B6: Geheugen Deel 2
-Drie essentiële functies van geheugen
-Hoe vormen we herinneringen?
Werking van het geheugen
- Encoderen, bewaren en ophalen
Waarom laat ons geheugen ons soms in de steek?
Werking van het geheugen: Encoderen
-> het menselijk geheugen gaat de betekenisloze sensorische informatie opnemen en
verandert het dan naar betekenisvolle patronen (woorden, zinnen & begrippen). Om dan die
info te bewaren en je het terug kan ophalen.
1. Hoe encoderen we informatie?
2. Wat beïnvloedt het opslaan van informatie?
Hoe encoderen we?
1. AUTOMATISCHE VERWERKING
Veel van wat we meemaken wordt moeiteloos onthouden. Vb. die we wel makkelijk
onthouden:
- Ruimte: Vaak onthoud je waar je was om het moment dat je bepaald nieuws vernomen
hebt. Herkenningspunten.
- Tijd
We onthouden vaak wat en wanneer we op een dag iets meegemaakt hebben.
- Reclame slogan’s & melodietjes
1
, 2. VERWERKING DIE AANDACHT VRAAGT
=Info dat je veel moet herhalen om te onthouden.
- Nieuwe informatie (zoals kennis uit een handboek, het leren van een nieuwe taak) vraagt
inspanning. Mits voldoende inspanning kunnen er duurzame geheugensporen ontstaan.
- Vraagt meestal herhaling
Encoderen: Beïnvloedende factoren
Encoderen beïnvloed door:
Fysiologische factoren ( lichaam van individu)
Psychologische factoren
1. Hercodering en organisatie
2. Diepte van de verwerking
3. Context specificiteit
4. Ervaren emoties
1. Hercodering en organisatie:
We kunnen in verschillende codes die info wegschrijven. -> Drie codes: verbaal, sensorisch,
motorisch
Vb. studeren: sommigen moeten het visueel voor zich zien, schrijven of praten. Gebruik
verschillende codes om een grotere kans te hebben om het te onthouden. ( schrijven +
luidop + les luisteren)
2de vb. concrete woorden vs. abstracte woorden
2-voudige codeertheorie:
Betere herinnering wanneer in meer dan 1 code opgeslagen (tweevoudige-codeertheorie):
concrete woorden vs. abstracte woorden
Concrete woorden:
“blinddoeken, glimlachen,
kietelen”
Abstracte woorden: is moeilijker om ons iets concreet voortestellen
“beledigen, helpen,
overtuigen”
-> Geheugen score is hoger bij concrete woorden waar dat we iets kunnen
voorstellen.
2
-Drie essentiële functies van geheugen
-Hoe vormen we herinneringen?
Werking van het geheugen
- Encoderen, bewaren en ophalen
Waarom laat ons geheugen ons soms in de steek?
Werking van het geheugen: Encoderen
-> het menselijk geheugen gaat de betekenisloze sensorische informatie opnemen en
verandert het dan naar betekenisvolle patronen (woorden, zinnen & begrippen). Om dan die
info te bewaren en je het terug kan ophalen.
1. Hoe encoderen we informatie?
2. Wat beïnvloedt het opslaan van informatie?
Hoe encoderen we?
1. AUTOMATISCHE VERWERKING
Veel van wat we meemaken wordt moeiteloos onthouden. Vb. die we wel makkelijk
onthouden:
- Ruimte: Vaak onthoud je waar je was om het moment dat je bepaald nieuws vernomen
hebt. Herkenningspunten.
- Tijd
We onthouden vaak wat en wanneer we op een dag iets meegemaakt hebben.
- Reclame slogan’s & melodietjes
1
, 2. VERWERKING DIE AANDACHT VRAAGT
=Info dat je veel moet herhalen om te onthouden.
- Nieuwe informatie (zoals kennis uit een handboek, het leren van een nieuwe taak) vraagt
inspanning. Mits voldoende inspanning kunnen er duurzame geheugensporen ontstaan.
- Vraagt meestal herhaling
Encoderen: Beïnvloedende factoren
Encoderen beïnvloed door:
Fysiologische factoren ( lichaam van individu)
Psychologische factoren
1. Hercodering en organisatie
2. Diepte van de verwerking
3. Context specificiteit
4. Ervaren emoties
1. Hercodering en organisatie:
We kunnen in verschillende codes die info wegschrijven. -> Drie codes: verbaal, sensorisch,
motorisch
Vb. studeren: sommigen moeten het visueel voor zich zien, schrijven of praten. Gebruik
verschillende codes om een grotere kans te hebben om het te onthouden. ( schrijven +
luidop + les luisteren)
2de vb. concrete woorden vs. abstracte woorden
2-voudige codeertheorie:
Betere herinnering wanneer in meer dan 1 code opgeslagen (tweevoudige-codeertheorie):
concrete woorden vs. abstracte woorden
Concrete woorden:
“blinddoeken, glimlachen,
kietelen”
Abstracte woorden: is moeilijker om ons iets concreet voortestellen
“beledigen, helpen,
overtuigen”
-> Geheugen score is hoger bij concrete woorden waar dat we iets kunnen
voorstellen.
2
