Natuurkunde Samenvatting
Hoofdstuk 3, Energieomzettingen
Paragraaf 1, Stijgen en dalen
Arbeid
Arbeid = de hoeveelheid moeite, de arbeid is gelijk aan de kracht maal de verplaatsing
W=Fxs
- W = arbeid in Nm ( 1 Nm = 1 J)
- F = kracht in N
- s = verplaatsing in m
Arbeid bij verticaal hijsen en tillen
Arbeid die je verricht hangt af van de kracht die je uitoefende
Op een massa werkt zwaartekracht, Fz = m x g
Als je massa met constante snelheid omhoogbrengt, oefen je een even grote kracht uit als
de zwaartekracht maar in tegengestelde richting.
De verplaatsing is in dit geval de hoogte dus:
W=mxgxh
Kracht en verplaatsing niet in dezelfde richting
Er wordt alleen arbeid verricht wanneer er een kracht werkt in de richting van de
verplaatsing.
Als kracht en verplaatsing niet dezelfde richting hebben, maar onder een hoek staan, dan
wordt de component parallel aan de verplaatsing gegeven door FII = F x cos a
Dus: W = F x s x cos a
- a = de hoek tussen de kracht en de verplaatsing
Als een auto remt, is de richting van de remkracht tegenstelling aan de richting van de
verplaatsing. De arbeid die de remkracht verricht is negatief omdat: cos 180° = -1
Paragraaf 2, Starten en stoppen
Verband tussen arbeid en snelheidsverandering
De afleiding van de algemene formule voor het verband tussen arbeid en snelheid:
W = ½ x m x v2eind —> dit geld voor het opgang komen vanuit stilstand als gevolg van
constante kracht
In de andere situaties: afremmen, versnellen of vertragen en niet-constante krachten geldt
iets anders
- Remmen: arbeid is negatief want cos 180° = -1
W = ½ x m x v2eind - ½ x m x v2begin —> omdat v2eind = 0
W = -½ x m x v2eind
- De formule W = ½ x m x v2eind - ½ x m x v2begin —> kan je ook gebruiken voor
versnellen en vertragen
- Als de kracht een paar keer verandert van de ene naar de andere constante waarde,
kan je voor verschillende stukken W = F x s toepassen en de resultaten optellen voor
de totale arbeid.
Om aan te geven dat je dit bij elkaar optelt gebruik je een stigma
Hoofdstuk 3, Energieomzettingen
Paragraaf 1, Stijgen en dalen
Arbeid
Arbeid = de hoeveelheid moeite, de arbeid is gelijk aan de kracht maal de verplaatsing
W=Fxs
- W = arbeid in Nm ( 1 Nm = 1 J)
- F = kracht in N
- s = verplaatsing in m
Arbeid bij verticaal hijsen en tillen
Arbeid die je verricht hangt af van de kracht die je uitoefende
Op een massa werkt zwaartekracht, Fz = m x g
Als je massa met constante snelheid omhoogbrengt, oefen je een even grote kracht uit als
de zwaartekracht maar in tegengestelde richting.
De verplaatsing is in dit geval de hoogte dus:
W=mxgxh
Kracht en verplaatsing niet in dezelfde richting
Er wordt alleen arbeid verricht wanneer er een kracht werkt in de richting van de
verplaatsing.
Als kracht en verplaatsing niet dezelfde richting hebben, maar onder een hoek staan, dan
wordt de component parallel aan de verplaatsing gegeven door FII = F x cos a
Dus: W = F x s x cos a
- a = de hoek tussen de kracht en de verplaatsing
Als een auto remt, is de richting van de remkracht tegenstelling aan de richting van de
verplaatsing. De arbeid die de remkracht verricht is negatief omdat: cos 180° = -1
Paragraaf 2, Starten en stoppen
Verband tussen arbeid en snelheidsverandering
De afleiding van de algemene formule voor het verband tussen arbeid en snelheid:
W = ½ x m x v2eind —> dit geld voor het opgang komen vanuit stilstand als gevolg van
constante kracht
In de andere situaties: afremmen, versnellen of vertragen en niet-constante krachten geldt
iets anders
- Remmen: arbeid is negatief want cos 180° = -1
W = ½ x m x v2eind - ½ x m x v2begin —> omdat v2eind = 0
W = -½ x m x v2eind
- De formule W = ½ x m x v2eind - ½ x m x v2begin —> kan je ook gebruiken voor
versnellen en vertragen
- Als de kracht een paar keer verandert van de ene naar de andere constante waarde,
kan je voor verschillende stukken W = F x s toepassen en de resultaten optellen voor
de totale arbeid.
Om aan te geven dat je dit bij elkaar optelt gebruik je een stigma