
A) Wie weet waeromme die ganzen bervoets gaan?
-Wie weet waarom de ganzen blootsvoets gaan?
-Alles heeft zo zijn reden
B) Die draghen dwater in deene hant ende in dander tfier, geloef hem niet, daer no hier;
-Geloof nooit iemand die in de ene hand water en de andere hand vuur draagt
- Wees niet lichtgelovig, niet iedereen is je vertrouwen waard
C) Den harinck braden om den roge oft kuyt;
- De haring braden om de hom of kuit
- Iets opofferen om een kleinigheid
D) Hem roeckt niet wiens huys dat brant, als hi hem by de colen wermen mach;
-Hij geeft er niet om wiens huis in brand staat, als hij zich maar aan de gloed kan warmen
-Elk voordeel is meegenomen
E) Niemant en soeckt de anderen in den oven of hi hefter selver in gewest;
-Niemand zoekt de ander in de oven, als hij er zich niet zelf in verstopt heeft
-Alleen wie zelf slecht is, denkt slecht over anderen oftewel: Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn
gasten
F) Onwert dieghene talre stont, die twee tonghen draghen in den mont;
-Wie twee tongen in hun mond dragen, zijn altijd onoprecht
-Onoprecht zijn
G) So ras het hecken van de dam is, lopender de verckens in het koren.
-Zodra het hek van de dam is, lopen de varkens in het koren
-Als er geen toezicht is springen kinderen of ondergeschikten uit de band
, Opdracht 1:
Utrecht was in tweeën gesplitst
Gelderland was groter
Brabant was groter
Duitsland was erbij betrokken
De Beneluxe was nog samen
Opdracht 2:
‘Het leven van Jezus verschafte niet alleen een voorbeeld voor allen, het regelde ook de
tijdsindeling. De structuur van de middeleeuwse kalender wordt bepaald door de
hoogtepunten uit Jezus' leven: geboorte (Kerstmis), kruisdood (Goede Vrijdag), opstanding
(Pasen), tenhemelopneming (Hemelvaart) en uitstorting van de Heilige Geest (Pinksteren).’
‘Zij wilden hun leven helemaal aan Christus wijden en verkozen daarom het kloosterleven.
Monniken en nonnen probeerden zoveel mogelijk volgens Gods wil te leven door
voortdurend te bidden en te mediteren. Veel meer nog dan in de wereld wordt het
kloosterleven door de liturgie bepaald. Alles draait hier om het gedenken van Jezus en het
navolgen van zijn voorbeeld.’
Opdracht 3:
A) Wie weet waeromme die ganzen bervoets gaan?
-Wie weet waarom de ganzen blootsvoets gaan?
-Alles heeft zo zijn reden
B) Die draghen dwater in deene hant ende in dander tfier, geloef hem niet, daer no hier;
-Geloof nooit iemand die in de ene hand water en de andere hand vuur draagt
- Wees niet lichtgelovig, niet iedereen is je vertrouwen waard
C) Den harinck braden om den roge oft kuyt;
- De haring braden om de hom of kuit
- Iets opofferen om een kleinigheid
D) Hem roeckt niet wiens huys dat brant, als hi hem by de colen wermen mach;
-Hij geeft er niet om wiens huis in brand staat, als hij zich maar aan de gloed kan warmen
-Elk voordeel is meegenomen
E) Niemant en soeckt de anderen in den oven of hi hefter selver in gewest;
-Niemand zoekt de ander in de oven, als hij er zich niet zelf in verstopt heeft
-Alleen wie zelf slecht is, denkt slecht over anderen oftewel: Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn
gasten
F) Onwert dieghene talre stont, die twee tonghen draghen in den mont;
-Wie twee tongen in hun mond dragen, zijn altijd onoprecht
-Onoprecht zijn
G) So ras het hecken van de dam is, lopender de verckens in het koren.
-Zodra het hek van de dam is, lopen de varkens in het koren
-Als er geen toezicht is springen kinderen of ondergeschikten uit de band