Verpleegkundige methodiek en vaardigheden 6
CIRCULATIE
1. Bewaken en ondersteunen / overnemen van de centrale circulatie
Elektrische activiteit van het hart
- de elektrische activiteit van het hart verloopt volgens gekende banen, waardoor een
voorspelbaar golftracé kan gemeten worden
- de klassieke gangmaker (pacemaker) van de elektrische sturing is de sinusknoop, het
impuls loopt verder over de atrio-ventriculaire overgang, om vervolgens langs de bundel
van His bij de vezels van Purkinje terecht te komen en zich te verspreiden over de beide
ventrikels
- met de evolutie van de technologie op het vlak van elektronica is het “hart lmpje” een wijd
verspreid basisinstrument geworden voor diagnostiek
- de P-top toont de activiteit van de atria
- elektrische activiteit die uitgaat van de sinusknoop en zich verspreidt
over de voorkamers
- het (Q)RS complex toont de elektrische weergave van de
ventrikelactiviteit
- de elektrische activering van de hartkamers
- het ST-segment brengt de repolarisatiefase in beeld
- T-top : terugkeer van de hartspier tot een elektrische rusttoestand,
waarna opnieuw een activatiegolf in de sinusknoop kan beginnen
- —> deel tussen P en QRS weerspiegelt de geleidingst d tussen
voorkamers en kamers
- Stappenplan geleidingssysteem !
- Sinusknoop
- AV knoop
- bundelstam van His
- Linker en rechter tak
- Purkinje vezels
Elektrische geleidingssysteem
- elektrische lading is een belangrijke eigenschap van protonen en elektronen —> het
ontstaat als het aantal elektronen verschillend is van het aantal protonen
- protonen zijn positief geladen
- elektronen zijn negatief geladen
- potentiaalverschil (spanning) = spanningsverschil tussen ladingen
- tussen een ladingsverschil (potentiaalverschil) bestaat de neiging om een elektrische
stroom te laten ontstaan —> elektrische stroom wordt verklaard door een
elektronenstroom : de stroomrichting wordt weergegeven van de meest positieve lading
naar de meest negatieve lading (relatief) —> de stroomrichting gaat dus van de positieve
pool naar de negatieve pool (of minder positieve pool)
- elektrische lading en stoomsterkte kunnen gemeten worden met aangepaste toestellen
- sto en bieden op verschillende wijze weerstand aan de doorgang van elektrische stroom.
- hoge weerstand = lage geleiding
Pagina 1 van 52
ff ij fi
, - lage weerstand = hoge geleiding
- bv. aqua destillata is een slechte geleider voor elektriciteit, als er elektrolyten opgelost zijn
in het water (gewoon huishoudelijk water), wordt het een goede geleider
- bv. lucht is een slechte geleider; maar als de spanning hoog genoeg is kan toch een
stroom ontstaan (bliksem, vonken)
- geneeskunde —> effectieve geleiding tussen toestellen en het huidoppervlak (heelkunde,
de brillatie, diagnostische metingen, …)
Polarisatie
- myocard (hartspier) bestaat uit verschillende myo brillen
- myo brillen —> contractiele elementen opgebouwd uit lange eiwitketens van de eiwitten
myosine en actine, door Ca+ binding op de actiestreng kan de binding met myosine tot
stand komen —> hierdoor ontstaat de contractie van de sarcomeren
- gepolariseerd = elektrisch geladen = rusttoestand (- 90 mV)
- depolarisatie = ontladingen
- myo brillen trekken samen (systole) onder Ca+ in ux als een golf over alle spiervezels
- repolarisatie = opnieuw negatief laden
- myo brillen ontspannen (diastole)
- depolarisatie + repolarisatie = actiepotentiaal van het hart
Potentiaal
- potentiaal = potentiele energie van een geladen lichaam (afhankelijk van Na+ en K+)
- membraanpotentiaal = potentiaal verschil tussen intracellulaire (IC) en extracellulaire (EC)
ruimte van een cel
- kan wijzigen onder invloed van een chemische of elektrische prikkel
- actiepotentiaal = zeer snelle veranderingen van membraanpotentiaal
- dit is het gevolg wanneer een orgaan in werking is
- elektrische signalen worden continu overgezet van de ene cel naar de andere
Elektrofysiologie van de hartspiercel
- hartspiercel in rust
- intracellulair (IC) —> meer kaliumionen (K+), veel anionen (negatieve ionen)
- extracellulair (EC) —> meer natriumionen (Na+)
- dit verschil in ionensamenstelling maakt dat de cel een positieve potentiaal heeft aan
de buitenkant ten opzichte van een negatieve potentiaal aan de binnenkant
- —> dit potentiaalverschil tijdens een bepaalde periode in de hartcyclus =
polarisatiefase
- bij de ontlading van een prikkel (bv. vanuit de sinusknoop) ontstaat er een verandering in
de doorlaatbaarheid van de celwad
- —> celwand laat Na+ door naar intracellulair
- positieve ionen gaan naar intracellulair en doen dus de polariteit veranderen (—> polariteit
keert om)
- extracellulair wordt nu negatief ten opzichte van een positieve lading intracellulair
- —> de buitenzijde van de cel ondergaat een potentiaalverandering = depolarisatie
- er ontstaat instroom van calciumionen naar intracellulair, hierdoor kan de spier
samentrekken, gezonde hartspiercellen contraheren als gevolg van depolarisatie
- is er geen depolarisatie van de spier, dan is er ook geen spiercelcontractie mogelijk
- de permeabiliteit van celmembraan verandert
- er gaat kalium (K+) naar buiten om te neutraliseren
- de natriumpompen stuwen het natrium (Na+) weer naar extracellulair en er gaat weer
K+ naar binnen
Pagina 2 van 52
fi fi fl fi
, - de polariteit verandert opnieuw
- cel aan de buitenkant vertoont terug een positieve lading en aan de binnenkant een
negatieve lading —> oorspronkelijke situatie = repolarisatiefase of herstelfase
- de herstelfase gaat niet samen met fysieke processen in het hart (ook niet mer relaxatie
van de hartspiercellen), het is een puur elektrisch verschijnsel waarbij de rustpotentiaal
wordt hersteld
- onmiddellijk na depolarisatie is er geen nieuwe depolarisatie mogelijk = refractaire periode
(= niet gevoelige periode)
- spiercellen moeten eerst repolariseren om bij een nieuwe prikkel terug te kunnen
depolariseren
- dit zorgt ervoor dat de hart(spier)contractie de uitstoot van bloed (ejectie slagvolume) en
de vulling van de kamers kan voltooien
- er is tijd nodig voor een optimale vulling en e ectieve uitstoot
- in de refractaire periode laten hartspiercellen zich niet ‘prikkelen tot activiteit’ omdat deze
tijd nodig is om het evenwicht in de cel te normaliseren
- chronotroop = invloed op ritme
- inotroop = invloed op concentratiekracht
- er bestaat ook nog bathmotroop en dromotroop
- indien er een nieuwe prikkel tijdens de repolarisatiefase zou optreden is dit een mogelijke
oorzaak van ritmestoornissen
- de repolarisatiefase is de vulnerable of kwetsbare fase —> omdat het hart zichzelf aan
het herstellen is en het dus zou verstoord worden indien er een extra elektrische prikkel
zou optreden
ECG = gra sche weergave van de elektrische activiteit (van de hartspier)
- P-tot = weergave van onze atriale depolarisatie
- QRS-complex —> ventrikels depolariseren
- atriale repolarisatie vindt plaats tijdens de ventriculaire depolarisatie —> signaal is minder
sterk en verdwijnt onder ons QRS complex
- T-top —> ventriculaire repolarisatie
- in rust is de binnenkant van de spiercel negatief geladen
- bij depolarisatie wordt de lading positief : er ontstaat een stroompje
- bij de eerste Natrium instroom, en daarna de Calcium die meegaat gaat, gaat de spier
contraheren
- Kalium komt naar buiten en de actiepotentiaal komt tot stand
Pagina 3 van 52
fi ff
, - elke spiercel die depolariseert geeft een zeer klein elektrisch stroompje af, vele spiercellen
die gelijktijdig depolariseren geven meer potentiaal af —> deze potentiaalveranderingen
kunnen gemeten worden
Polariteit = richting
- elektrische impulsen worden gekenmerkt door een stoomrichting
- deze richting kan voorgesteld worden door een vector —> vectoren bieden topogra sch
inzicht op het hart
- gecombineerde tracés van verschillende a eidingen zullen karakteristiek zijn voor
bepaalde zones op de hartspier
- een positieve golf betekent dat het signaal naar het meetpunt toe loopt
- een negatieve uitslag toont aan dat het signaal zich verwijdert van het meetpunt
- de perifere a eidingen zijn bipolaire metingen (tussen 2 elektroden)
- de pericordiale a eidingen zijn unipolaire metingen (1 elektrode)
Belangrijk :
- uitwisseling van ionen over het celmembraan zorgen voor elektrische potentiaalverschillen
en spieractivatie
- deze membraanpotentialen worden doorgegeven aan volgende cellen, zodat een
elektrische stroom kan gemeten worden
- elektrische stroom kan gemeten worden, en de richting ervan bepaald
- dit gegeven kan benut worden voor diagnostische meting (ECG)
- toedienen van (externe) elektrische stroom zal spieractiviteit uitlokken
Pagina 4 van 52
fl fl fl fi
Los beneficios de comprar resúmenes en Stuvia estan en línea:
Garantiza la calidad de los comentarios
Compradores de Stuvia evaluaron más de 700.000 resúmenes. Así estas seguro que compras los mejores documentos!
Compra fácil y rápido
Puedes pagar rápidamente y en una vez con iDeal, tarjeta de crédito o con tu crédito de Stuvia. Sin tener que hacerte miembro.
Enfócate en lo más importante
Tus compañeros escriben los resúmenes. Por eso tienes la seguridad que tienes un resumen actual y confiable.
Así llegas a la conclusión rapidamente!
Preguntas frecuentes
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
100% de satisfacción garantizada: ¿Cómo funciona?
Nuestra garantía de satisfacción le asegura que siempre encontrará un documento de estudio a tu medida. Tu rellenas un formulario y nuestro equipo de atención al cliente se encarga del resto.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chlovanhoenacker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for $12.07. You're not tied to anything after your purchase.