,samenvatting goederenrecht hogeschool van amsterdam boom basics 2024 9789462129078
, samenvatting goederenrecht hogeschool van amsterdam boom basics 2024 9789462129078
Hoofdstuk 1 – Goederenrecht the basics
Privaatrecht
Vermogensrecht B3 Personen- en
familierecht B 1, 2
Goederenrecht Verbintenissenrecht
Persoon-goed Boek: persoon- persoon Boek
3, 5 3, 6, 7, 8
Goederen (art 3:1) Zaken (art 3:2) onroerende zaken (art 3:3 lid 1)
Vermogensrechten (art 3:6) roerende zaken (art 3:3 lid 2)
Zaken (art 3:2) ‘de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten’
Vermogensrechten (art 3:6) ‘rechten die, hetzij afzonderlijk hetzij tezamen met een ander recht,
overdraagbaar zijn, of er toe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen, ofwel
verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel, zijn
vermogensrechten’
Roerende zaken (art 3:3 lid 2) ‘alle zaken die niet onroerend zijn’
Onroerende zaken (art 3:3 lid 1) ‘Onroerend zijn de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de
met de grond verenigde beplantingen, alsmede de gebouwen en werken die duurzaam met de
grond zijn verenigd, hetzijn rechtsstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken’
Portacabin-arrest een soort container als kantoorruimte met gas,water en licht aansluiting
Hoofdzaak
Hoofdzaak ‘twee of meer zaken die op zodanige manier met elkaar verbonden worden, dat ze één
zaak worden’
Bestanddeel (art 3:4)’een zaak die volgens verkeersopvatting deel uitmaat van een andere zaak en
een zaak die met een hoofdzaak zodanig verbonden wordt dat zij daarvan niet kan worden
agescheiden zonder dat beschadiging van betekenis wordt toegebracht aan een der zaken, wortd
een bestanddeel van de hoofdzaak’
Registergoederen (art 3:10)’goederen voor welker overdracht of vestiging inschrijving in daartoe
bestemde openbare registers (3:16) noodzakelijk is’ -> kadaster
Niet-registergoederen ‘alle goederen die geen registergoed zijn’
Natuurlijke vruchten (art 3:9 lid 1) ‘zaken die volgens verkeersopvatting als vruchten van andere
zaken worden aangemerkt’ -> zelfstandige zaak als deze wordt afgescheiden (art 3:9 lid 4)
Burgerlijke vruchten (art 3:9 lid 2) ‘het zijn rechten die volgens verkeesropvatting als vruchten van
goederen worden aangemerkt’ -> rente over een geldbedrag op spaarrekening, huuropbrengst
van een woning, zelfstandig wanneer deze opeisbaar wordt (art 3:9 lid 4)
Goede trouw (art 3:11) ‘goede trouw ontbreek wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn
goede trouw betrekking heeft kende of wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn goede
trouw betrekking heeft behoorde te kennen’