Par. 1 Een stroomkring maken
Een stroomkring maken
Om een lampje te laten branden moet je er een elektrische stroom door laten lopen.
Dat lukt alleen, als je een gesloten stroomkring maakt.
Isolerende en geleidende stoffen
Geleiders: stoffen waar elektrische stroom door kan lopen: metalen, koolstof.
Elektrolyt: een geleidende vloeistof: water met zout of zuur.
Isolatoren: stoffen die elektrische stroom niet of slecht doorlaten: plastic, rubber,
glas, lucht.
Schakelaar: hiermee kun je een stroomkring openen of sluiten.
De gloeilamp
In een gloeilamp loopt de stroom door een gloeidraad van het metaal wolfraam.
Hierdoor wordt deze draad heet. Als deze stroom groot genoeg is zal deze draad
licht uitzenden.
Extra
Een diode bestaan uit het materiaal: halfgeleider. De diode is een geleider als de
stroom er in de ene richting doorheen wil en een isolator als de stroom er in
tegenovergestelde richting wil. LED: is een diode die licht geeft als er een stroom
doorheen loopt, dus een vorm van een diode.
, Par. 2 Spanningsbronnen
Batterijen en accu’s
Spanningsbron: altijd nodig om een stroomkring te maken: batterijen, accu’s,
dynamo’s, zonnecellen.
Chemische spanningsbronnen: de spanning wordt opgewekt met behulp van een
scheikundige reactie. Als de stoffen die reageren op zijn, levert de batterij of accu
geen spanning meer. In een chemische spanningsbron heb je altijd:
- twee elektroden: gemaakt van twee verschillende geleidende stoffen;
- een elektrolyt: een geleidende vloeistof.
Dynamo’s en generatoren
Dynamo: hierin wordt de spanning opgewekt door een magneet langs een spoel te
draaien. In de spoel ontstaat dan een wisselspanning.
Stopcontact: hierin wordt de spanning opgewekt door generatoren in een
elektriciteitscentrale.
Generatoren: een soort grote dynamo’s.
Spanning
Spanning = U, spanning wordt gemeten met spanningsmeter.
Volt = V: hierin wordt de grootte van de spanning aangegeven.
Als je weet dat de spanning per batterij los is U=1,5 V. Om een batterij van 6,0 volt te
kunnen maken moet je 4 staafbatterijen van 1,5 volt op de goede manier in serie
schakelen: de min-pool van de ene batterij tegen de plus-pool van de andere batterij.
Hoogspanning en laagspanning
Laagspanning: een spanning kleiner dan 20 volt.
Hoogspanning: een spanning hoger dan 20 volt.
Transformator/voedingskastje: kan hoge spanning omzetten in lage spanning.
- werkt alleen op wisselspanning.
Extra
Om te begrijpen wat spanning en stroom is, kun de je gebruik maken van een model.
Zo kun je een watermodel gebruiken. Je ziet veel overeenkomsten tussen een
watermodel en schakeling. Waterstroom wordt dan vergeleken met elektrische
stroom. Elektrische druk wordt spanning genoemd. Dit lijkt op waterdruk. Je kunt wel
spanning hebben zonder stroom, maar geen stroom zonder spanning. Nut van
watermodel: je kunt begrijpen dat stroom en spanning 2 verschillende dingen zijn.