samenvatting algemene psychologie

Algemene Psychologie:

Hoofdstuk 1: geest, gedrag en psychologische wetenschap
Psychologie:
= Psyche + logos = zielkunde/geestkunde
= Wetenschap van het gedrag en de geestelijke processen, die uit vele, soms tegenstrijdige, tradities
is ontstaan.
Misvattingen:
 Niet uitsluitend diagnose en therapie van mentale stoornissen en problemen (ook positieve
psychologie)
 Slechts een kleine minderheid beoefent psychoanalyse (cfr. Freud)
 Is geen psychiatrie (psychologen zijn geen gespecialiseerde artsen die geneesmiddelen
mogen voorschrijven)
Soorten psychologen:
 Bachelor in de toegepaste psychologie
 Master in de psychologie
 Arbeids- en organisatiepsychologen
 Klinisch Psychologen
 Schoolpsychologen
 Gezondheidspsychologen
 Experimenteel psychologen
Specialisaties psychologie:
 Zowel experimenteel als praktijk
 Sport
 Forensisch
 Omgeving
 Gerontologie
Evidence based practise:
 Vraag en situatie van persoon
 Vaardigheden en ervaring psycholoog
 Externe evidentie uit onderzoek
Bias:
= Vooroordeel, vervorming of vertekening van een situatie, meestal op basis van persoonlijke
ervaringen en waarden
 Verschillende soorten:
 Emotionele bias
 Confirmation bias
 Expectancy bias (zie ook: dreiging van stereotiepen)
 Wetenschappelijke methode IN PRAKTIJK!




1

,6 belangrijkste perspectieven in psychologie:
= Zes belangrijke perspectieven domineren het snel veranderende veld van de moderne psychologie.
Al deze perspectieven zijn voortgekomen uit radicaal nieuwe ideeën over geest en gedrag.
1. Biologisch perspectief
= scheiding tussen de spirituele geest en het fysieke lichaam
 Zenuwstelsel
 Hormoonstelsel
 Genetica
 Fysieke kenmerken
 2 variaties:
a) Neurowetenschap
b) Evolutionaire psychologie
1. Cognitief perspectief
 Mentale processen: gedachten, leren, geheugen en perceptie
 De geest als computerachtige machine
 Hoe emotie en motivatie, gedachten en perceptie beïnvloeden
 De wetenschappelijke methode kan worden gebruikt om de geest te bestuderen
= introspectie.
 Soorten:
a) Structuralisme = onderzoeken de meest elementaire ‘structuren’/onderdelen van de geest
b) Gestaltpsychologie = bewustzijnservaringen zijn meer dan de som van de delen
c) Functionalisme (William James) = psychische processen worden best begrepen vanuit hun
adaptieve nut en functie
1.Behavioristisch perspectief
 Leren
 Beheersing van gedrag door de omgeving
 Stimuli en responsen niet op mentale processen
 Wetenschap van het gedrag en de omstandigheden in de omgeving die het gedrag
beïnvloeden.
 Observeerbaar gedrag is betrouwbaar, niet de onzichtbare mentale processen.
 Handelen wordt gevormd door de gevolgen ervan.
 Vermogen om te leren door invloed van de omgeving.




2

, 1. Whole person perspectief
 Het psychodynamische perspectief, dat zich richt op onbewuste motivatie en psychische
stoornissen.
 Het humanistische perspectief, dat zich toelegt op geestelijke gezondheid en menselijk
potentieel.
 Het perspectief van karaktertrekken en temperament, dat persoonskenmerken en
individuele verschillen benadrukt.
 Soorten:
 Humanistische psychologie= Mens met vrije wil die keuzes kunnen maken en zo hun leven
beïnvloeden.
 Positieve psychologie= Wil bijdragen aan het geluk en welzijn van mensen.
 Psychologie van karaktertrekken en temperament= Verschillen tussen mensen ontstaan uit
verschillen in stabiele kenmerken en neigingen, die karaktertrekken en temperamenten
worden genoemd.
 Psychoanalyse als medische techniek om psychische stoornissen te behandelen:
droomanalyse, versprekingen en vrije associatie.
1. Ontwikkelingsperspectief
 Veranderingen in psychologisch functioneren tijdens het leven
 Erfelijkheid en omgeving
 Nature en nurture= Mensen veranderen op voorspelbare wijze naarmate de invloeden van
erfelijkheid en omgeving zich in de loop van de tijd ontplooien.
1. Sociocultureel perspectief
 Sociale invloeden op gedrag en mentale processen.
 Hoe individuelen functioneren in groepen
 Culturele verschillen
Holistisch beeld:




Informatie verkrijgen:
Zoals onderzoekers in alle andere domeinen, gebruiken psychologen de wetenschappelijke methode
om hun ideeën/hypothesen empirisch te toetsen.




3