100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Module 5 leerdoelen - Algemene Biologie

Rating
-
Sold
-
Pages
31
Uploaded on
24-11-2025
Written in
2023/2024

Alle leerdoelen zijn hier uitgewerkt voor het vak Algemene Biologie - gegeven door prof Kim Roelants Opgepast: 5.4 en een deel van 5.3 zijn niet uitgewerkt - de vragen staan er wel bij!!

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
November 24, 2025
Number of pages
31
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

lOMoARcPSD|14819451




Hoofdstuk 5 – De diversiteit van het leven
Conceptuele stappen tijdens de abiogenese

1) de abiotische synthese van organische moleculen (aminozuren, nucleobasen)
2) spontane (niet-enzymatische) polymerisatie v. deze moleculen tot macromoleculen 3)
ontstaan van vesikels
4) verwerven van een zelf-replicerende capaciteit door deze macromoleculen ->
overerving ennatuurlijke selectie
5) verpakken van deze macromoleculen in protocellen (vesikel-achtige
membraanstructuren die interne chemie scheiden van de buitenwereld)

De hypothese van Oparin en Haldane + alternatieve scnenario’s voor abiogenese

Reducerende atmosfeer, de energie van bliksem en UV straling zijn genoeg voor een spontane
synthese van organische moleculen -> vroege oceanen = oersoep van organische moleculen

Recentere aanwijzingen tonen aan dat de atmosfeer niet reducerend was

Alternatieve hypotheses niet uitgaand van een reducerende atmosfeer:
- vulkanische omstandigheden
- in alkalische hydrothermale bronnen in de diepzee- via meteorieten

Miller-Urey experiment

Doel: het bewijzen dat abiotische synthese van organische moleculen (bv aminozuren)
mogelijk is in een Oparin-Haldane scenario

Resultaat: het bevestigde de hypothese

Ontstaan van protocellen

Mogelijks ontstaan uit eenvoudige vesikels gevuld met vloeistof en met een membraanachtige
structuur (in water kunnen lipiden en andere org. Moleculen spontaan vesikels vormen met
een lipide dubbellaag)

Labo-experimenten -> aanwezigheid van montmorilloniet (minerale klei in vulkanisch
sediment) versnelt de vorming van vesikels

Vesikels kunnen eigenschappen van cellullair leven vertonen:
- eenvoudige groei
- reproductie
- metabolisme
- onderhouden van interne omgeving die vss met de buitenwereld`




Module 5 – leerdoelen Fie Thijs

, lOMoARcPSD|14819451




RNA-wereld hypothese en de vroege evolutie van zelf-replicerend RNA

Één van de meest bestudeerde modellen voor abiogenese -> postuleert dat RNA de eerste
zelfreplicerende macromolecule was

Polymerisatie en replicatie -> oorspronkelijk spontaan geweest zijn tot ribozymen (enzymen
bestaande uit RNA) ontstonden

RNA polymeren -> spontaan vormen wanneer oplossing met nucleotiden op heet zand, klei of
pyriet (FeS2) wordt gedruppeld (ook voor polypeptiden)

Zowel abiotische substraten als de eerder gevormde polymeren kunnen als catalysatoren voor
verdere synthese hebben gediend.

Replicatiefouten (= mutaties) -> aanleding tot nieuwe structuren (snellere & accuratere
replicatie) -> RNA molecules met beste replicatie-capaciteiten laten meer gerepliceerde
dochtermoleculen na = NATUURLIJKE SELECTIE.

Zelf-replicerende ribozymen zijn reeds d.m.v. natuurlijke selectie gecreëerd kunnen worden in
laboratoriumexperimenten => Proof of concept.

Phylogenetic bracketing kan inzicht verschaffen in een voorouder als LUCA

Recente reconstructies obv phylogenetic bracketing identificeerde 355 genen die meerdere
bacteriën en Archaea delen en dus reeds in LUCA aanwezig moeten geweest zijn. De genen
waren betrokken in celmetabolisme, celbouw en genetische functies

-> LUCA was wss een autotrofe, anaërobe prokaryoot die leefde in een hydrothermisch
habitat

De variatie in grootte van prokaryoten

Meeste prokaryoten -> 1-10 µm
Extremen:
- bacteriën in de genera Mycoplasma en Ricksettsia -> 0,1 µm
- Thiomargarita magnifica -> cellen tot groter dan 1 cm (zichtbaar met blote oog)

De veel voorkomende morfologische vormen van prokaryoten

1) cocci = bolvormige cellen (solitair, in paren, in ketens of clusters voorkomen)
2) bacilli = staafvormige cellen (meestal solitair, soms ook in ketens)
3) spirilli = spiraalvormige cellen (ook soms kommavormig of draadvormig)




Module 5 – leerdoelen Fie Thijs

, lOMoARcPSD|14819451




De celwanden van archaea en bacteriën

Bacteriële celwanden -> peptidoglycaan (aka mureïne) = netwerk van polysacchariden
opgebouwd uit aminosuikers (NAG en NAM en gecrosslinkt met korte polypeptiden =
oligopeptiden)

Celwanden van Archaea -> vss polysacchariden en (glyco)proteïnen die een S-laag vormen
maar geen peptidoglycaan (sommige Archaea hebben celwand met psuedo-peptidoglycaan)

Het verschil tussen gram-positieve en gram-negatieve bacteriën

Gramkleuring = klassering van bacteriën obv algemene celwandopbouw -
> snelle identificatiemethode bij mogelijke infecties

Penicilline en vancomycine inhiberen crosslink-vorming in peptidoglycaan -
> menselijke cellen zijn bestand tegen deze antibiotica

Gram-positieve bacteriën = eenvoudige celwand met dikke laag peptidoglycaan
-> paarse kleurstof bewaard in celwand na spoeling met ethanol (paars onder microscoop)

Gram-negatieve bacteriën = dunnere laag peptidoglycaan tussen 2 plasmamembranen
(buitenste bedekt met lipopolysacchariden) ->
rode kleur (safranine) dring cel binnen

Ruimte tussen 2 plasmamembranen = periplasma
Gram-positieve bacteriën vormen monofyletische groep = clade




Module 5 – leerdoelen Fie Thijs

, lOMoARcPSD|14819451




Overlevingskansen van bacteriën bij extreme droogtes

Celwand van prokaryoten -> kleverige laag polysacchariden of proteïnen die vasthechting aan
substraten ( of elkaar) bevordert = capsule of slijmlaag

Water en/of nutriënten uitgeput -> veel bacteriën kunnen metabolisch inactieve endospore
vormen (chromosoom gekopieerd en 1 vd 2 dochterchromosomen ingekapseld in meerlagige
structuur van membranen en proteïnen + rest vd cel breekt af -> endospore komt vrij)

Endosporen -> extreme omstandigheden overleven + eeuwenlang vatbaar blijven

Verschil in DNA-organisatie tussen prokaryoten en eukaryoten

Prokaryoten hebben:
- minder DNA (+ kleinere genen#) dan eukaryoten -> minder eiwitten
- één (of enkele) circulaire chromosomen ipv meerdere lineaire
- meerdere kleinere circulaire DNA moleculen = plasmiden
- geen nucleus -> chromosoom lig in de nucleoïde (membraanloze regio)

Prokaryoten hebben een hoog adaptatievermogen

1) snelle reproductie
Ééncellig en klein + binaire deling (simpel en snel) + korte generatietijd -> kunnen dus
gigantische populatiegroottes bereiken

2) hoge mutatiesnelheid
Op korte generatietijd kunnen opeenvolgende mutaties snel accumuleren + in grote populaties
-> veel mutaties in parallel gebeuren

3) genetische recombinatie (zonder meiose of fertilisatie)
- transformatie
- transductie- conjugatie

Wanneer recombinatie gebeurt tussen individuen van vss soorten = horizontale gentransfer

Grote genetische diversiteit in prokaryotische populaties -> snelle adaptatie door natuurlijke
selectie




Module 5 – leerdoelen Fie Thijs
R131,90
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
fiethijs

Document also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
fiethijs Vrije Universiteit Brussel
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
0
Member since
1 year
Number of followers
0
Documents
7
Last sold
-

0,0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions