1VDK
CHEMIE 2: SAMENVATTING THEORIE
1. OPLOSSINGEN EN CONCENTRATIES
1.1 SAMENSTELLING VAN OPLOSSINGEN
SYMBOLEN FORMULES
n = aantal mol (mol)
n= c=
m = massa (g)
M = molaire massa (g/mol)
ρ= c=
V = volume (l) .
ρ = massadichtheid (g/ml)
N = n.NA
N = aantal deeltjes (-)
c = concentratie (mol/l) [ ]
NA = getal van avogadro = 6,023.1023 deeltjes
1 mol = 6,023 x 1023 deeltjes van die stof
Een oplossing is een homogeen mengsel van een oplosmiddel (vloeistof)
en één of meer opgeloste stoffen (vaste stof, vloeistof, gas).
PPM
Opmerkingen:
Om van kg naar mg te gaan of van g naar µg doe je maal 1 miljoen, zo kan je de eenheid
onthouden. (miljoen = 106)
Is het mengsel een waterige oplossing, dan kan ppm ook uitgedrukt worden in mg/L (1liter
water weegt 1kg)
mg/kg mg/L
PPB
Opmerkingen
Om van kg naar µg te gaan of van g naar ng doe je maal 1 miljard, zo kan je de eenheid
onthouden. (miljard = 109)
Is het mengsel een waterige oplossing, dan kan ppm ook uitgedrukt worden in µg/L (1liter
water weegt 1kg)
µg/kg µg/L
Vm = molair gasvolume = 1 mol gas bij 273K en 101,3kPa neemt een volume van 22,4 l in.
1.2 VERDUNNINGEN
ngec = nverd VF (verdunningsfactor) = cgec / cverd
c1.V1 = c2.V2
MENGEN
cmengsel = Tipje : vnl. de donker omlijnde
formules zijn van buiten te kennen
(c1.V1) + (c2.V2) = c3.V3 (de grijs of niet omlijnde zijn
minder belangrijk)
1
, 1VDK
2. STOËCHIOMETRISCHE BEREKENINGEN
2.1 INTERPRETATIE VAN DE COÊFFICIÊNTEN VAN EEN CHEMISCHE REACTIE
→ De reactievergelijking bepaalt het kwantitieve verband tussen alle reagentia en
reactieproducten.
! ENKEL TOEPASSEN ALS DE EENHEID MOL IS (OF MOL/L), NOOIT MET MASSA’S !
SYMBOLEN FORMULES
.
R = gastconstante (8,31 ) p.V=n.R.T
.
P = druk (kPa/Pa)
.
T = temperatuur (Kelvin) n=
(van °C naar Kelvin: +273,15)
. .
V=
2.2 BEREKENINGEN MET BEPERKEND REAGENS EN HET RENDEMENT VAN EEN REACTIE
BF bepalen = kleinste waarde is BF
% rendement = x 100%
2
, 1VDK
3. REACTIESNELHEID
3.1 INLEIDING
Een effectieve botsing zal slechts plaatsgrijpen als aan volgende voorwaarden wordt voldaan:
De botsende deeltjes moeten voldoende kinetische energie bezitten
Ze moeten met elkaar in botsing komen met een gepaste oriëntatie
De reactiesnelheid is afhankelijk van:
Aard van reagentia (ionaire binding, covalente binding, reactietype (zuur-base, neerslag…))
Concentratie (druk gassen, verdelingsgraad heterogene reacties)
o Alg: Hoe hoger de concentratie aan reagentia, hoe hoger de reactiesnelheid:.
- Reden: aantal botsingen per tijdseenheid stijgt.
o Druk (gas)
- Hoe hoger de druk hoe kleiner het volume dus hoe hoger de concentratie
aan deeltjes stijging reactiesnelheid
o Verdelingsgraad (heterogene reacties)
- Naarmate de verdelingsraad toeneemt, neemt het aantal botsingen per
tijdseenheid toe en dus ook het aantal effectieve botsingen per tijdseenheid
(contactoppervlak groter)
Temperatuur
o Hoe hoger de temperatuur hoe hoger de reactiesnelheid:
- Reden: Aantal botsingen per tijdseenheid wordt groter,
Botsingen worden krachtiger (meer effectieve
botsingen)
Katalyse
o Beïnvloeden de reacties zonder zelf aan de reactie deel te nemen.
o Kan de reactiesnelheid verhogen (positieve) of verlagen (negatieve).
3.2 BETEKENIS VAN DE REACTIESNELHEID
A + B 2 AB
2 2
∆ → eind – begin
[ ] → concentratie (mol/l)
SYMBOLEN
v = reactiesnelheid (mol/L.s)
Concentratieveranderingen i.f.v. de reactietijd (wordt kleiner naarmate tijd vorderd)
vAB = 2.vA2 = 2.vB2
(2 komt van voorgetal reactie !!)
3
CHEMIE 2: SAMENVATTING THEORIE
1. OPLOSSINGEN EN CONCENTRATIES
1.1 SAMENSTELLING VAN OPLOSSINGEN
SYMBOLEN FORMULES
n = aantal mol (mol)
n= c=
m = massa (g)
M = molaire massa (g/mol)
ρ= c=
V = volume (l) .
ρ = massadichtheid (g/ml)
N = n.NA
N = aantal deeltjes (-)
c = concentratie (mol/l) [ ]
NA = getal van avogadro = 6,023.1023 deeltjes
1 mol = 6,023 x 1023 deeltjes van die stof
Een oplossing is een homogeen mengsel van een oplosmiddel (vloeistof)
en één of meer opgeloste stoffen (vaste stof, vloeistof, gas).
PPM
Opmerkingen:
Om van kg naar mg te gaan of van g naar µg doe je maal 1 miljoen, zo kan je de eenheid
onthouden. (miljoen = 106)
Is het mengsel een waterige oplossing, dan kan ppm ook uitgedrukt worden in mg/L (1liter
water weegt 1kg)
mg/kg mg/L
PPB
Opmerkingen
Om van kg naar µg te gaan of van g naar ng doe je maal 1 miljard, zo kan je de eenheid
onthouden. (miljard = 109)
Is het mengsel een waterige oplossing, dan kan ppm ook uitgedrukt worden in µg/L (1liter
water weegt 1kg)
µg/kg µg/L
Vm = molair gasvolume = 1 mol gas bij 273K en 101,3kPa neemt een volume van 22,4 l in.
1.2 VERDUNNINGEN
ngec = nverd VF (verdunningsfactor) = cgec / cverd
c1.V1 = c2.V2
MENGEN
cmengsel = Tipje : vnl. de donker omlijnde
formules zijn van buiten te kennen
(c1.V1) + (c2.V2) = c3.V3 (de grijs of niet omlijnde zijn
minder belangrijk)
1
, 1VDK
2. STOËCHIOMETRISCHE BEREKENINGEN
2.1 INTERPRETATIE VAN DE COÊFFICIÊNTEN VAN EEN CHEMISCHE REACTIE
→ De reactievergelijking bepaalt het kwantitieve verband tussen alle reagentia en
reactieproducten.
! ENKEL TOEPASSEN ALS DE EENHEID MOL IS (OF MOL/L), NOOIT MET MASSA’S !
SYMBOLEN FORMULES
.
R = gastconstante (8,31 ) p.V=n.R.T
.
P = druk (kPa/Pa)
.
T = temperatuur (Kelvin) n=
(van °C naar Kelvin: +273,15)
. .
V=
2.2 BEREKENINGEN MET BEPERKEND REAGENS EN HET RENDEMENT VAN EEN REACTIE
BF bepalen = kleinste waarde is BF
% rendement = x 100%
2
, 1VDK
3. REACTIESNELHEID
3.1 INLEIDING
Een effectieve botsing zal slechts plaatsgrijpen als aan volgende voorwaarden wordt voldaan:
De botsende deeltjes moeten voldoende kinetische energie bezitten
Ze moeten met elkaar in botsing komen met een gepaste oriëntatie
De reactiesnelheid is afhankelijk van:
Aard van reagentia (ionaire binding, covalente binding, reactietype (zuur-base, neerslag…))
Concentratie (druk gassen, verdelingsgraad heterogene reacties)
o Alg: Hoe hoger de concentratie aan reagentia, hoe hoger de reactiesnelheid:.
- Reden: aantal botsingen per tijdseenheid stijgt.
o Druk (gas)
- Hoe hoger de druk hoe kleiner het volume dus hoe hoger de concentratie
aan deeltjes stijging reactiesnelheid
o Verdelingsgraad (heterogene reacties)
- Naarmate de verdelingsraad toeneemt, neemt het aantal botsingen per
tijdseenheid toe en dus ook het aantal effectieve botsingen per tijdseenheid
(contactoppervlak groter)
Temperatuur
o Hoe hoger de temperatuur hoe hoger de reactiesnelheid:
- Reden: Aantal botsingen per tijdseenheid wordt groter,
Botsingen worden krachtiger (meer effectieve
botsingen)
Katalyse
o Beïnvloeden de reacties zonder zelf aan de reactie deel te nemen.
o Kan de reactiesnelheid verhogen (positieve) of verlagen (negatieve).
3.2 BETEKENIS VAN DE REACTIESNELHEID
A + B 2 AB
2 2
∆ → eind – begin
[ ] → concentratie (mol/l)
SYMBOLEN
v = reactiesnelheid (mol/L.s)
Concentratieveranderingen i.f.v. de reactietijd (wordt kleiner naarmate tijd vorderd)
vAB = 2.vA2 = 2.vB2
(2 komt van voorgetal reactie !!)
3