TENTAMEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT VT EN AD SFD 2019-2020
VERSIE 6
Naam student: Florine Briët
Studentnummer: (verborgen voor prive redenen)
Deze toets bestaat uit open vragen, welke gemotiveerd dienen te worden beantwoord. Motiveer uw
antwoorden door het vermelden van toepasselijke wetsartikelen. Pas deze wetsartikelen waar mogelijk
toe op de casus. Vergeet niet af te sluiten met het antwoord op de gestelde vraag. Voor de volledigheid
zijn de nieuwe wetartikelen over de partneralimentatie, die nog niet zijn opgenomen in uw
wettenbundel, aan dit tentamen toegevoegd.
Het antwoord op de vraag typt u onder de vraag. Dat antwoord zal worden beoordeeld door de docent.
Het Wordbestand uploadt u voor het verstrijken van de deadline in Gradework.
Veel succes!
1
, Casus Vera (40 punten)
Vraag 1 (10 punten)
Leonardo wil trouwen met zijn nicht Tanya. Zij is de dochter van zijn tante Kirsten. Tante Kirsten is de zus van
de moeder van Leonardo. Is het mogelijk dat Leonardo en Tanya met elkaar trouwen? Motiveer het antwoord.
Antwoord vraag 1:
Onderwerp: huwelijk tussen derde of vierde graads bloedverwanten
Artikel: art. 1:41a jo. 1:3 lid 1 BW
Rechtsvoorwaarden:
1. Een huwelijk mag niet worden gesloten tussen hen die elkander als bloedverwanten bestaan in derde of
vierde graad,
2. Tenzij de aanstaande echtgenoten bij de ambtenaar van de burgerlijke stand ieder een beëdigde
verklaring afleggen, dat zij hun vrije toestemming voor het huwelijk geven.
Toepassing op de casus:
Aangezien Leonardo en Tanya bloedverwant van elkaar zijn in de vierde graad, omdat er volgens art 1:3 lid 1
BW vier geboortes tussen hen zitten, mogen zij in eerste instantie niet trouwen tenzij zij beide een beëdigde
verklaring afleggen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, dat zij vrije toestemming geven voor dit huwelijk.
In dat geval mag het huwelijk wel plaatsvinden.
Conclusie:
Ja het is mogelijk dat Leonard en Tanja trouwen maar alleen als zij een beëdigde verklaring hebben aflegt bij
de ambtenaar van de burgerlijke stand, dat zij instemmen met het huwelijk.
Vraag 2 (5 punten)
Leonardo trouwt uiteindelijk met Vera op 1 mei 2019. Zij hebben geen huwelijkse voorwaarden gemaakt. Vera
had een schuld van 7.500 euro bij de bank voordat ze Leonardo leerde kennen. Valt deze schuld nu in de
huwelijksgemeenschap? Motiveer het antwoord.
Antwoord vraag 2:
Onderwerp: gemeenschap van goederen
Artikel: art. 1:94 lid 7 BW
Rechtsvoorwaarden:
De gemeenschap omvat:
1. Alle voor het bestaan van de gemeenschap gemeenschappelijke schulden
2. Alle schulden betreffende goederen die voor de gemeenschap aan echtgenoten gezamenlijk toe
behoorden
3. En alle tijdens het bestaan van de gemeenschap gemaakte schulden
Toepassing op de casus:
Aangezien de schuld van Vera is gemaakt voordat ze Leonardo leerde kennen, kan de schuld dus niet aan hun
beide gezamenlijk toebehoren, en is hij ook niet ontstaan over goederen die hen gezamenlijk toe behoren en
kan hij nooit tijden de gemeenschap zijn gemaakt.
Conclusie:
De schulden van Vera vallen dus niet in de huwelijksgemeenschap, aangezien ze niet aan de voorwaarden van
art. 1:94 BW voldoen.
2
VERSIE 6
Naam student: Florine Briët
Studentnummer: (verborgen voor prive redenen)
Deze toets bestaat uit open vragen, welke gemotiveerd dienen te worden beantwoord. Motiveer uw
antwoorden door het vermelden van toepasselijke wetsartikelen. Pas deze wetsartikelen waar mogelijk
toe op de casus. Vergeet niet af te sluiten met het antwoord op de gestelde vraag. Voor de volledigheid
zijn de nieuwe wetartikelen over de partneralimentatie, die nog niet zijn opgenomen in uw
wettenbundel, aan dit tentamen toegevoegd.
Het antwoord op de vraag typt u onder de vraag. Dat antwoord zal worden beoordeeld door de docent.
Het Wordbestand uploadt u voor het verstrijken van de deadline in Gradework.
Veel succes!
1
, Casus Vera (40 punten)
Vraag 1 (10 punten)
Leonardo wil trouwen met zijn nicht Tanya. Zij is de dochter van zijn tante Kirsten. Tante Kirsten is de zus van
de moeder van Leonardo. Is het mogelijk dat Leonardo en Tanya met elkaar trouwen? Motiveer het antwoord.
Antwoord vraag 1:
Onderwerp: huwelijk tussen derde of vierde graads bloedverwanten
Artikel: art. 1:41a jo. 1:3 lid 1 BW
Rechtsvoorwaarden:
1. Een huwelijk mag niet worden gesloten tussen hen die elkander als bloedverwanten bestaan in derde of
vierde graad,
2. Tenzij de aanstaande echtgenoten bij de ambtenaar van de burgerlijke stand ieder een beëdigde
verklaring afleggen, dat zij hun vrije toestemming voor het huwelijk geven.
Toepassing op de casus:
Aangezien Leonardo en Tanya bloedverwant van elkaar zijn in de vierde graad, omdat er volgens art 1:3 lid 1
BW vier geboortes tussen hen zitten, mogen zij in eerste instantie niet trouwen tenzij zij beide een beëdigde
verklaring afleggen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, dat zij vrije toestemming geven voor dit huwelijk.
In dat geval mag het huwelijk wel plaatsvinden.
Conclusie:
Ja het is mogelijk dat Leonard en Tanja trouwen maar alleen als zij een beëdigde verklaring hebben aflegt bij
de ambtenaar van de burgerlijke stand, dat zij instemmen met het huwelijk.
Vraag 2 (5 punten)
Leonardo trouwt uiteindelijk met Vera op 1 mei 2019. Zij hebben geen huwelijkse voorwaarden gemaakt. Vera
had een schuld van 7.500 euro bij de bank voordat ze Leonardo leerde kennen. Valt deze schuld nu in de
huwelijksgemeenschap? Motiveer het antwoord.
Antwoord vraag 2:
Onderwerp: gemeenschap van goederen
Artikel: art. 1:94 lid 7 BW
Rechtsvoorwaarden:
De gemeenschap omvat:
1. Alle voor het bestaan van de gemeenschap gemeenschappelijke schulden
2. Alle schulden betreffende goederen die voor de gemeenschap aan echtgenoten gezamenlijk toe
behoorden
3. En alle tijdens het bestaan van de gemeenschap gemaakte schulden
Toepassing op de casus:
Aangezien de schuld van Vera is gemaakt voordat ze Leonardo leerde kennen, kan de schuld dus niet aan hun
beide gezamenlijk toebehoren, en is hij ook niet ontstaan over goederen die hen gezamenlijk toe behoren en
kan hij nooit tijden de gemeenschap zijn gemaakt.
Conclusie:
De schulden van Vera vallen dus niet in de huwelijksgemeenschap, aangezien ze niet aan de voorwaarden van
art. 1:94 BW voldoen.
2