GAMETOGENESE - BEVRUCHTING (week 1)
Beschrijvende termen
proliferatie = vernieuwing door deling
differentiatie = veranderingen die optreden in cellen, leidend tot een specifieke vorm en functie
(toenemende specialisatie)
-blast = cellen die nog niet terminaal gedifferentieerd zijn (progenitor of voorlopercel)
primordium = eerste herkenbare aanleg voor een later orgaan/weefsel of orgaandeel, bestaande uit
primordiale cellen
zygote = bevruchte eicel
embryo = ontwikkelende mens tot einde van week 8
foetus = ontwikkelende mens vanaf 8 weken
conceptus (~ conceptio) = alle afgeleiden van de zygote, dus embryonaal en extra-embryonaal (bv.
placenta, vruchtvliezen)
Anatomische positie
● longitudinale secties (mediaan en sagittaal)
● transversale/axiale snede
● frontale/coronale snede
● proximaal: dichtst tegen lichaam
● distaal: verst van lichaam
● afferent: aanvoerend naar lichaam
● efferent: wegvoerend van lichaam
Inleiding
embryologie = beschrijvende studie van het ontstaan en ontwikkelen van een organisme
→ mens in zijn geheel + verschillende orgaansystemen
humane embryologie = studie van de ontwikkeling van de mens
,vergelijkende embryologie = studie van de mens en andere diersoorten
Humane embryologie
embryologie van de mens bestudeert
1. gametogenese: vorming van zaad- en eicel
2. embryonale structuren: organen die gevormd worden uit embryonale stamcellen
3. extra-embryonale structuren: organen die blastocyste en later embryo verbinden met
buitenwereld (trofoblast, dooierzak, placenta, navelstreng)
Embryologie in de geneeskunde
‘hulp’ wetenschap om de normale en afwijkende anatomie beter te begrijpen
● embryologie kan de complexe ligging van anatomische structuren verklaren
● embryologie kan verklaren waar en wanneer aangeboren afwijkingen ontstaan
● kennis van embryologie heeft geleid tot nieuwe fertilisatietechnieken: intra-uteriene inseminatie, in
vitro fertilisatie (IVF), intracytoplasmatische spermainjectie (ICSI) …
● therapeutische toepassingen: stamcellen
Stamcellen
= cellen met capaciteit om te differentiëren tot verschillende celtypes in respons tot specifieke
omgevingsfactoren
embryonale weefsels
● embryonale stamcellen (ESC) = cellen van de inner mass van de blastula
○ vormen in het embryoblast de orgaansystemen
○ pluripotent of totipotent
● primordiale/embryonale kiemcellen = primordiale geslachtscellen (voorlopers)
volwassen weefsels
● adulte stamcellen (bv. hematopoietische stamcellen in beenmerg,
perifeer en navelstrengbloed)
● induced pluripotent stemcells (IPS) = via stamceltechnologie
geïnduceerde stamcellen uit somatische volwassen cellen
○ combinatie van groeifactoren toevoegen aan bv. fibroblasten
uit huidbiopsie
○ cel herprogrammeren tot stamcel
Indeling humane ontwikkeling
Prenatale periode
= periode voor de geboorte
● foetale of bevruchtingsleeftijd = 38 weken van conceptie (bevruchting) tot geboorte
● gynaecologische of zwangerschapsleeftijd = 40 weken vanaf eerste dag van laatste menstruatie
tot geboorte
,periodes van prenatale ontwikkeling
● embryonale periode: eerste 8 weken (56 dagen) waarin alle majeure organen aangelegd worden
● foetale periode: volgende 30 weken waarin organen groeien en complexer worden
Embryonale periode
23 stadia volgens Carnegie
● grootte bepaald via crown-rump-length (CRL) → van rostraal naar caudaal
● laat vergelijkende embryologie toe
TE KENNEN: weten wat er per week gebeurt (week 1 per dag kennen)
, Foetale periode
→ dag 57 (week 9) tot geboorte (week 38)
groei van majeure organen
● tot 5 maanden: kwadrateren
● na 5 maanden: vermenigvuldigen met 5
Gametogenese
= ontwikkeling van spermatozoön en oöcyte gameten
veranderingen met oog op bevruchting
Beschrijvende termen
proliferatie = vernieuwing door deling
differentiatie = veranderingen die optreden in cellen, leidend tot een specifieke vorm en functie
(toenemende specialisatie)
-blast = cellen die nog niet terminaal gedifferentieerd zijn (progenitor of voorlopercel)
primordium = eerste herkenbare aanleg voor een later orgaan/weefsel of orgaandeel, bestaande uit
primordiale cellen
zygote = bevruchte eicel
embryo = ontwikkelende mens tot einde van week 8
foetus = ontwikkelende mens vanaf 8 weken
conceptus (~ conceptio) = alle afgeleiden van de zygote, dus embryonaal en extra-embryonaal (bv.
placenta, vruchtvliezen)
Anatomische positie
● longitudinale secties (mediaan en sagittaal)
● transversale/axiale snede
● frontale/coronale snede
● proximaal: dichtst tegen lichaam
● distaal: verst van lichaam
● afferent: aanvoerend naar lichaam
● efferent: wegvoerend van lichaam
Inleiding
embryologie = beschrijvende studie van het ontstaan en ontwikkelen van een organisme
→ mens in zijn geheel + verschillende orgaansystemen
humane embryologie = studie van de ontwikkeling van de mens
,vergelijkende embryologie = studie van de mens en andere diersoorten
Humane embryologie
embryologie van de mens bestudeert
1. gametogenese: vorming van zaad- en eicel
2. embryonale structuren: organen die gevormd worden uit embryonale stamcellen
3. extra-embryonale structuren: organen die blastocyste en later embryo verbinden met
buitenwereld (trofoblast, dooierzak, placenta, navelstreng)
Embryologie in de geneeskunde
‘hulp’ wetenschap om de normale en afwijkende anatomie beter te begrijpen
● embryologie kan de complexe ligging van anatomische structuren verklaren
● embryologie kan verklaren waar en wanneer aangeboren afwijkingen ontstaan
● kennis van embryologie heeft geleid tot nieuwe fertilisatietechnieken: intra-uteriene inseminatie, in
vitro fertilisatie (IVF), intracytoplasmatische spermainjectie (ICSI) …
● therapeutische toepassingen: stamcellen
Stamcellen
= cellen met capaciteit om te differentiëren tot verschillende celtypes in respons tot specifieke
omgevingsfactoren
embryonale weefsels
● embryonale stamcellen (ESC) = cellen van de inner mass van de blastula
○ vormen in het embryoblast de orgaansystemen
○ pluripotent of totipotent
● primordiale/embryonale kiemcellen = primordiale geslachtscellen (voorlopers)
volwassen weefsels
● adulte stamcellen (bv. hematopoietische stamcellen in beenmerg,
perifeer en navelstrengbloed)
● induced pluripotent stemcells (IPS) = via stamceltechnologie
geïnduceerde stamcellen uit somatische volwassen cellen
○ combinatie van groeifactoren toevoegen aan bv. fibroblasten
uit huidbiopsie
○ cel herprogrammeren tot stamcel
Indeling humane ontwikkeling
Prenatale periode
= periode voor de geboorte
● foetale of bevruchtingsleeftijd = 38 weken van conceptie (bevruchting) tot geboorte
● gynaecologische of zwangerschapsleeftijd = 40 weken vanaf eerste dag van laatste menstruatie
tot geboorte
,periodes van prenatale ontwikkeling
● embryonale periode: eerste 8 weken (56 dagen) waarin alle majeure organen aangelegd worden
● foetale periode: volgende 30 weken waarin organen groeien en complexer worden
Embryonale periode
23 stadia volgens Carnegie
● grootte bepaald via crown-rump-length (CRL) → van rostraal naar caudaal
● laat vergelijkende embryologie toe
TE KENNEN: weten wat er per week gebeurt (week 1 per dag kennen)
, Foetale periode
→ dag 57 (week 9) tot geboorte (week 38)
groei van majeure organen
● tot 5 maanden: kwadrateren
● na 5 maanden: vermenigvuldigen met 5
Gametogenese
= ontwikkeling van spermatozoön en oöcyte gameten
veranderingen met oog op bevruchting