Oude examenvragen
Parasitaire ziekten en zoönosen
1
,2
, 1 Rund
1. Open vragen
1. Bespreek Cryptosporidium en Giardia bij kalveren.
2. Maagdarmnematoden Rund: heel verhaal van jongvee op de weide, maaien in voorjaar en
mestonderzoek bij opstallen met 50 EPG Strongyliden.
a. Wat is je interpretatie van dit resultaat
b. Is er een betere methode, zo ja wat en waarom
3. Bespreek de pathogenese van Fasciola hepatica bij het rund. Geef de verschillen met het schaap.
4. Longwormen: Bespreek Dictyocaulus viviparus bij het rund en Dictyocaulus arnfieldi bij het paard en
geef de verschillen.
5. Factoren die invloed hebben op de immuniteit bij 1e weideseizoen kalveren.
6. Je komt in de winter bij een bedrijf waar meerdere kalveren (3-5 maanden) last hebben van acute
diarree. Bij sommige dieren zit er bloed bij. Er is geen sterfte. De stal wordt wekelijks bij-gestrooid
Jaarlijks wordt er in het voorjaar de stal uitgemest en met bleekwater behandelt als de kalveren de
wei op gaan.
a. Wat is de meest waarschijnlijke parasitaire infectie?
b. Hoe ga je dit probleem aanpakken (diagnose, behandeling, controlemaatregelingen)?
7. Jongvee voor het eerst begin juni op de weide (14-15 m), begin augustus zijn ze voor het eerst
behandeld met Ivermectine pour-on. Er werd begin mei gemaaid. Er werd mestonderzoek uitgevoerd
en het kwam uit op EPG = 50 voor een mengstaal van 5 koeien, staan altijd op dezelfde weide.
a. Wat is je interpretatie? Geef advies.
b. Wat is een betere diagnostische techniek?
8. Jongvee (vlees) heeft last van erytheem, alopecie, schilfers en korsten voornamelijk op de rug (zie
foto).
a. Door welke parasiet wordt dit waarschijnlijk veroorzaakt en waarom?
b. Welke diagnostiek ga je toepassen?
c. Hoe ga je behandelen?
d. Welke preventieve maatregelen?
9. Eerste weide koeien (7-10 maand) die behandeld zijn met ivermectine (SC) in juni. En beginnen in
augustus dyspnee en hoesten te vertonen.
a. Kan dit parasitair zijn? Zo ja of zo nee, waarom?
b. Wat is de diagnose, behandeling en preventie
10. Je komt bij een melkveebedrijf. De veehouder vraagt je over Fasciola.
a. Hoe kan je aantonen dat Fasciola hepatica een probleem is op het bedrijf?
b. Welke maatregelen kan je nemen om dit probleem op te lossen voor de koeien en kalveren?
3
Parasitaire ziekten en zoönosen
1
,2
, 1 Rund
1. Open vragen
1. Bespreek Cryptosporidium en Giardia bij kalveren.
2. Maagdarmnematoden Rund: heel verhaal van jongvee op de weide, maaien in voorjaar en
mestonderzoek bij opstallen met 50 EPG Strongyliden.
a. Wat is je interpretatie van dit resultaat
b. Is er een betere methode, zo ja wat en waarom
3. Bespreek de pathogenese van Fasciola hepatica bij het rund. Geef de verschillen met het schaap.
4. Longwormen: Bespreek Dictyocaulus viviparus bij het rund en Dictyocaulus arnfieldi bij het paard en
geef de verschillen.
5. Factoren die invloed hebben op de immuniteit bij 1e weideseizoen kalveren.
6. Je komt in de winter bij een bedrijf waar meerdere kalveren (3-5 maanden) last hebben van acute
diarree. Bij sommige dieren zit er bloed bij. Er is geen sterfte. De stal wordt wekelijks bij-gestrooid
Jaarlijks wordt er in het voorjaar de stal uitgemest en met bleekwater behandelt als de kalveren de
wei op gaan.
a. Wat is de meest waarschijnlijke parasitaire infectie?
b. Hoe ga je dit probleem aanpakken (diagnose, behandeling, controlemaatregelingen)?
7. Jongvee voor het eerst begin juni op de weide (14-15 m), begin augustus zijn ze voor het eerst
behandeld met Ivermectine pour-on. Er werd begin mei gemaaid. Er werd mestonderzoek uitgevoerd
en het kwam uit op EPG = 50 voor een mengstaal van 5 koeien, staan altijd op dezelfde weide.
a. Wat is je interpretatie? Geef advies.
b. Wat is een betere diagnostische techniek?
8. Jongvee (vlees) heeft last van erytheem, alopecie, schilfers en korsten voornamelijk op de rug (zie
foto).
a. Door welke parasiet wordt dit waarschijnlijk veroorzaakt en waarom?
b. Welke diagnostiek ga je toepassen?
c. Hoe ga je behandelen?
d. Welke preventieve maatregelen?
9. Eerste weide koeien (7-10 maand) die behandeld zijn met ivermectine (SC) in juni. En beginnen in
augustus dyspnee en hoesten te vertonen.
a. Kan dit parasitair zijn? Zo ja of zo nee, waarom?
b. Wat is de diagnose, behandeling en preventie
10. Je komt bij een melkveebedrijf. De veehouder vraagt je over Fasciola.
a. Hoe kan je aantonen dat Fasciola hepatica een probleem is op het bedrijf?
b. Welke maatregelen kan je nemen om dit probleem op te lossen voor de koeien en kalveren?
3
