Proeftentamen Inleiding Recht (Start in de (sociaal) juridische wereld 1).
Vraag 1
Een voorbeeld van publiekrecht is?
A strafprocesrecht c!
B burgerlijk procesrecht
C arbeidsrecht
Vraag 2
Een vonnis is een uitspraak van een rechter, van welke rechter komt deze
uitspraak ?
A De Hoge Raad
B De rijdende rechter
C De rechtbank c!
Vraag 3
De levering van goederen zoals omschreven in boek 3 van het BW is een
voorbeeld van?
A Het materiële publiekrecht
B Het formele privaatrecht
C Het materiële privaatrecht c!
Vraag 4
De APV van Groningen waarbij je geen fietsen buiten de rekken mag plaatsen
op het station is een voorbeeld van?
A Een wet in formele zin
B Formeel recht
C Een wet in materiële zin c!
Vraag 5
Een afspraak in je coachgroep om niet te laat te komen is?
A Een wet in formele zin
B Gewoonterecht
C Geen rechtsbron c!
Vraag 6
Artikel 1:65 BW is een voorbeeld van?
A Dwingend recht c!
B Semi-dwingend recht
C Regelend recht
, Vraag 7
Wat is juist met betrekkingen tot goederen volgens boek 3 van het BW?
A Goederen zijn alle voor menselijkere beheersing vatbare stoffelijk objecten
B Dieren zijn goederen
C Vermogensrechten zijn goederen C!
Vraag 8
De eisen voor overdacht van een goed krachtens artikel 3:84 zijn, zijnde een
geldige titel, een levering en bevoegdheid om over het goed te beschikken,
zijn?
A Cumulatief C!
B Alternatief
C Cumulatief en alternatief
Vraag 9
Wat is de termijn voor het instellen van hoger beroep in strafzaken indien de
verdachte op de terechtzitting is verschenen?
A 14 dagen C!
B 6 weken
C 2 maanden
Vraag 10
Indien er in Groningen 199.000 inwoners zijn hoeveel leden dienen er dan in
de raad zitting te nemen?
A 37
B 39 C!
C 45
Vraag 11
Wat is geen absoluut recht?
A Erfdienstbaarheid
B Eigendom van grond
C Recht op betaling van geld C!
Vraag 12
Wat is geen voorwaarde voor een beroep op artikel 3:86 BW?
A Goede trouw
B Onroerende zaak C!
C levering krachtens artikel 3:90 BW of 3:91 BW of 3:93 BW
Vraag 1
Een voorbeeld van publiekrecht is?
A strafprocesrecht c!
B burgerlijk procesrecht
C arbeidsrecht
Vraag 2
Een vonnis is een uitspraak van een rechter, van welke rechter komt deze
uitspraak ?
A De Hoge Raad
B De rijdende rechter
C De rechtbank c!
Vraag 3
De levering van goederen zoals omschreven in boek 3 van het BW is een
voorbeeld van?
A Het materiële publiekrecht
B Het formele privaatrecht
C Het materiële privaatrecht c!
Vraag 4
De APV van Groningen waarbij je geen fietsen buiten de rekken mag plaatsen
op het station is een voorbeeld van?
A Een wet in formele zin
B Formeel recht
C Een wet in materiële zin c!
Vraag 5
Een afspraak in je coachgroep om niet te laat te komen is?
A Een wet in formele zin
B Gewoonterecht
C Geen rechtsbron c!
Vraag 6
Artikel 1:65 BW is een voorbeeld van?
A Dwingend recht c!
B Semi-dwingend recht
C Regelend recht
, Vraag 7
Wat is juist met betrekkingen tot goederen volgens boek 3 van het BW?
A Goederen zijn alle voor menselijkere beheersing vatbare stoffelijk objecten
B Dieren zijn goederen
C Vermogensrechten zijn goederen C!
Vraag 8
De eisen voor overdacht van een goed krachtens artikel 3:84 zijn, zijnde een
geldige titel, een levering en bevoegdheid om over het goed te beschikken,
zijn?
A Cumulatief C!
B Alternatief
C Cumulatief en alternatief
Vraag 9
Wat is de termijn voor het instellen van hoger beroep in strafzaken indien de
verdachte op de terechtzitting is verschenen?
A 14 dagen C!
B 6 weken
C 2 maanden
Vraag 10
Indien er in Groningen 199.000 inwoners zijn hoeveel leden dienen er dan in
de raad zitting te nemen?
A 37
B 39 C!
C 45
Vraag 11
Wat is geen absoluut recht?
A Erfdienstbaarheid
B Eigendom van grond
C Recht op betaling van geld C!
Vraag 12
Wat is geen voorwaarde voor een beroep op artikel 3:86 BW?
A Goede trouw
B Onroerende zaak C!
C levering krachtens artikel 3:90 BW of 3:91 BW of 3:93 BW