Formeel strafrecht
WK1 - Uitgangspunten van strafprocesrecht
Doelstellingen en karakter van het strafprocesrecht
Beginpunt: schuldvraag beslist o.b.v. godsoordelen.
Het strafprocesrecht wordt rationeler: de waarheid moet door de
mens zelf worden achterhaald. De eerste pijler!
De invloed van de verlichting: in het strafproces moeten ook de
rechten en vrijheden van burgers worden gerespecteerd. De
tweede pijler!
Hoofddoelstelling
o Hoofddoelstelling: verzekeren van de juiste toepassing van het
materiele strafrecht
Bevorderen bestraffing schuldigen wetshandhaving
Voorkomen bestraffing onschuldigen rechtsbescherming
o De realisering van dit doel wordt mogelijk gemaakt door de waarheid
te achterhalen (eerste pijler).
Het gaat niet om het achterhalen van de volledige waarheid, maar
om dat wat relevant is ter beantwoording van de vragen van art. 348
en 350 Sv.
Waarheidsbegrip
Relativering
De waarheid kan nooit met zekerheid worden vastgesteld, waardoor
het risico op een onjuiste toepassing van het materiële strafrecht
nooit kan worden uitgesloten.
Er moet daarom een balans worden gevonden tussen
wetshandhaving en rechtsbescherming
Principiële asymmetrie Ratio: we vinden het minder erg dat een
schuldige vrij rondloopt, dan een onschuldige die vastzit. Sommige
fouten in het strafrechtprocesrecht vinden we erger dan de andere.
Rechtsbescherming (pijler II)
Hier staat de eerbiediging van rechten en vrijheden van burgers
centraal.
Vrijheid van de individu wordt beschermd door het
legaliteitsbeginsel.
Er bestaat ook het belang voor genoegdoening van het slachtoffer.
Dit heeft ook betrekking tot anderen betrokkenen.
Deze rechts beschermende waarborgen zijn gebaseerd op het
Europees recht.
,Karakter van het strafprocesrecht
Accusatoire versus inquisitoire procesmodellen:
Accusatoire gaat om een partijen proces.
Inquisitoire gaat om een proces waar een actieve rechter op zoek gaat
naar de waarheid. Dit wordt ook wel het continentale recht genoemd.
Meestal bestaat er niet 1 geheel procesmodel. Beide modellen streven
naar waarheidsvinding, maar de wijze waarop dit is ingericht verschilt van
beide modellen. Bij beide procesmodellen is het ook een uitgangspunt dat
zij dit doen d.m.v. (art. 6 EVRM) oftewel, fair trial.
Wat hebben we in Nederland?
Is een contradictoir proces op een inquisitoir gebied. De standpunten
die de verdachte en het slachtoffer innemen is van groot belang
voor de rechtspraak.
In Nederland hebben we een gematigd accusatoire model. Het feit
dat we een actieve rechter hebben maakt het echter inquistoire.
Legaliteitsbeginsel
Functie:
Waarborg functie voorkomt willekeur en machtsmisbruik
Bevordert de rechtseenheid
Democratische legitimatie van overheidsoptreden
Het legaliteitsbeginsel betekent niet dat elke handeling van de politie een
concrete basis behoeft. De vraag staat centraal of er concrete wettelijke
bevoegdheid is of dat er bepaald handelen al gesteld is wat onder het
uitoefenen van zijn bevoegdheid valt?
Algemene taakstellingen mogen worden verricht worden door de
politie. De toepassing strekt tot een beperkte inbreuk, als er meer
dan dat wordt gedaan valt dit niet meer onder de algemene
taakstelling van de politie.
, WK2 – Politieverhoor en voorarrest
Voorarrest; een periode waarin de verdachte wordt vastgehouden
voordat zijn zitting plaatsvindt.
Dit bestaat uit verschillende fases:
1. Ophouden voor onderzoek
2. Inverzekeringstelling
3. Voorlopige hechtenis.
1. Ophouden voor onderzoek (art. 56a Sv)
Tegen wie? De aangehouden verdachte
Bevoegde autoriteit? (Hulp)officier van justitie
Doel? Voor het verrichten van het eerste onderzoek
Identificatie verdachte, voorbereiding verhoor, verhoor, uitreiken
mededelingen IP over vervolg strafzaak
Termijn? VH-misdrijf max. 9-uur, geen VH-feit max. 6 uur
(verlenging: art. 56b Sv). S’nachts telt de tijd niet mee.
2. Inverzekeringstelling (art. 57-62 Sv)
Tegen wie? Een verdachte van een feit waarvoor VH (voorlopige
hechtenis) is toegelaten
Bevoegde autoriteit? (Hulp)officier van justitie en over de
verlenging beslist de OvJ
Doel? Het belang van het onderzoek.
Termijn? Max. 3 dagen, 1 keer verlenging mogelijk met 3 dagen
(art. 58 lid 2 Sv)
Voorgeleiding bij rechtercommissaris: art. 59a Sv
Als de officier van justitie na de inverzekeringstelling wil dat de
verdachte langer vast blijft zitten moet er een bevel tot bewaring
komen. Dit is de vordering van OvJ.
Dit mag binnen 3 dagen en 18 uur na aanhouding.
IVS onrechtmatig? Onmiddellijke invrijheidstelling verdachte (art.
59a lid 5 Sv)
RC wijst vordering tot bewaring toe? Start van de VH.
Voorlopige hechtenis (VH)
De voorlopige hechtenis kun je niet los zien van het internationale en
Europese kader. Het hele kader voor de VH is afkomstig van Europa. Er zijn
allerlei beginselen die Nederland moet implementeren in de wet- en
regelgeving. Zoals:
Onschuldpresumptie: art. 6 lid 2 EVRM en art. 14 lid 2 IVBPR
WK1 - Uitgangspunten van strafprocesrecht
Doelstellingen en karakter van het strafprocesrecht
Beginpunt: schuldvraag beslist o.b.v. godsoordelen.
Het strafprocesrecht wordt rationeler: de waarheid moet door de
mens zelf worden achterhaald. De eerste pijler!
De invloed van de verlichting: in het strafproces moeten ook de
rechten en vrijheden van burgers worden gerespecteerd. De
tweede pijler!
Hoofddoelstelling
o Hoofddoelstelling: verzekeren van de juiste toepassing van het
materiele strafrecht
Bevorderen bestraffing schuldigen wetshandhaving
Voorkomen bestraffing onschuldigen rechtsbescherming
o De realisering van dit doel wordt mogelijk gemaakt door de waarheid
te achterhalen (eerste pijler).
Het gaat niet om het achterhalen van de volledige waarheid, maar
om dat wat relevant is ter beantwoording van de vragen van art. 348
en 350 Sv.
Waarheidsbegrip
Relativering
De waarheid kan nooit met zekerheid worden vastgesteld, waardoor
het risico op een onjuiste toepassing van het materiële strafrecht
nooit kan worden uitgesloten.
Er moet daarom een balans worden gevonden tussen
wetshandhaving en rechtsbescherming
Principiële asymmetrie Ratio: we vinden het minder erg dat een
schuldige vrij rondloopt, dan een onschuldige die vastzit. Sommige
fouten in het strafrechtprocesrecht vinden we erger dan de andere.
Rechtsbescherming (pijler II)
Hier staat de eerbiediging van rechten en vrijheden van burgers
centraal.
Vrijheid van de individu wordt beschermd door het
legaliteitsbeginsel.
Er bestaat ook het belang voor genoegdoening van het slachtoffer.
Dit heeft ook betrekking tot anderen betrokkenen.
Deze rechts beschermende waarborgen zijn gebaseerd op het
Europees recht.
,Karakter van het strafprocesrecht
Accusatoire versus inquisitoire procesmodellen:
Accusatoire gaat om een partijen proces.
Inquisitoire gaat om een proces waar een actieve rechter op zoek gaat
naar de waarheid. Dit wordt ook wel het continentale recht genoemd.
Meestal bestaat er niet 1 geheel procesmodel. Beide modellen streven
naar waarheidsvinding, maar de wijze waarop dit is ingericht verschilt van
beide modellen. Bij beide procesmodellen is het ook een uitgangspunt dat
zij dit doen d.m.v. (art. 6 EVRM) oftewel, fair trial.
Wat hebben we in Nederland?
Is een contradictoir proces op een inquisitoir gebied. De standpunten
die de verdachte en het slachtoffer innemen is van groot belang
voor de rechtspraak.
In Nederland hebben we een gematigd accusatoire model. Het feit
dat we een actieve rechter hebben maakt het echter inquistoire.
Legaliteitsbeginsel
Functie:
Waarborg functie voorkomt willekeur en machtsmisbruik
Bevordert de rechtseenheid
Democratische legitimatie van overheidsoptreden
Het legaliteitsbeginsel betekent niet dat elke handeling van de politie een
concrete basis behoeft. De vraag staat centraal of er concrete wettelijke
bevoegdheid is of dat er bepaald handelen al gesteld is wat onder het
uitoefenen van zijn bevoegdheid valt?
Algemene taakstellingen mogen worden verricht worden door de
politie. De toepassing strekt tot een beperkte inbreuk, als er meer
dan dat wordt gedaan valt dit niet meer onder de algemene
taakstelling van de politie.
, WK2 – Politieverhoor en voorarrest
Voorarrest; een periode waarin de verdachte wordt vastgehouden
voordat zijn zitting plaatsvindt.
Dit bestaat uit verschillende fases:
1. Ophouden voor onderzoek
2. Inverzekeringstelling
3. Voorlopige hechtenis.
1. Ophouden voor onderzoek (art. 56a Sv)
Tegen wie? De aangehouden verdachte
Bevoegde autoriteit? (Hulp)officier van justitie
Doel? Voor het verrichten van het eerste onderzoek
Identificatie verdachte, voorbereiding verhoor, verhoor, uitreiken
mededelingen IP over vervolg strafzaak
Termijn? VH-misdrijf max. 9-uur, geen VH-feit max. 6 uur
(verlenging: art. 56b Sv). S’nachts telt de tijd niet mee.
2. Inverzekeringstelling (art. 57-62 Sv)
Tegen wie? Een verdachte van een feit waarvoor VH (voorlopige
hechtenis) is toegelaten
Bevoegde autoriteit? (Hulp)officier van justitie en over de
verlenging beslist de OvJ
Doel? Het belang van het onderzoek.
Termijn? Max. 3 dagen, 1 keer verlenging mogelijk met 3 dagen
(art. 58 lid 2 Sv)
Voorgeleiding bij rechtercommissaris: art. 59a Sv
Als de officier van justitie na de inverzekeringstelling wil dat de
verdachte langer vast blijft zitten moet er een bevel tot bewaring
komen. Dit is de vordering van OvJ.
Dit mag binnen 3 dagen en 18 uur na aanhouding.
IVS onrechtmatig? Onmiddellijke invrijheidstelling verdachte (art.
59a lid 5 Sv)
RC wijst vordering tot bewaring toe? Start van de VH.
Voorlopige hechtenis (VH)
De voorlopige hechtenis kun je niet los zien van het internationale en
Europese kader. Het hele kader voor de VH is afkomstig van Europa. Er zijn
allerlei beginselen die Nederland moet implementeren in de wet- en
regelgeving. Zoals:
Onschuldpresumptie: art. 6 lid 2 EVRM en art. 14 lid 2 IVBPR