Samenvatting Blok 2 Probleem 3

Onderwijsgroep 2. Inleiding in de Pedagogische Wetenschappen
Leerdoelen bij probleem 3.

Gelezen bronnen:
 Korte samenvatting Bresky1
 NCKO 20132
 Opvoeding als spiegel van de samenleving3

 Wat is het effect van kinderopvang op de ontwikkeling van het kind?

Onderscheid tussen jonge (0-2 jaar) en oude (2-4 jaar) kinderen

3 dimensies met verschillende effecten:
1. Type omvang
 Jonge kinderen in kinderopvang betere cognitieve vaardigheden dan degene die
thuisopvang genieten, vanwege aandacht voor instructie, structuur, etc.
 Geen duidelijk patroon in sociale ontwikkeling, geen eenduidige conclusie
 Welbevinden (gemoedstoestand) van kind in gastopvang is hoger
 Stresspatronen bij baby’s en peuters: hoger stresshormoon in kinderopvang dan in de
thuisopvang
2. Kwaliteit
 Om de kwaliteit te waarborgen moet worden voldaan aan de proces- en structurele
kwaliteit
 Proceskwaliteit
 Hoog: hogere vaardigheden, minder gedragsproblemen, hogere mate welbevinden,
minder stress, kan tekort in thuissituatie opvullen

 Structurele kwaliteit
 Lage staf-kind ratio zorgt voor hogere kwaliteit.
 Opleiding en trainingen zorgen voor betere cognitieve en sociaalemotionele
vaardigheden
 Mate van pedagogische kennis: autoritatief versus autoritair

 Gevolgen slechte kwaliteit:
 Meer lichamelijke stress
 Risicofactor voor slechte ontwikkeling voor kinderen met moeilijk temperament, die
vanaf jonge leeftijd en/of vaak naar de kinderopvang gaan
 Hoger geluidsniveau is slecht voor het welbevinden, te laag geluidsniveau zorgt voor
verveling
 Pedagogische medewerkers beschikken over onvoldoende sensitieve responsiviteit,
wat zorgt voor slechtere gehechtheid
3. Kwantiteit
 Meer tijd (aantal uren per dag) op de kinderopvang zorgt voor onveilige hechting met
de ouders (vooral bij baby’s) en probleemgedrag (niet onder alle omstandigheden)
 Kinderen uit achterstandsgezinnen vertonen juist minder probleemgedrag wanneer ze
vaak/veel/lang de kinderopvang bezoeken
 Kinderen vanaf 2 jaar die meer dan een jaar in de kinderopvang doorbrengen,
ontwikkelen meer schoolse vaardigheden. Dit is te verklaren vanuit het feit dat vanaf
het 2e levensjaar competenties pas gaan groeien.

Jongens worden vaker gecorrigeerd door pedagogisch medewerkers dan meisjes. 3
In de kinderopvang bestaat het personeel voor 99% uit vrouwen. Dat heeft nadelen:
1. Kinderen worden alleen uit vrouwelijk perspectief bekeken
2. Het rolpatroon dat aangeboden wordt is overwegend vrouwelijk
3. Minder aanbod technisch-uitdagende en wereld-ontdekkende activiteiten
4. Weinig begrip voor jongensachtige uitingen van problemen



 Welke factoren bepalen de kwaliteit van kinderopvang?