Biologie: thema 9
1. Wat zijn micro-organismen?
Te klein om met blote oog te zien -> via lichtmicroscoop of elektronenmicroscoop
Alle eencelligen: vb. bacteriën, protozoa (vb. amoebe), eencellige algen en schimmels (vb. gisten)
Microbiologie = de wetenschap die de micro-organismen bestudeert
Virussen zijn geen organismen, maar behoren toch tot de microbiologie
Menselijk lichaam wordt gebruikte om met micro-organismen in symbiose te leven
1. Parasitisme = micro-organisme heeft voordeel, mens heeft nadeel
(Vb. verkoudheidsvirus veroorzaakt ontsteking v/h neusslijmvlies)
2. Commensalisme = micro-organisme heeft voordeel, mens heeft geen last
(Vb. huidbacteriën op onze huid, we hebben er geen last van, de bacteriën vinden er genoeg organische
stoffen om te overleven)
3. Mutualisme = micro-organisme en mens hebben voordeel
(Vb. darmbacteriën produceren voor ons Vitamine K en zij halen voedingsstoffen uit onze darm)
2. Parasitaire micro-organismen als oorzaak van infecties
Besmetting of infectie?
Besmetting = wanneer een ziekteverwerker in contact komt met je lichaam of binnendringt
Besmettelijk wanneer de ziekte door micro-organismen kan worden overgebracht
Infectie = een vermenigvuldiging v/d ziekteverwekkers die plaatsgrijpen in een weefsel en daarbij schade brengt
aan het weefsel
Ontsteking = reactie v/h lichaam op beschadiging van weefsel
Incubatietijd
- Na besmetting nog niet meteen ziek
- = tijd tussen besmetting en symptomen = kan dagen/jaren duren
- In tussentijd kan je anderen besmetten
- De incubatietijd is het gevolg van te weinig ziekteverwekkers om je ziek te maken
(vb. hepatitis C: 20 jaar, griep 1-4 dagen, salmonella: 2 dagen…)
Epidemie en pandemie
Epidemie = wanneer de infectieziekte veel mensen tegelijkertijd treft
Pandemie = een epidemie, maar dan op wereldschaal
(vb. coronavirus)
Voor sommige ziekten is er meldingsplicht om epidemieën te voorkomen
De besmettingswegen
1. Besmetting door inname voedsel of drinkwater = voedselinfectie of voedselvergiftiging
o Voedselinfectie
Eten van besmet voedsel -> ziekteverwekkers in lichaam vermenigvuldigen
Symptomen: koorts, maag- en darmklachten
Vb. salmonella (bacteriën uit de darmflora van warmbloedige dieren): als je onvoldoende
doorbakken en besmet kippenvlees of eieren eet kan je besmet worden/snijplank
Vb. cholera = infectie met besmet water
o Voedselvergiftiging
Ziek worden als gevolg van consumeren van voedsel met ziekmakende stoffen
Gifstoffen of toxines aanwezig in voedsel
Vb. botulisme -> botuline in blik -> veroorzaakt blokkade v/d signaaloverdracht van zenuw
naar spier
1. Wat zijn micro-organismen?
Te klein om met blote oog te zien -> via lichtmicroscoop of elektronenmicroscoop
Alle eencelligen: vb. bacteriën, protozoa (vb. amoebe), eencellige algen en schimmels (vb. gisten)
Microbiologie = de wetenschap die de micro-organismen bestudeert
Virussen zijn geen organismen, maar behoren toch tot de microbiologie
Menselijk lichaam wordt gebruikte om met micro-organismen in symbiose te leven
1. Parasitisme = micro-organisme heeft voordeel, mens heeft nadeel
(Vb. verkoudheidsvirus veroorzaakt ontsteking v/h neusslijmvlies)
2. Commensalisme = micro-organisme heeft voordeel, mens heeft geen last
(Vb. huidbacteriën op onze huid, we hebben er geen last van, de bacteriën vinden er genoeg organische
stoffen om te overleven)
3. Mutualisme = micro-organisme en mens hebben voordeel
(Vb. darmbacteriën produceren voor ons Vitamine K en zij halen voedingsstoffen uit onze darm)
2. Parasitaire micro-organismen als oorzaak van infecties
Besmetting of infectie?
Besmetting = wanneer een ziekteverwerker in contact komt met je lichaam of binnendringt
Besmettelijk wanneer de ziekte door micro-organismen kan worden overgebracht
Infectie = een vermenigvuldiging v/d ziekteverwekkers die plaatsgrijpen in een weefsel en daarbij schade brengt
aan het weefsel
Ontsteking = reactie v/h lichaam op beschadiging van weefsel
Incubatietijd
- Na besmetting nog niet meteen ziek
- = tijd tussen besmetting en symptomen = kan dagen/jaren duren
- In tussentijd kan je anderen besmetten
- De incubatietijd is het gevolg van te weinig ziekteverwekkers om je ziek te maken
(vb. hepatitis C: 20 jaar, griep 1-4 dagen, salmonella: 2 dagen…)
Epidemie en pandemie
Epidemie = wanneer de infectieziekte veel mensen tegelijkertijd treft
Pandemie = een epidemie, maar dan op wereldschaal
(vb. coronavirus)
Voor sommige ziekten is er meldingsplicht om epidemieën te voorkomen
De besmettingswegen
1. Besmetting door inname voedsel of drinkwater = voedselinfectie of voedselvergiftiging
o Voedselinfectie
Eten van besmet voedsel -> ziekteverwekkers in lichaam vermenigvuldigen
Symptomen: koorts, maag- en darmklachten
Vb. salmonella (bacteriën uit de darmflora van warmbloedige dieren): als je onvoldoende
doorbakken en besmet kippenvlees of eieren eet kan je besmet worden/snijplank
Vb. cholera = infectie met besmet water
o Voedselvergiftiging
Ziek worden als gevolg van consumeren van voedsel met ziekmakende stoffen
Gifstoffen of toxines aanwezig in voedsel
Vb. botulisme -> botuline in blik -> veroorzaakt blokkade v/d signaaloverdracht van zenuw
naar spier