INTRODUCTIE REVAKI
1. DE GRONDSLAGEN
1.1 DEFINITIES
- Revalidatie: proces van herstel van de mogelijkheden van een individu om zo normaal mogelijk
te leven/ werken na een invaliderende ziekte/letsel.
o Doel: maximale fysieke en mentale fitness
- Kinesitherapie: therapie gericht op beweging
o Doel: functionaliteit en beweging verbeteren/onderhouden/herstellen
- Wetenschap: systematisch verkregen, geordende en verifieerbare menselijke kennis
- Fysiotherapie: therapie met natuurkundige middelen
- Stelsels:
o Beenderstelsel (musculoskeletale)
o Spierstelsel
o Ademhalingsstelsel
o Bloedvatenstelsel
o Verteringsstelsel
o Zenuwstelsel
o Huid
o Voortplantingsstelsel
o Urinestelsel
o Hormoonstelsel
o Lymfestelsel
- Voornaamste domeinen:
o Musculoskeletale: orthopedische, traumatische, reumatische
o Cardiovasculaire
o Respiratoire
o Neurologische
o Pediatrie
o Geriatrie
o Urogynaecologie
o Psychiatrie
,1.2 HOE HET BEGON
- Oude China (1000 AC)/ oude Griekenland:
o Begin van revalidatie
o Niet lang immobiliseren -> kans op verstijven
o Behandelingen: hydrotherapie (water), massages, oefeningen (Kung Fu in China)
- Heirodikos (500AC): Trakische arts -> eerste sportarts
o Eerste die therapeutische oefeningen gebruikt:
• Gewichtheffen, wandelen massages, dieetvormen
- Hippocrates: vader van geneeskunde
o Oefentherapie om kracht te winnen
- Haneveld (1979): religieuze en magische sfeer
o Behandeling: ‘hand’ <-> chirurgie: ‘cheir’ = hand <-> manipulatie: manus = hand
- Galenus (150AC): Romein
o Massages, mobilisaties, manuele technieken
- Ambroise Paré (1510-1590): Franse chirurg
o Voorstander van fysiotherapie en massage
§ Massage en oefeningen zijn doorheen de tijd altijd aanwezig
- Per Ling (1776-1839): Zweed
o Introductie Zweedse gymnastiek
• Zweedse banken (hedendaagse sportbanken)
• Groepsgymnastiek
è Voordeel: 1 leraar/therapeut kon hele groep instrueren
è Nadeel: op dat moment geen gekwalificeerde therapeuten
• Zweedse massagetechnieken: Chinese gevechtsport + massage
- Gustav Zander (1835-1920): Zweed
o Mechanische toestellen (om gebrek aan gekwalificeerd personeel op te vangen)
• Past in wereldbeeld van toen (machines gaan mensen vervangen)
o Passieve machines: met motoren
• D-klasse: 3 toestellen -> stimulatie evenwicht op paard
• E-klasse: motoren op passieve bewegingen
• F-klasse: 2 triltoestellen
• G-klasse: percussietoestellen
• H- en J-klasse: wrijven en massage (7 toestellen)
• K-klasse: rek en strek toestellen
• L-klasse: combinatietoestellen (passief en actief)
o Actieve machines: patiënt moet het tegen weerstand in beweging brengen
• A-klasse: bovenste lidmaat
• B-klasse: onderste lidmaat
• C-klasse: romp
, - Eind 19e eeuw – begin 20ste eeuw:
o Ontdekkingen: röntgenstralen (1895), bloedgroepen (1901)
o Stijgende kennis over: Immunologie, endocrinologie, anesthesie, vitaminen
o 4 therapievormen: medische gymnastiek, mechanotherapie, elektrotherapie, fysiotherapie
- Begin in België:
o WOI: gewonde soldaten moesten revalideren
• In begin Zweedse/Engelse verpleegkundigen zorgen voor revalidatie
• Bijgestaan door militaire turnleraren
• Later ook andere verpleegkundigen
o Revalidatie in België:
• 1. Aan front: soldaten konden snel terug
• 2. Ver weg van front: volledig revalideren
• Ontstaan ergotherapie
-> soldaten die niet meer konden vechten kregen andere functie
o Geen staal van Duitsland -> geen Zander-toestellen
• Actieve toestellen nagebootst met kabels en katrollen
-> zorgde voor evolutie
1.3 ACTUALITEIT EN TOEKOMST
- Belangrijk dat kinesitherapie meegaat met evolutie en technologie
- Telerevalidatie:
o Voor mensen die ver weg wonen
o Tijdens pandemie
o Apps aanvaard door Belgische overheid
1.4 VAN BIOMEDISCH NAAR BIOPSYCHOSOCIAAL
- Biomedisch (oudst):
o Probleem zit in het individu (geen rekening met omgeving, persoon)
o Focus op ziekte/letsel, niet op de gezondheid -> geen ziekte = gezond
- Biopsychosociale:
o Opgericht door Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
o Gebruik van ICF-model
o Gedrag en omgeving van patiënt cruciaal
o Emotionele en mentale gezondheid
o Sociale impact
• Enkelletsel oma en Mbappé -> verschillende impact
, 2. ICF-CLASSIFICATIE EN BIOPSYCHOSOCIAAL MODEL
2.1 INLEIDING
- International Classification of Disease (ICD):
o Ziekte gerelateerd -> elke aandoening heeft een unieke code
o Biomedisch model
- International Classification of Functioning (ICF):
o Naast gezondheidscomponenten ook aanhangende componenten
o Menselijk functioneren in 3 perspectieven:
• Menselijk organisme
• Menselijk handelen
è Activiteiten
è Participatie
• Mens als deelnemer aan het maatschappelijk leven
è Activiteiten
è Participatie
2.2 DOELSTELLINGEN VAN DE ICF
- Wetenschappelijke grondslag voor het begrijpen en bestuderen van het menselijk functioneren.
- Gemeenschappelijke taal om communicatie tussen zorgversterkers te verbeteren.
- Gegevens in tijd en verschillende landen/vakgebieden/sectoren vergelijkbaar maken.
- Systematisch codestelsel voor informatiesystemen in de gezondheidszorg
o Klinische instrumenten (bv: vragenlijsten)
2.3 EIGENSCHAPPEN
2.3.1 DE DELEN EN DE COMPONENTEN VAN DE ICF
- Het menselijk functioneren en de problemen daarmee:
o Menselijk organisme:
• Functies van het organisme
• Anatomische eigenschappen
o Activiteiten en participatie:
• Perspectief van het menselijk handelen
• Deelname aan het maatschappelijke leven
- Externe en persoonlijke factoren:
o Functioneringsproblemen:
• Stoornissen
• Beperkingen
• Participatieproblemen
o Functioneren:
• Niet-problematische aspecten
§ Lees constructen in cursus (pagina 18)
1. DE GRONDSLAGEN
1.1 DEFINITIES
- Revalidatie: proces van herstel van de mogelijkheden van een individu om zo normaal mogelijk
te leven/ werken na een invaliderende ziekte/letsel.
o Doel: maximale fysieke en mentale fitness
- Kinesitherapie: therapie gericht op beweging
o Doel: functionaliteit en beweging verbeteren/onderhouden/herstellen
- Wetenschap: systematisch verkregen, geordende en verifieerbare menselijke kennis
- Fysiotherapie: therapie met natuurkundige middelen
- Stelsels:
o Beenderstelsel (musculoskeletale)
o Spierstelsel
o Ademhalingsstelsel
o Bloedvatenstelsel
o Verteringsstelsel
o Zenuwstelsel
o Huid
o Voortplantingsstelsel
o Urinestelsel
o Hormoonstelsel
o Lymfestelsel
- Voornaamste domeinen:
o Musculoskeletale: orthopedische, traumatische, reumatische
o Cardiovasculaire
o Respiratoire
o Neurologische
o Pediatrie
o Geriatrie
o Urogynaecologie
o Psychiatrie
,1.2 HOE HET BEGON
- Oude China (1000 AC)/ oude Griekenland:
o Begin van revalidatie
o Niet lang immobiliseren -> kans op verstijven
o Behandelingen: hydrotherapie (water), massages, oefeningen (Kung Fu in China)
- Heirodikos (500AC): Trakische arts -> eerste sportarts
o Eerste die therapeutische oefeningen gebruikt:
• Gewichtheffen, wandelen massages, dieetvormen
- Hippocrates: vader van geneeskunde
o Oefentherapie om kracht te winnen
- Haneveld (1979): religieuze en magische sfeer
o Behandeling: ‘hand’ <-> chirurgie: ‘cheir’ = hand <-> manipulatie: manus = hand
- Galenus (150AC): Romein
o Massages, mobilisaties, manuele technieken
- Ambroise Paré (1510-1590): Franse chirurg
o Voorstander van fysiotherapie en massage
§ Massage en oefeningen zijn doorheen de tijd altijd aanwezig
- Per Ling (1776-1839): Zweed
o Introductie Zweedse gymnastiek
• Zweedse banken (hedendaagse sportbanken)
• Groepsgymnastiek
è Voordeel: 1 leraar/therapeut kon hele groep instrueren
è Nadeel: op dat moment geen gekwalificeerde therapeuten
• Zweedse massagetechnieken: Chinese gevechtsport + massage
- Gustav Zander (1835-1920): Zweed
o Mechanische toestellen (om gebrek aan gekwalificeerd personeel op te vangen)
• Past in wereldbeeld van toen (machines gaan mensen vervangen)
o Passieve machines: met motoren
• D-klasse: 3 toestellen -> stimulatie evenwicht op paard
• E-klasse: motoren op passieve bewegingen
• F-klasse: 2 triltoestellen
• G-klasse: percussietoestellen
• H- en J-klasse: wrijven en massage (7 toestellen)
• K-klasse: rek en strek toestellen
• L-klasse: combinatietoestellen (passief en actief)
o Actieve machines: patiënt moet het tegen weerstand in beweging brengen
• A-klasse: bovenste lidmaat
• B-klasse: onderste lidmaat
• C-klasse: romp
, - Eind 19e eeuw – begin 20ste eeuw:
o Ontdekkingen: röntgenstralen (1895), bloedgroepen (1901)
o Stijgende kennis over: Immunologie, endocrinologie, anesthesie, vitaminen
o 4 therapievormen: medische gymnastiek, mechanotherapie, elektrotherapie, fysiotherapie
- Begin in België:
o WOI: gewonde soldaten moesten revalideren
• In begin Zweedse/Engelse verpleegkundigen zorgen voor revalidatie
• Bijgestaan door militaire turnleraren
• Later ook andere verpleegkundigen
o Revalidatie in België:
• 1. Aan front: soldaten konden snel terug
• 2. Ver weg van front: volledig revalideren
• Ontstaan ergotherapie
-> soldaten die niet meer konden vechten kregen andere functie
o Geen staal van Duitsland -> geen Zander-toestellen
• Actieve toestellen nagebootst met kabels en katrollen
-> zorgde voor evolutie
1.3 ACTUALITEIT EN TOEKOMST
- Belangrijk dat kinesitherapie meegaat met evolutie en technologie
- Telerevalidatie:
o Voor mensen die ver weg wonen
o Tijdens pandemie
o Apps aanvaard door Belgische overheid
1.4 VAN BIOMEDISCH NAAR BIOPSYCHOSOCIAAL
- Biomedisch (oudst):
o Probleem zit in het individu (geen rekening met omgeving, persoon)
o Focus op ziekte/letsel, niet op de gezondheid -> geen ziekte = gezond
- Biopsychosociale:
o Opgericht door Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
o Gebruik van ICF-model
o Gedrag en omgeving van patiënt cruciaal
o Emotionele en mentale gezondheid
o Sociale impact
• Enkelletsel oma en Mbappé -> verschillende impact
, 2. ICF-CLASSIFICATIE EN BIOPSYCHOSOCIAAL MODEL
2.1 INLEIDING
- International Classification of Disease (ICD):
o Ziekte gerelateerd -> elke aandoening heeft een unieke code
o Biomedisch model
- International Classification of Functioning (ICF):
o Naast gezondheidscomponenten ook aanhangende componenten
o Menselijk functioneren in 3 perspectieven:
• Menselijk organisme
• Menselijk handelen
è Activiteiten
è Participatie
• Mens als deelnemer aan het maatschappelijk leven
è Activiteiten
è Participatie
2.2 DOELSTELLINGEN VAN DE ICF
- Wetenschappelijke grondslag voor het begrijpen en bestuderen van het menselijk functioneren.
- Gemeenschappelijke taal om communicatie tussen zorgversterkers te verbeteren.
- Gegevens in tijd en verschillende landen/vakgebieden/sectoren vergelijkbaar maken.
- Systematisch codestelsel voor informatiesystemen in de gezondheidszorg
o Klinische instrumenten (bv: vragenlijsten)
2.3 EIGENSCHAPPEN
2.3.1 DE DELEN EN DE COMPONENTEN VAN DE ICF
- Het menselijk functioneren en de problemen daarmee:
o Menselijk organisme:
• Functies van het organisme
• Anatomische eigenschappen
o Activiteiten en participatie:
• Perspectief van het menselijk handelen
• Deelname aan het maatschappelijke leven
- Externe en persoonlijke factoren:
o Functioneringsproblemen:
• Stoornissen
• Beperkingen
• Participatieproblemen
o Functioneren:
• Niet-problematische aspecten
§ Lees constructen in cursus (pagina 18)