100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Vermogensrecht Samenvatting

Rating
-
Sold
-
Pages
43
Uploaded on
26-11-2025
Written in
2025/2026

Met behulp van deze samenvatting heb ik een 8 weten te behalen voor het vak vermogensrecht (aan de UvA). De samenvatting is niet alleen toepasbaar voor UvA-studenten, maar ook voor studenten van andere universiteiten. De samenvatting geeft o.a. inzicht over: goederenrecht, contractrecht, aansprakelijkheid en overdracht.

Show more Read less
Institution
Course













Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
November 26, 2025
Number of pages
43
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

Vermogensrecht
Samenvatting



Inhoud
Table of Contents
Behandeling Burgerlijk wetboek..................................................................................................................2
H1. Vermogensrecht..................................................................................................................................3
H2. Totstandkoming van obligatoire overeenkomsten.....................................................................................6
H3. Vertegenwoordiging krachtens volmacht................................................................................................9
H4. Vaststellen van de inhoud van de overeenkomst.....................................................................................10
H5. Nakoming........................................................................................................................................12
H6. Rechten van de schuldeiser.................................................................................................................13
H7. Onrechtmatige daad...........................................................................................................................16
H8. Verbintenissen uit andere bron dan onrechtmatige daad of overeenkomst..................................................19
H9. Schadevergoeding.............................................................................................................................20
H10. Overdracht......................................................................................................................................23
H11. Executie en Faillissement..................................................................................................................26
H12. Rangorde bij verhaal schade..............................................................................................................27
H13. Pand en Hypotheek..........................................................................................................................28
Arbeidsrechten........................................................................................................................................29
Syllabus.................................................................................................................................................30
Hoofdstuk 1............................................................................................................................................30
Hoofdstuk 2............................................................................................................................................32
Hoofdstuk 3............................................................................................................................................33
Hoofdstuk 4............................................................................................................................................34
Definities + voorbeelden...........................................................................................................................36
Wetsartikelen..........................................................................................................................................41

,Behandeling Burgerlijk wetboek
Boek 3 BW – Vermogensrecht in het algemeen
 Algemene regels over goederenrecht en verbintenissenrecht.
 Begrippen zoals:
o Goederen, zaken, vermogensrechten
o Zakelijke rechten (eigendom, beperkte rechten)
o Rechtshandelingen, vertegenwoordiging, verjaring
 Veel definities en basisregels die in latere boeken terugkomen.
Boek 4 BW – Erfrecht
 Regels over vererving bij overlijden.
 Testamenten, erfgenamen, legaten, legitimaire aanspraak.
 Aansprakelijkheid voor schulden van de nalatenschap.
Boek 5 BW – Zakelijke rechten
 Regels over eigendom en andere zakelijke rechten.
 Eigendom, mede-eigendom, erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal, appartementsrechten.
 Eenheidsbeginsel, natrekking, bestanddelen.
Boek 6 BW – Verbintenissenrecht algemeen
 Algemene regels over verbintenissen (afspraken, verplichtingen).
 Ontstaan van verbintenissen (contract, onrechtmatige daad, zaakwaarneming, ongerechtvaardigde
verrijking).
 Nakoming, schadevergoeding, ontbinding.
 Algemene bepalingen die gelden voor alle soorten overeenkomsten.
Boek 7 BW – Bijzondere overeenkomsten
 Specifieke regels per soort overeenkomst, o.a.:
o Koop en ruil
o Huur en pacht
o Arbeidsovereenkomst
o Opdracht
o Aanneming van werk
o Vervoer
 Ook consumentenbescherming bij overeenkomsten.

,H1. Vermogensrecht
Burgerlijk recht: het deel van het recht dat de rechtsverhoudingen regelt tussen privaatrechtelijke partijen —
meestal burgers, maar ook bedrijven, verenigingen of stichtingen. Het wordt ook wel privaatrecht genoemd en is in
Nederland vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek (BW).
Twee onderdelen:
- Personen- en familierecht
- Vermogensrecht

Het vermogen bestaat uit ‘goederen’.
Goederen (art 3:1 BW): alle zaken en alle vermogensrechten.
Zaken (art 3:2 BW): de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten.
Iedere zaak is een goed, maar niet elk goed is een zaak.
Een vermogensrecht is een goed, maar niet een zaak.

Registergoed (art 3:10 BW): goederen voor welker overdracht of vestiging inschrijving in daartoe bestemde
openbare register noodzakelijk is.
Alle onroerende zaken (pand, huis, etc.) zijn registergoederen (art 3:89 BW).
Andere voorbeelden registergoederen: enkele schepen, vliegtuigen, erfdienstbaarheid, erfpacht, opstalrecht, etc.

Erfdienstbaarheid: Het ene stuk grond (heersend erf) mag iets doen op of met het andere stuk grond (dienend erf).
Het gaat altijd om het voordeel van een stuk grond, niet van de persoon die het bezit.
Voorbeeld: Je mag over het erf van je buur lopen of rijden om bij je huis te komen. Je buur mag geen hoge
schutting bouwen die jouw uitzicht blokkeert
Erfpacht: Je mag een stuk grond gebruiken dat iemand anders bezit. Je blijft de grond huren van de eigenaar, In
ruil betaal je erfpachtcanon, een soort huur of jaarlijkse vergoeding.
Voorbeeld: Je koopt een huis, maar de grond hoort nog aan de gemeente.
Opstalrecht: het recht om iets te bouwen of te hebben op grond die van iemand anders is.
Voorbeeld: Een elektriciteitsbedrijf mag een transformatorhuisje op grond van een boer zetten en het blijft van het
bedrijf.

Verschil eigendom en bezit
Eigendom
 Juridisch recht: jij bent volgens de wet de eigenaar.
 Jij mag in principe alles met het voorwerp doen (gebruiken, verkopen, weggeven), zolang je je aan de wet
houdt
 Eigendom is een absoluut recht: een recht dat tegenover iedereen kan worden ingeroepen. Dat betekent
dat anderen verplicht zijn het recht te respecteren.
Bezits
 Feitelijke situatie: jij hebt het voorwerp in je macht en gedraagt je alsof het van jou is.
 Je hoeft geen eigenaar te zijn om bezitter te zijn

Wettelijke vormen van eigendomsverkrijging:
 Overdracht (art 3:84 BW -> drie eisen voor overdracht)
 Natrekking (art 5:14 jo. 5:20 BW)
 Vermenging (5:15 BW -> zelfde regels als voor natrekking)
 Zaaksvorming (5:14 – 5:16 BW)
 Verjaring

,  Erfopvolging
 boedelmenging




Vorderingsrecht is het recht dat je hebt om van iemand anders een prestatie te eisen.
Vorderingsrechten vallen onder het verbintenissenrecht (Boek 6 BW).
Ze ontstaan meestal uit:
1. Overeenkomsten – bijvoorbeeld koop, huur, lening.
Als jij een laptop koopt, heb jij het vorderingsrecht dat de verkoper de laptop levert.
2. Onrechtmatige daad – bijvoorbeeld schade door iemand anders.
Als iemand jouw raam inschopt, heb jij het vorderingsrecht op schadevergoeding.
3. Ongerechtvaardigde verrijking of zaakwaarneming – speciale situaties waarin de wet een
vorderingsrecht toekent

Belangrijkste kenmerken vorderingsrecht:
- Het is persoonlijk recht (relatief recht): alleen de betrokken partijen (schuldeiser en schuldenaar) zijn
eraan gebonden.
- Het geeft je geen direct recht op een bepaald voorwerp (dat is eigendom), maar op een prestatie van
iemand anders

Verschil absoluut recht en relatief recht:
Absoluut recht: recht dat tegenover iedereen kan worden ingeroepen. Dat betekent dat anderen verplicht zijn het
recht te respecteren.
Twee aspecten van absoluut recht: exclusiviteit en gevolg (droit de suite)
Relatief recht: recht dat alleen tegenover een specifieke persoon geldt (zoals een contractuele verplichting).

Verschil zakelijk en persoonlijk recht
zakelijk recht: een recht dat iemand direct op een zaak heeft en dat tegen iedereen afdwingbaar is (absoluut recht)
 Recht op een zaak (art 3:2 BW)
 Eigendom is een zakelijk recht (art 5:1 BW)
 Het geldt tegenover iedereen (erga omnes)
 Het betreft een ding of goed (roerend of onroerend)
 Voorbeeld: hypotheekrecht
Persoonlijke recht: (ook wel verplichtingsrecht) is een recht dat iemand tegen een specifieke persoon kan
uitoefenen (relatief recht).
 Het geldt alleen tegen de schuldenaar (relatief recht)
 Vorderingsrecht is een persoonljik recht
 Het ontstaan vaak uit een overeenkomst of onrechtmatige daad
 Het gaat om prestatie of verbintenis, niet direct over een ding
 Voorbeeld: recht op schadevergoeding of recht op betaling factuur.

Erga omnes:
- Een recht dat erga omnes werkt, kan je tegen iedereen inroepen. (absoluut recht)
- Iedereen is dus verplicht het recht te respecteren, ook mensen die geen contractuele relatie met jou hebben
Inter partes:
 Een recht dat inter partes werkt, geldt alleen tussen specifieke personen die bij het recht betrokken zijn.
 relatieve rechten, zoals vorderingen uit een overeenkomst of uit onrechtmatige daad.
 Derden die niet partij zijn bij de rechtsverhouding, hoeven het recht niet te respecteren

Eenheidsbeginsel (art 5:3 BW): eigendom van een zaak ook automatisch de eigendom omvat van al haar
bestanddelen.
 Je kunt een bestanddeel niet apart bezitten of verkopen zonder de hoofdzaak.

,  Alles wat bestanddeel is van de zaak, volgt automatisch de eigendom van de hoofdzaak (nemo plus-
gedachte: je kunt niet meer rechten overdragen dan je hebt)
 Voorbeeld: Een huis én het dak: wie eigenaar is van het huis, is ook eigenaar van het dak (bestanddeel)
Twee criteria van een bestanddeel (art 3:4 BW):
1) Al hetgeen volgens verkeersopvatting onderdeel van een zaak uitmaakt, is een bestanddeel van die zaak
2) Een zaak die met een hoofdzaak zodanig verbonden wordt, dat zij daarvan niet kan worden afgescheiden
zonder dat beschadiging van betekenis wordt toegebracht aan de zaak.
Verband met zakelijk en persoonlijk recht:
Zakelijk recht: Door het eenheidsbeginsel strekt een zakelijk recht zich automatisch uit tot alle bestanddelen van die
zaak.
 Direct effect
 Voorbeeld: Heb je een hypotheek op een huis, dan geldt die hypotheek automatisch ook op het dak,
ramen, leidingen, etc., omdat die bestanddelen van het huis zijn.
Persoonlijk recht: (zoals vorderingen uit een huur- of koopcontract) richten zich op een persoon, niet rechtstreeks
op een zaak.
 Indirect effect
 Voorbeeld: Als je bijvoorbeeld huurt en de verhuurder iets toevoegt aan het gehuurde (dat een bestanddeel
wordt), heb je geen recht om dat onderdeel apart te claimen.

Nemo-plus gedachte: Als iemand iets verkoopt of overdraagt, kan hij geen sterker recht vestigen bij de koper dan
hij zelf had. Dit beschermt de rechtszekerheid: de koper kan nooit meer rechten krijgen dan de verkoper had.
Voorbeeld: Jan is geen eigenaar van een fiets, maar verkoopt hem aan Piet. Volgens de nemo-plus-regel kan Piet
geen eigendom verkrijgen, omdat Jan zelf geen eigendom had.


Beperkte rechten:
Eigendom (art 5:1 BW): het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben.
Beperkt recht (art 3:81 BW): een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht, hetwelk met het beperkte
recht is bezwaard. Er is altijd een ‘moederrecht’ (bijvoorbeeld eigendom), waaruit dat moederrecht een deel van
de bevoegdheden wordt afgezonderd en gegeven aan een ander.
Voorbeelden beperkt recht:
Gebruik en genot:
 Vruchtgebruik (art. 3:201 BW)
 Erfdienstbaarheid (art. 5:70 BW)
 Erfpacht (art. 5:85 BW)
 Opstalrecht (art. 5:101 BW)
 Appartementsrecht (art 5:106 BW)
Zekerheid:
 Hypotheek (art. 3:227 BW)
 Pandrecht (art. 3:236 BW)

gesloten stelsel van beperkte rechten (ook wel numerus clausus genoemd): in het Nederlandse goederenrecht
alleen die beperkte rechten kunt vestigen die de wet kent. Je kunt dus niet zelf een nieuw type zakelijk recht
bedenken en laten gelden tegenover derden.
Redenen voor een gesloten stelsel van beperkte rechten:
- Zekerheid voor rechtsverkeer
- Voorkomt chaos
- Bescherming van derden
Alternatief: Je kunt wél creatief zijn binnen persoonlijke rechten (contracten), omdat die alleen tussen partijen
werken.

, H2. Totstandkoming van obligatoire
overeenkomsten
De obligatoire overeenkomst vormt het middel waardoor partijen zelfstandig onderlinge rechtsbetrekkingen
kunnen aanknopen.
Verbintenis: vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen schuldenaar en schuldeiser.

Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding daarvan (art 6:217 BW).
Aanbod: de wilsverklaring waarin een voorstel is vervat.
Aanvaarding van dit aanbod doet deze overeenkomst tot stand komen.
Bijkomstige rechten en plichten hoeven niet in het aanbod te worden vastgelegd.

Bijzondere situatie: Een derde doet een aanbod, waarbij beide partijen aanvaarden.

Wilsrecht: recht om door eenzijdige wilsverklaring een rechtsgevolg in het leven te roepen, zoals een
overeenkomst.
Het aanbod verliest kracht in de volgende gevallen:
- Degene tot wie het aanbod is gericht verwerpt deze (art 6:221 BW)
- Tijdverloop (duur verschilt)
- De aanbieder herroept zijn aanbod (art 6:219 BW): dit kan zonder gevolgen indien dit gebeurd voor
aanvaarding.

Vrijblijvend aanbod: ook na het aanbod, kan het aanbod worden herroepen op voorwaarde dat dit onverwijld
geschiedt (art 6:219 BW).
Onverwijld: direct en voortvarend handelen naar kennis.
Onherroepelijk aanbod: gedurende de termijn van onherroepelijkheid, kan het aanbod niet worden herroepen,
ookal is deze nog niet aanvaard.
Formuleringen van onherroepelijkheid:
- “aanbod geldig tot … “
- “ aanvaarding dient te geschieden voor … “

Tijdstip overeenkomst = het moment van aanvaarding.
Het moment van aanvaarding is soms lastig om concreet vast te stellen, want wanneer vind/vond er aanvaarding
plaats?
Dit is mede van belang voor het herroepen van het aanbod.

vernietigbare rechtshandeling: Een rechtshandeling is vernietigbaar wanneer deze in beginsel geldig is, maar door
een specifieke partij kan worden vernietigd vanwege bepaalde gebreken
nietige rechtshandeling: Een rechtshandeling is nietig wanneer deze van meet af aan ongeldig is volgens de wet

Handelingsbekwaamheid (art 3:32 BW): je kan een rechtshandeling uitvoeren
 “Iedere persoon is bekwaam tot het verrichten van rechtshandelingen, voor zover de wet niet anders
bepaalt” (art 3:32 BW)
Beperkt handelingsbekwaam: minderjarigen of mensen onder curator
Gevallen waarin minderjarige volledige geldige rechtshandeling verricht:
 Art 1:234 BW: een minderjarige heeft toestemming van een wettelijke vertegenwoordiger

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
cherisevanegten1 Universiteit van Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
23
Member since
2 year
Number of followers
11
Documents
13
Last sold
1 month ago

4,0

1 reviews

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions