4 Klimaatbeleid in de praktijk
Start
Opdracht 1 Het groenste eiland ter wereld
a - ligging: voor de westkust van Afrika, ter hoogte van de zuidelijkste punt van Marokko
- kleinste Canarische eiland met ruim 10.000 inwoners
- klimaat: bergachtig eiland en daardoor in het binnenland koeler dan aan de kust;
constante wind vanaf zee zorgt voor gematigde temperatuur; in de zomer vaak droog
- geologische oorsprong: vulkanisch eiland
b 1=I
2=A
3=J
4=K
5=B
6=E
7=D
8=H
9=G
10 = F
11 = C
c Het is een klein eiland, met heuvels en bergen. De windmolens op de heuvels vangen
veel wind die over de vlakke zee flink kan toenemen.
d geothermische energie / aardwarmte
Opdracht 2 Klimaatneutraal Kopenhagen
a ruim 560.000
b in 2025
c stap 1: meer hernieuwbare energie: windenergie, biomassa, zonne-energie
stap 2: meer fietsen
stap 3: hybride bussen
stap 4: oude gebouwen renoveren zodat ze goed geïsoleerd zijn
stap 5: alle nieuwe bouwprojecten worden klimaatneutraal uitgevoerd
stap 6: groene economie
Opdracht 3 Spanje en Frankrijk
De stelling is onjuist. Er wordt wel meer zonne-energie en windenergie opgewekt, maar de
centrales voor kernenergie en hydro-elektriciteit leveren veel meer MW op.
Opdracht 4 Beeldvorming
openingsfoto hoofdstuk 4 gebruik van windenergie om de uitstoot van CO2 te verminderen
openingsfoto paragraaf 4.1 energiebesparing: lichten uit
figuur 4.2 klimaatakkoord bereikt
figuur 4.6 verbod op vervuilende auto’s in Utrecht
openingsfoto paragraaf 4.2 toepassing van zonne-energie voor een autorace
figuur 4.10 winning van windenergie op zee
figuur 4.11 energiewinning door gebruik te maken van het verschil
in zoutconcentratie tussen zoet en zout water
, figuur 4.12 toepassing van suikerriet voor het maken van ethanol
openingsfoto paragraaf 4.3 duurzame energie in een nieuwbouwwijk
4.1 Mondiaal en Europees beleid
Opdracht 1 Earth Hour
a mensen bewust maken van de gevolgen van energieverbruik op de klimaatverandering
Het getal 60 geeft het aantal minuten aan dat de lichten uit zijn.
b Grassroots betekent letterlijk graswortels. Het begrip wordt gebruikt voor politieke
processen die aan de basis worden ontwikkeld. Hierbij worden vaak burgers ingezet die
initiatieven ontwikkelen en beslissingen nemen.
c Het zijn vaak de rijke landen / steden die meedoen aan de actie. Hier is het
energieverbruik het hoogst.
d Twee redenen gevraagd:
1) Deze landen hebben een hoog energieverbruik. Daar willen mensen actie tegen
voeren.
2) De perifere landen hebben een minder hoog energieverbruik / zijn minder goed op
de hoogte van de actie.
Opdracht 2 Het verdrag van Kyoto
a Drie feiten gevraagd:
1) Het Protocol dat in 2012 afliep, is verlengd tot 2020.
2) In 2020 moet de CO2-uitstoot wereldwijd 18% minder zijn ten opzichte van 1990 (doel in 2012
was 5,2%).
3) De Verenigde Staten hebben het verdrag niet bekrachtigd.
4) De emissiereductie die landen kunnen bereiken, is verschillend.
b Eén argument gevraagd vanuit de politieke dimensie:
Nationale wetgeving gaat boven mondiaal gemaakte afspraken.
Eén argument gevraagd vanuit de economische dimensie:
Het economische belang gaat ten koste van het milieu.
c Eén dimensie gevraagd met voorbeeld, bijvoorbeeld:
1) de dimensie natuur: Met de afspraken wordt de aantasting van de natuur
veiliggesteld.
2) de sociale dimensie: Veiligstellen van de leefbaarheid voor toekomstige generaties.
Opdracht 3 Welke landen willen het meest doen?
a Brazilië met een uitstoot van 1.823 megaton CO2 staat op de vijfde plaats van landen die
het meeste doen.
b W-VB1 Bnp per inwoner in landen uit figuur 4.3 studieboek.
Meer dan $ 30.000 $ 10.000 tot $ 30.000 Minder dan $ 10.000
Noorwegen, Zwitserland, V.S., Brazilië, Kazachstan, Mexico, Bhutan, Ethiopië, Costa Rica,
Canada, Singapore, Australië, Chili, Rusland, Zuid-Korea, Zuid-Afrika, Marokko, China,
noordwesten van de EU Japan, Nieuw-Zeeland, India, Indonesië, Peru
Oekraïne, zuidelijk deel van de
EU