100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Inleiding Onderzoek Open Universiteit

Rating
-
Sold
-
Pages
41
Uploaded on
30-09-2025
Written in
2024/2025

Deze samenvatting heb ik gemaakt ter voorbereiding op het vak Inleiding Onderzoek aan de Open Universiteit. Dit als toelatingsmodule voor de premaster Pedagogische Wetenschappen in Rotterdam.

Institution
Course












Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
September 30, 2025
File latest updated on
September 30, 2025
Number of pages
41
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Thema 1: Basisconcepten
1.1 Wetenschappelijk onderzoek




Leerdoel 1: Wetenschap

Wetenschap vormt de zoektocht naar kennis, waarbij die kennis via een systematische methode
wordt verkregen. De wetenschappelijke methode vormt een systematische methode om te leren over
de werkelijkheid. De werkelijkheid kennen en begrijpen biedt inzicht in de wereld om ons heen, zodat
we deze (hopelijk) kunnen beïnvloeden.

Wetenschappelijk onderzoek wordt uitgevoerd om te kunnen achterhalen of een interventie werkt en
wat bepaalde effecten daarvan zijn. Wetenschappelijk onderzoek zorgt ervoor dat uitspraken over
deze interventies zo goed mogelijk kunnen aansluiten op de werkelijkheid.

Leerdoel 2: Empirische onderzoekscyclus

Een empirisch onderzoek is een onderzoek waarbij data wordt verzameld. De empirische
onderzoekscyclus bestaat uit vijf fasen:

1. Het formuleren van de onderzoeksvraag;
2. Het ontwerpen van een studie;
3. Het verzamelen van data;
4. Het analyseren van data;
5. Rapporteren.

Een empirisch onderzoek start met een onderzoeksvraag. Het ontwerp van een studie wordt aan de
hand van de onderzoeksvraag bepaald. Het doorlopen van de onderzoekscyclus is een iteratief
(=herhalend) proces. Na een onderzoek komen vaak weer nieuwe onderzoeksvragen of moeten
onderzoeksvragen bijgesteld worden. De fasen lopen soms dus door elkaar heen. Dataverzameling
kan nooit starten zonder het ontwerpen van de studie, dus een onderzoeksvraag is heel belangrijk.

De uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek zijn vaak te lezen in artikelen in wetenschappelijke
tijdschriften. Vaak zijn zulke artikelen Engelstalig. De taal van de wetenschap is het Engels. Vaak zijn
wetenschappelijke artikelen alleen toegankelijk voor mensen die wetenschappelijk onderzoek
uitvoeren of hiermee bezig zijn.

Leerdoel 3: Dubieuze onderzoekspraktijken

Dubieuze onderzoekspraktijken houdt in dat psychologische studies effecten suggereerden die er in
werkelijkheid niet zijn. Publication bias is een neiging om alleen maar studies te publiceren die
effecten laten zien. Dubieuze onderzoekspraktijken zijn er in verschillende soorten en maten.
Dataverzameling, -analyse en -rapportage is gebaseerd op het verkrijgen van de gewenste resultaten
en niet zozeer op het zuiver uitvoeren van het onderzoek. Een goede onderzoeker laat zich in een
onderzoek niet leiden door zijn of haar eigen vermoedens.

,Het doel van wetenschappelijk onderzoek is om te leren over de werkelijkheid. Door systematiek en
objectiviteit ontstaat er een vertekend beeld. Bij dubieuze onderzoekspraktijken staat zuivere
waarheidsvinding niet centraal en wordt het onderzoek beïnvloed door het toewerken naar gewenste
resultaten.

Vaak worden bij dubieuze onderzoekspraktijken variabelen gerapporteerd die het gewenste effect
laten zien of worden variabelen niet betrokken bij het rapporteren omdat zij bepaalde ongewenste
scores aangeven. Hypotheses worden achtergelaten en soms wordt zelfs te vroeg gestopt met het
verzamelen van data omdat de verkregen data al het gewenste effect laat zien.

 Samengevat:
 Selectief rapporteren van variabelen of condities in een studie;
 Flexibiliteit bij de data-analyse (variabelen wel/niet laten betrekken);
 Selectiviteit of flexibiliteit bij het opstellen van de hypotheses;
 Flexibiliteit bij de dataverzameling.

Het probleem bij dubieuze onderzoekspraktijken is dat de fasen van de empirische onderzoekscyclus
te flexibel worden opgepakt. Het is belangrijk dat de onderzoeksvraag, onderzoeksopzet en het plan
voor het verzamelen en analyseren van data al vastliggen voordat het de data daadwerkelijk
verzameld en geanalyseerd gaat worden. Dit vastleggen wordt preregistratie genoemd. Zo kan
wetenschappelijk onderzoek leiden tot zuivere kennis.

Full disclosure houdt in dat er volledige openheid gegeven wordt over het onderzoeksproces. Allerlei
zaken kunnen in een artikel meegepubliceerd worden, bijvoorbeeld metadata.



1.2 Operationalisaties




Leerdoel 1: Variabelen

Het is bij het uitvoeren van een onderzoek belangrijk om te weten welke variabelen je gaat meten.
Een variabele wordt gedefinieerd als iets dat varieert of zou kunnen variëren. Als je voor een
onderzoek elke dag vijf cacaobonen eet, dan varieert de score op het aantal gegeten cacaobonen
niet, omdat deze elke dag gelijk is. Het zou wel kunnen variëren, als je besluit om meer cacaobonen
te eten. Een ‘land’ kan ook een variabele zijn. Als iedereen Nederland invult, variëren de scores niet
bij deze variabele.

,Er zijn verschillende mogelijke variabelen die gemeten kunnen worden: intelligentie, extraversie,
optimisme of bijvoorbeeld iemands houding richting statistiek. Je kunt alles meten wat mogelijk
varieert, maar dat is vaak niet even haalbaar of zinnig. Aangezien je een onderzoeksvraag opstelt is
het aantal variabelen dat nuttig en bruikbaar is beperkt.

Leerdoel 2: Constructen

Psychologische variabelen zijn lastig te meten, omdat deze niet direct observeerbaar zijn. Extraversie
is niet ergens uit af te lezen, een leeftijd bijvoorbeeld wel. Een leeftijd is daardoor veel makkelijker te
meten dan bijvoorbeeld intelligentie. Daarnaast hebben psychologische variabelen geen eenduidige
definitie. Er zijn dus geen harde definities voor psychologische variabelen. Voor extraversie is geen
eenduidige definitie die exact beschrijft wat het inhoudt en waarmee je ook andere zaken kan
uitsluiten.

Verder is extraversie niet simpel uit te drukken in een aantal. Intelligentie daarentegen kun je
uitdrukken met IQ en is daardoor dus een uitzondering.

Psychologische constructen zijn psychologische variabelen waarbij de definitie is afgeleid vanuit
theorie en die definitie specificeert wat wel en niet tot de variabele behoort. De definitie van
extraversie is zo’n construct omdat de definitie is gebaseerd op theorie. Psychologische constructen
zijn theoretisch omdat we niet weten of ze ‘echt bestaan’. Psychologische constructen zijn niet direct
observeerbaar. Extraversie is bijvoorbeeld niet meetbaar, omdat het niet in het hoofd zit. Bloeddruk is
bijvoorbeeld wel goed meetbaar.

Psychologische constructen zijn wel goed bruikbaar en kunnen andere direct observeerbare
variabelen voorspellen of beïnvloeden, bijvoorbeeld een cijfer voor een tentamen. Het is zeker de
moeite waard om psychologische constructen te onderzoeken. Wel moet er een duidelijke,
eenduidige en uitgebreide definitie van het construct worden opgesteld.

Leerdoel 3: Verschil variabelen en constructen

Een variabele is een kenmerk dat een persoon, dier, plaats of kenmerk beschrijft en een construct is
een theoretisch begrip dat niet direct observeerbaar is.

Leerdoel 4: Operationalisaties

Operationalisaties worden gebruikt om psychologische constructen te meten. Een construct wordt
door operationalisaties concreet en tastbaar. Operationalisaties vormen de vertalen van de definitie
van het theoretische construct naar een meetinstrument of manipulatie. Er zijn twee soorten
operationalisaties: meetinstrumenten en manipulaties.

Leerdoel 5: Meetinstrumenten

Een meetinstrument is een voorbeeld van een operationalisatie. Het doel van een meetinstrument is
om op consistente (=stelselmatig) wijze een variabele te kwantificeren, anders gezegd: weergeven in
een datareeks van getallen. Er wordt gemeten met verschillende items (stimuli) die samen het
construct omvatten. Getallen worden toegekend aan de reacties op de items. Elke reactie krijgt een
score en zo ontstaat er een totaalscore voor de variabele. Items kunnen gemeten worden met
antwoordschalen. Ook kunnen er observaties uitgevoerd worden om bepaalde zaken te meten.

De meetwaarden zijn de mogelijke waarden die behaald kunnen worden bij een operationalisatie. Bij
een 10-puntsschaal zijn de meetwaarden van 1 t/m 10.

,Het doel van meetinstrumenten is om variabelen te kwantificeren, zonder deze te verstoren. De
datapunten worden geregistreerd. Een datareeks van hetzelfde meetinstrument wordt een variabele
genoemd. De term variabele wordt dus zowel gebruikt voor een theoretische variabele (als
bijvoorbeeld leesvaardigheid) als voor een datareeks die indicatief is voor de waarde van die
theoretische variabele.

Nu is het onderscheid vaak niet zo relevant: omdat operationalisaties de manifestatie van de
theoretische variabelen zijn, representeren de resulterende datareeksen (als de kwaliteit van de
operationalisaties goed is) die theoretische variabelen. De term construct wordt overigens wel
uitsluitend gebruikt om naar theoretische variabelen te verwijzen, nooit naar een datareeks. Omdat
de term ‘variabele’ in het wetenschappelijk jargon vaak gebruikt wordt om naar een theoretische
variabele te verwijzen, wordt in deze cursus ook de term ‘variabele’ gebruikt waar (theoretische)
variabele bedoeld wordt. Soms verwijst ‘variabele’ dus naar een theoretische variabele en soms naar
een datareeks. Uit de context zal altijd duidelijk zijn welke betekenis van variabele wordt bedoeld.

Leerdoel 6: Manipulaties

Het doel van meetinstrumenten is om datapunten te verzamelen zonder het construct te
beïnvloeden. Daarentegen is het doel van manipulaties om juist wel het construct te beïnvloeden.
Door het manipuleren van variabelen kan onderzocht worden of er een causaal verband bestaat
tussen twee variabelen. Anders gezegd: zorgt verandering in een variabele voor verandering bij een
andere variabele?

Er worden stimuli (prikkels/impulsen) getoond aan de deelnemers. Er wordt zo een bepaalde
toestand of verandering van het construct in werking gezet. Er worden bijvoorbeeld aangekondigd
dat de deelnemers na afloop een beloning krijgen of er worden filmpjes getoond aan de deelnemers.

Er moet bij het rapporteren van de datagegevens rekening worden gehouden met het feit dat
sommige deelnemers wel gemanipuleerd werden en anderen niet.

Alle operationalisaties, of het nu meetinstrumenten of manipulaties zijn, resulteren dus per
onderzoekseenheid in een datapunt per variabele. Binnen elk onderzoek (steekproef) is er dus een
datareeks per variabele. Deze datareeksen representeren de waarden van de bijbehorende
variabelen onder voorwaarde dat de operationalisaties waarmee de datareeksen zijn
gegenereerd betrouwbaar en valide zijn (daarover later meer). In elk geval moet de inhoud
van stimuli van meetinstrumenten of manipulaties kloppen. Dit gaat bijvoorbeeld over de
verwoording van de vragen in een vragenlijst, maar ook waarover precies vragen worden gesteld.

Leerdoel 7: Datapunten en datareeksen

Een datapunt is bijvoorbeeld een getal waarmee een variabele gekwantificeerd kan worden. Een
reeks datapunten wordt een datareeks genoemd. Wanneer een datareeks van hetzelfde
meetinstrument komt, is er sprake van een variabele.

Leerdoel 8: Verhouding variabelen, operationalisaties, meetinstrumenten en manipulaties

Operationalisaties worden ingezet om psychologische constructen te meten. Er zijn twee soorten
operationalisaties: meetinstrumenten en manipulaties.

Leerdoel 9: Meetmodel

, Een meetmodel visualiseert hoe een variabele via een stimuli of items wordt geoperationaliseerd. De
variabalen of constructen worden weergegeven in ovalen. De stimuli en items die het construct
operationaliseren, vormden de indicatoren die in rechthoeken worden weergegeven.

Een voorbeeld van een meetmodel is een reflectief meetmodel. Er lopen hierbij lijnen van het
construct (latente variabele) naar de indicatoren. De richting van de pijl is erg belangrijk.

Een reflectief meetmodel is niet van toepassing op alle variabelen die binnen de psychologie en
onderwijswetenschappen worden onderzocht. Bijvoorbeeld bij indexvariabelen zoals
sociaaleconomische status, waarbij een aantal relevante zaken zoals inkomen, postcode etc. bij elkaar
worden opgeteld, is een reflectief meetmodel niet van toepassing.

De meeste studies bevallen één operationalisatie (meetinstrument of manipulatie) voor elk construct.
Meestal worden alleen meetmodellen opgesteld voor meetinstrumenten. Bij manipulaties worden
deelnemers vaak aan één stimulus blootgesteld, in tegenstelling tot meetinstrumenten die vaak uit
meerdere items bestaan. Het meetmodel van een manipulatie bestaat dan uit één indicator, want er
is maar één stimulus.

Bij een manipulatie loopt de pijl in tegengestelde richting, van de indicator naar het construct. De
stimulus beïnvloedt namelijk het construct.




1.3 Betrouwbaarheid en validiteit

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
marij1807 Universiteit Leiden
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
18
Member since
4 year
Number of followers
13
Documents
5
Last sold
1 month ago

3,7

3 reviews

5
0
4
2
3
1
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions