MSS: theorie
Hoofdstuk 2: algemene revalidatieaanpak
2.1 Algemene revalidatieaanpak bij gewrichtsletsels
Gewrichtsrevalidatie en artrogene reflexinhibitie
o Revalidatiedoel = belastbaarheid opbouwen + progressief belasten
o Drukken in gewricht controleren! Anders ontstaat zwelling en/of pijn =>
artrogene reflexinhibitie
o Artrogene reflexinhibitie = bescherming van gekwetste gewricht
o Gekwetst gewricht kan verminderde druk weerstaan
▪ Gewrichtsdruk wordt bepaald door krachten + gewrichtsopp. (P=F/A)
▪ Gewrichtsopp = ongewijzigd => inwerkende krachten verminderen
(vermindering spierkracht!)
▪ DUS reflexinhibitie zorgt voor minder druk door inhibitie uit te
oefenen op omliggende spieren
= goeie reactie: want hoe meer spieren zullen aanspannen,
hoe meer druk het gewricht zal ondervinden.
o Grootte van reflexinhibitie hangt af van ligging van de spier tov gewricht
▪ Hoe dichterbij gewricht , hoe groter (bv anterieure kniepijn-> VMO
meeste reflexinhibitie)
o Correcte behandeling = rekening houden met reflexinhibitie +
gewrichtsrevalidatie
o Gewrichtsrevalidatie = lage gewrichtsbelasting + veel herhalingen (>50)
o Patiënt met veel zwelling en/of pijn => geen krachttraining (te grote
gewrichtsdrukken -> meer pijn en zwelling)
Gewrichtsrevalidatie over gehele bewegingsbaan +
neuromusculaire training (intramusculair of intermusculair met
nadruk oop correcte bewegingsuitvoering)
o Kennis omtrent de verandering van het gewrichtsopp tijdens een beweging is
zeer belangrijk! (P=F/A) => druk in gewricht via oefentherapie controleren
o Hoeveelheid kracht combineren met de grootte van gewrichtsopp. => juiste
type oefeningen in juiste bewegingsbaan selecteren
Enkele principes bij behandeling gewrichtskraakbeen
o Kraakbeen => compressiekrachten opvangen
o Gespecialiseerde bouw
, ▪ Nadeel: kan geen schuifkrachten opvangen => stabilisatietraining is belangrijk:
zodat er bij belasting zo weinig mogelijk schuifkrachten optreden
o Genezingsproces beperkt (niet doorbloed+ geen stamcellen)
o Voeding via diffusie vanuit gewrichtsvocht => kan enkel indien er compressie
en decompressie is
o Immobilisatie is nefast => gedoseerde beweging nodig
▪ Gebrek aan beweging => degeneratie
▪ Kraakbeenletstel kan door (acute) overbelasting/ onderbelasting
o Bewegen belangrijk! Over volledige bewegingsbaan met lage/ matige
drukken (zodat zone die contact maakt wijzigt) => combinatie OKK en GKK
o Snelheid is belangrijk! : Te trage beweging: plastische vervorming treedt op;
isometrie !
o Opbouw van progressief stijgende druk op juiste plaats in
gewrichtsoppervlak
o Beschadiging => mogelijkheid tot verdelen krachten reduceert => grotere
belastingen op subchondraal bot => pijn + eventueel osteoartrose
o Belasting voor bepaalde tijd => reversibele deformatie:
▪ Statische belastingen > dynamisch
▪ Bij kraakbeenletsels > bij gezond kraakbeen
▪ Trage snelheden => grotere kraakbeendeformaties
▪ Gekwetst kraakbeen => Langere tijd nodig om terug tot normaal
volume te komen dan normaal kraakbeen + deformeert meer
o Belaste oefeningen afwisselen met onbelast + prefereer snellere bewegingen
- Water duwt hier bogen omhoog en
houdt zo kraakbeen in stand
- 2 redenen wnr er snel water uit
gewricht kan komen:
1. Bloed in gewricht (Fe onttrekt
water weg uit gewricht)
2. Schuifkrachten
Goede stabilisatie (voorkomen schuifkrachten)
Tijdsfactor progressief opbouwen (teveel><te weinig)
Opbouw van progressief stijgende druk op juiste
plaats in gewrichtsoppervlak (teveel><te weinig)
Normale snelheid (te traag geeft meer plastische deformatie)
Aandacht voor kwaliteit beweging
2.2 Algemene revalidatieaanpak bij spierletsels
We spreken meestal over spierscheur, maar 90% van de gevallen is dit meestal gelokaliseerd
bij de spier-peesovergang.
• Classificatie van spierstrains:
, o Graad 1: schade van een beperkt aantal vezels, gelokaliseerde pijn zonder
verlies van functie
o Graad 2: duidelijk verlies aan kracht gekoppeld aan pijn bij weerstand
o Graad 3: volledige ruptuur, verlies van kracht en functie
• Vroeger: ICE, RICE, PRICE
o R = rust
o P = protection
o ICE = ijs, compressie en elevatie
• Genezing = spierregeneratie + vorming littekenweefsel
• Bewegen => stimuleert activatie van satelietcellen in spierweefsel => stimuleert
vorming nieuwe myoblasten
• Immobilisatie inhibeert dit proces + faciliteert vorming littekenweefsel
• Nu: Optimale belasting !! = POLICE
o P = protection
o OL = optimal loading
o ICE = ijs, compressie en elevatie
• Gevormd littekenweefsel moet functioneel zijn = voldoende lengte + elastisch
o Dynamische rekoefeningen doen
• Guideline belasting afh van ernst, locatie, recidief,…
• Eerste 24-48 uur = immobilisatiefase = volledige rust
o Herruptureren en meer littekenweefsel zijn waargenomen bij te snelle start
van mobilisatie/ oefeningen
o Grade 1: first day: NO MOBILISATION/ NO EXERCISES / NO STRETCHING
o Grade 2: first 36-48 hr: NO MOBILISATION/ NO EXERCISES / NO STRETCHING
o Grade 3: first 3-4days: NO MOBILISATION/ NO EXERCISES / NO STRETCHING
o Lidmaat in een zo verlengd mogelijke positie + pijnvrij (geen NSAID’s!)
• Daarna = progressief bewegen, maar pijnvrij + optimale loading
o Dynamische stretch na 2 weken
• Rond 3 – 4 weken = sporthervatting ( na een graad 1 – 2 – spierletsel)
o Spieren zo sport-functioneel specifiek trainen (exc sporten= exc trainen)
o Spierkrachtuithouding ook trainen
o Meestal toont het weefsel na 46 dagen een compleet geregenereerde structuur
2.3 Algemene revalidatieaanpak bij ligamentletsels
• Stabiliteit van gewricht => form en force (contractiel en niet-contractiel)
• Ligament scheurt indien het verlengd wordt met ongeveer 7-8%
o Hoeveel kracht hiervoor nodig?
o Hangt af van volume v/h ligament afh van geslacht, leeftijd,… (lig vrouwen=
zwakker)
o Kracht relatief laag, maar wordt bereikt bij alle snelle pivoterende,
versnellende of afremmende bewegingen
• Functie ligamenten = mechanisch + proprioceptief
o Mechanisch = krachten opvangen
o Proprioceptief = spanning/ lengteverandering meten (bevatten veel
proprioceptoren <-> pezen bevatten veel pijnreceptoren)
, ▪ Ongewenst grote waarden => reflexreactie naar spieren die load op
ligament zullen verminderen door te contraheren (load op ligament
daalt
▪ Ligament faalt in tijdig activeren reflexboog=> scheuren van ligamenten
• Ligamenten scheuren door een niet-optimale proprioceptieve werking (niet door te
zwak ligament!) -> musculair falen (in snelheid contractie)
• DUS proprioceptieve training voor verbetering neuromusculaire reflexboog
o = perturbation training / evenwichtsuitlokkende training
o => verbeteren van neuromusculaire reflexboog
o => verbetering van subjectieve stabiliteitsgevoel
• Genezingsproces wordt versneld door gedoseerd bewegen (POLICE)
• Vermijd volledige immobilisatie
- In Toe regio: volledig binnen fysiologische ROM,
vanaf meer dan 4% vervorming: weefselschade, 7-
8%: ruptuur
- Enkel functioneel trainen verbetert contractietijd
- Vermoeidheid beïnvloed deze tijd
2.4 Algemene revalidatieaanpak bij peesletsels
• Les evi wezenbeek peesletsel
Hoofdstuk 3: biomechanica van het stap- en looppatroon
3.1 Evolutieleer
• Quadripodaal naar bipodaal
• Efficiënter O2 verbruik
• Invloed van grondreactiekrachten op bovenliggende gewrichten is veranderd
o =>functie ledematen is veranderd
o Achterste ledematen vroeger = steunfunctie + grijporgaan
Nu = steunfunctie => anatomische veranderingen (vb
grote teen kan geen oppositie meer doen
o Voorste ledematen vroeger = steunfunctie + grijpfunctie
Nu = grijpfunctie => amper anatomische
veranderingen
o 1 Gangcyclus (schrede) = tijdsinterval tussen 2 opeenvolgende voorvallen
van één van de zich herhalende events.
o Walking base is normaal 5 à 10 cm , op oudere leeftijd wordt deze vaak wat
groter (voor stabiliteit)
o Tendum stance= smalle base of support
o Toe out angle/ foot progression angle (bij kids 5° , bij volwassen 13°)
Hoofdstuk 2: algemene revalidatieaanpak
2.1 Algemene revalidatieaanpak bij gewrichtsletsels
Gewrichtsrevalidatie en artrogene reflexinhibitie
o Revalidatiedoel = belastbaarheid opbouwen + progressief belasten
o Drukken in gewricht controleren! Anders ontstaat zwelling en/of pijn =>
artrogene reflexinhibitie
o Artrogene reflexinhibitie = bescherming van gekwetste gewricht
o Gekwetst gewricht kan verminderde druk weerstaan
▪ Gewrichtsdruk wordt bepaald door krachten + gewrichtsopp. (P=F/A)
▪ Gewrichtsopp = ongewijzigd => inwerkende krachten verminderen
(vermindering spierkracht!)
▪ DUS reflexinhibitie zorgt voor minder druk door inhibitie uit te
oefenen op omliggende spieren
= goeie reactie: want hoe meer spieren zullen aanspannen,
hoe meer druk het gewricht zal ondervinden.
o Grootte van reflexinhibitie hangt af van ligging van de spier tov gewricht
▪ Hoe dichterbij gewricht , hoe groter (bv anterieure kniepijn-> VMO
meeste reflexinhibitie)
o Correcte behandeling = rekening houden met reflexinhibitie +
gewrichtsrevalidatie
o Gewrichtsrevalidatie = lage gewrichtsbelasting + veel herhalingen (>50)
o Patiënt met veel zwelling en/of pijn => geen krachttraining (te grote
gewrichtsdrukken -> meer pijn en zwelling)
Gewrichtsrevalidatie over gehele bewegingsbaan +
neuromusculaire training (intramusculair of intermusculair met
nadruk oop correcte bewegingsuitvoering)
o Kennis omtrent de verandering van het gewrichtsopp tijdens een beweging is
zeer belangrijk! (P=F/A) => druk in gewricht via oefentherapie controleren
o Hoeveelheid kracht combineren met de grootte van gewrichtsopp. => juiste
type oefeningen in juiste bewegingsbaan selecteren
Enkele principes bij behandeling gewrichtskraakbeen
o Kraakbeen => compressiekrachten opvangen
o Gespecialiseerde bouw
, ▪ Nadeel: kan geen schuifkrachten opvangen => stabilisatietraining is belangrijk:
zodat er bij belasting zo weinig mogelijk schuifkrachten optreden
o Genezingsproces beperkt (niet doorbloed+ geen stamcellen)
o Voeding via diffusie vanuit gewrichtsvocht => kan enkel indien er compressie
en decompressie is
o Immobilisatie is nefast => gedoseerde beweging nodig
▪ Gebrek aan beweging => degeneratie
▪ Kraakbeenletstel kan door (acute) overbelasting/ onderbelasting
o Bewegen belangrijk! Over volledige bewegingsbaan met lage/ matige
drukken (zodat zone die contact maakt wijzigt) => combinatie OKK en GKK
o Snelheid is belangrijk! : Te trage beweging: plastische vervorming treedt op;
isometrie !
o Opbouw van progressief stijgende druk op juiste plaats in
gewrichtsoppervlak
o Beschadiging => mogelijkheid tot verdelen krachten reduceert => grotere
belastingen op subchondraal bot => pijn + eventueel osteoartrose
o Belasting voor bepaalde tijd => reversibele deformatie:
▪ Statische belastingen > dynamisch
▪ Bij kraakbeenletsels > bij gezond kraakbeen
▪ Trage snelheden => grotere kraakbeendeformaties
▪ Gekwetst kraakbeen => Langere tijd nodig om terug tot normaal
volume te komen dan normaal kraakbeen + deformeert meer
o Belaste oefeningen afwisselen met onbelast + prefereer snellere bewegingen
- Water duwt hier bogen omhoog en
houdt zo kraakbeen in stand
- 2 redenen wnr er snel water uit
gewricht kan komen:
1. Bloed in gewricht (Fe onttrekt
water weg uit gewricht)
2. Schuifkrachten
Goede stabilisatie (voorkomen schuifkrachten)
Tijdsfactor progressief opbouwen (teveel><te weinig)
Opbouw van progressief stijgende druk op juiste
plaats in gewrichtsoppervlak (teveel><te weinig)
Normale snelheid (te traag geeft meer plastische deformatie)
Aandacht voor kwaliteit beweging
2.2 Algemene revalidatieaanpak bij spierletsels
We spreken meestal over spierscheur, maar 90% van de gevallen is dit meestal gelokaliseerd
bij de spier-peesovergang.
• Classificatie van spierstrains:
, o Graad 1: schade van een beperkt aantal vezels, gelokaliseerde pijn zonder
verlies van functie
o Graad 2: duidelijk verlies aan kracht gekoppeld aan pijn bij weerstand
o Graad 3: volledige ruptuur, verlies van kracht en functie
• Vroeger: ICE, RICE, PRICE
o R = rust
o P = protection
o ICE = ijs, compressie en elevatie
• Genezing = spierregeneratie + vorming littekenweefsel
• Bewegen => stimuleert activatie van satelietcellen in spierweefsel => stimuleert
vorming nieuwe myoblasten
• Immobilisatie inhibeert dit proces + faciliteert vorming littekenweefsel
• Nu: Optimale belasting !! = POLICE
o P = protection
o OL = optimal loading
o ICE = ijs, compressie en elevatie
• Gevormd littekenweefsel moet functioneel zijn = voldoende lengte + elastisch
o Dynamische rekoefeningen doen
• Guideline belasting afh van ernst, locatie, recidief,…
• Eerste 24-48 uur = immobilisatiefase = volledige rust
o Herruptureren en meer littekenweefsel zijn waargenomen bij te snelle start
van mobilisatie/ oefeningen
o Grade 1: first day: NO MOBILISATION/ NO EXERCISES / NO STRETCHING
o Grade 2: first 36-48 hr: NO MOBILISATION/ NO EXERCISES / NO STRETCHING
o Grade 3: first 3-4days: NO MOBILISATION/ NO EXERCISES / NO STRETCHING
o Lidmaat in een zo verlengd mogelijke positie + pijnvrij (geen NSAID’s!)
• Daarna = progressief bewegen, maar pijnvrij + optimale loading
o Dynamische stretch na 2 weken
• Rond 3 – 4 weken = sporthervatting ( na een graad 1 – 2 – spierletsel)
o Spieren zo sport-functioneel specifiek trainen (exc sporten= exc trainen)
o Spierkrachtuithouding ook trainen
o Meestal toont het weefsel na 46 dagen een compleet geregenereerde structuur
2.3 Algemene revalidatieaanpak bij ligamentletsels
• Stabiliteit van gewricht => form en force (contractiel en niet-contractiel)
• Ligament scheurt indien het verlengd wordt met ongeveer 7-8%
o Hoeveel kracht hiervoor nodig?
o Hangt af van volume v/h ligament afh van geslacht, leeftijd,… (lig vrouwen=
zwakker)
o Kracht relatief laag, maar wordt bereikt bij alle snelle pivoterende,
versnellende of afremmende bewegingen
• Functie ligamenten = mechanisch + proprioceptief
o Mechanisch = krachten opvangen
o Proprioceptief = spanning/ lengteverandering meten (bevatten veel
proprioceptoren <-> pezen bevatten veel pijnreceptoren)
, ▪ Ongewenst grote waarden => reflexreactie naar spieren die load op
ligament zullen verminderen door te contraheren (load op ligament
daalt
▪ Ligament faalt in tijdig activeren reflexboog=> scheuren van ligamenten
• Ligamenten scheuren door een niet-optimale proprioceptieve werking (niet door te
zwak ligament!) -> musculair falen (in snelheid contractie)
• DUS proprioceptieve training voor verbetering neuromusculaire reflexboog
o = perturbation training / evenwichtsuitlokkende training
o => verbeteren van neuromusculaire reflexboog
o => verbetering van subjectieve stabiliteitsgevoel
• Genezingsproces wordt versneld door gedoseerd bewegen (POLICE)
• Vermijd volledige immobilisatie
- In Toe regio: volledig binnen fysiologische ROM,
vanaf meer dan 4% vervorming: weefselschade, 7-
8%: ruptuur
- Enkel functioneel trainen verbetert contractietijd
- Vermoeidheid beïnvloed deze tijd
2.4 Algemene revalidatieaanpak bij peesletsels
• Les evi wezenbeek peesletsel
Hoofdstuk 3: biomechanica van het stap- en looppatroon
3.1 Evolutieleer
• Quadripodaal naar bipodaal
• Efficiënter O2 verbruik
• Invloed van grondreactiekrachten op bovenliggende gewrichten is veranderd
o =>functie ledematen is veranderd
o Achterste ledematen vroeger = steunfunctie + grijporgaan
Nu = steunfunctie => anatomische veranderingen (vb
grote teen kan geen oppositie meer doen
o Voorste ledematen vroeger = steunfunctie + grijpfunctie
Nu = grijpfunctie => amper anatomische
veranderingen
o 1 Gangcyclus (schrede) = tijdsinterval tussen 2 opeenvolgende voorvallen
van één van de zich herhalende events.
o Walking base is normaal 5 à 10 cm , op oudere leeftijd wordt deze vaak wat
groter (voor stabiliteit)
o Tendum stance= smalle base of support
o Toe out angle/ foot progression angle (bij kids 5° , bij volwassen 13°)