100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting: Methoden & onderzoek deel 3

Rating
-
Sold
-
Pages
34
Uploaded on
31-08-2025
Written in
2024/2025

Samenvatting bevat alle theorie (inclusief Evidence Based Practice) voor het schriftelijke open boek examen. Met deze samenvatting was ik geslaagd in 1ste zit met een 14/20.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
August 31, 2025
Number of pages
34
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting: Methoden en onderzoek deel 3 miv Evidence Based Practice
Hoofdstuk 1: Achtergrond van Evidence Based Practice
1.1 Inleiding
Florence Nightingale (1820-1910) = grondlegster van moderne verpleegkunde
 WAT: - 1 v/d pioniers die gegevens verzamelde & statistiek toepaste in de gezondheidszorg
⤷ gebruikte dit om haar veronderstelling te onderbouwen
⤷ gaf op die manier vorm aan Evidence Based Practice
- eerste statistische wetenschappelijke benadering in gezondheidszorg
 VERONDERSTELLING: - belangrijkste doodsoorzaak bij soldaten: infectieziekten (ipv verwondingen)
 KENMERK: - toont het belang van verzamelen, verwerken & rapporteren van gegevens om
stappen vooruit te zetten in zorg
- EPB in 19e eeuw ontstaan
 PROBLEEM VANDAAG: - kennis & beschikbare info is exponentieel toegenomen
⤷ gevolg: ~ moeilijker om kwaliteit van rapporten in te schatten
~ moeilijker om juiste info uit onoverzichtelijke hoeveelheid
wetenschap te halen
1.2 Aanzet & introductie tot het evidence based handelen (Conceptdiagram)
Evidence Based Medicine (EBM)
 GRONDLEGGER: - David Sackett (1991)
Evidence Based Practice (EBP) = het gewetensvol, expliciet en deskundig gebruik v/h beste, actueel
beschikbare bewijsmateriaal voor het nemen van beslissingen over
zorg voor een individuele patiënt (of groepen patiënten)
 BIJDRAGE: - Gordon Guyatt
 IMPLICEERT: - integreren van individuele klinische expertise met beste externe bewijsmateriaal
vanuit systematisch onderzoek
- voorkeuren, wensen & verwachtingen van patiënt spelen centrale rol bij
besluitvorming
 KENMERK: - ‘evidence’ ≠ ‘bewijs’ (beter: ‘bewijsmateriaal’)
 REDEN: - bewijs = onweerlegbare bewering, een zwart-wit begrip
- bewijsmateriaal = aanwijzing die een bepaalde richting aanwijst
--> kan bewering gedeeltelijk bevestigen of nieuw bewijs aanbrengen
!!!: Zelfs als binnen onderzoek het effect bij alle personen aanwezig is, kan men
nooit met 100% zekerheid zeggen dat het effect bij ieder mens aanwezig zal zijn
 3 PIJLERS: 1) Informatie uit beste, actueel beschikbaar bewijsmateriaal uit onderzoek
= nieuwe evidence met nieuwe inzichten qua diagnostiek, behandelopties, prognose
kan steeds opduiken + nieuwe, accuratere, doeltreffende & veiligere opties kunnen
eerder aanvaarde opties vervangen
2) Klinische ervaring, inzicht en kennis van een zorgprofessional
= in staat zijn om klinische vaardigheden & ervaring mee te nemen in identificeren v
unieke gezondheidstoestand v patiënt, diagnose & individuele risico’s en voordelen
die patiënt zal ervaren bij potentiële interventies
3) Toestand, voorkeur, ervaringen & verwachtingen v/d patiënt
= essentieel om patiëntgebonden aspecten te integreren in
klinische beslissingen




 KRITIEK: - Kennis & ervaring van zorgprofessional zou geen rol meer spelen

1

,  NIET WAAR: beste bewijsmateriaal uit wet. onderzoek moet gecombineerd worden
met kennis & ervaring van zorgprofessional
- Beperkte invloed die patiënt over hun gezondheid zouden hebben
 NIET WAAR: EBP-model vestigt aandacht op multidisciplinariteit
⤷ patiënt staat centraal
⤷ shared decision making process (patient VS zorgprofessional)
-> verschillende zorgverleners met hun expertise gelijkwaardig aan
de patiënt
-> samen zorgplan opstellen
-> kenmerken: ~ onderzoek
~ afweging (casus-afhankelijk)
~ adviseren
~ partnership
~ regie bij patiënt
 geldt evenzeer voor inter- & multidisciplinaire samenwerking




 DREMPELS: 1) Vaardigheden & bewustzijn
⤷ niet bewust zijn v/h onderzoek
⤷ men voelt zich niet bekwaam genoeg om kwaliteit van onderzoek te beoordelen
⤷ statistische analyses in onderzoek moeilijk begrijpbaar
2) Tijd
⤷ geen tijd om wet. artikels te lezen of in praktijk toe te passen
3) Ondersteuning
⤷ te weinig medewerking van andere disciplines (vnl. artsen)
4) Werkplek
⤷ geen toegang tot relevante literatuur of inadequate faciliteiten
1.3 Hiërarchie in studiedesigns & verschillende types van ‘evidence’
Hiërachie van evidence = ladder van evidence
 SYNONIEM: - piramide/niveau van evidence
 WAT: - types informatie geordend naar mate van evidence (hoogste evidence = hoogst in hiërarchie)
 SOORT EVIDENCE: • Onbewerkte evidence = evidence uit solitaire studies
 OMVAT: 1. RCT’s
2. Cohortonderzoek
3. Patiënt-controle onderzoek (case-controle studies)
4. Dwarsdoorsnede onderzoek (cross-sectioneel onderzoek)
5. Casusonderzoek (case reports)
6. Opinies v/d expert
7. Dieronderzoek
8. In-vitro onderzoek (laboratorium)
• Systematische evidence = evidence uit systematische reviews & meta-analyses

Systematische
evidence
2

, Meta-analyse & systematische reviews

Experimenteel
RCT'S
onderzoek
Cohort studies

Case-control studies
Onbewerkte
Case reports
evidence
Observationeel onderzoek
Ideeën en opinies

Dieronderzoek

In-vitro onderzoek
o Experimenteel onderzoek VS observationeel onderzoek
Experimenteel onderzoek = onderzoeker zelf tussenkomen, voert een handeling,
interventie uit waarvan het gevolg wordt gemeten
-> interventie vs controlegroep
Observationeel onderzoek = onderzoeker grijpt niet in, gaat alleen observeren &
metingen verrichten in bestaande situaties
o Opsplitsing volgens tijdslijn
Cross-sectioneel = momentopname, op 1 moment tegelijkertijd vragenlijst laten
invullen & kijken naar uitkomst bij bep. steekproef
 observationeel
Longitudinaal = personen een langere tijd opvolgen
 observationeel
o Opsplitsing binnen longitudinale studies: Prospectief VS Retrospectief
Prospectief = gegevens worden verzameld vanaf nu naar de toekomst (vooruit in de tijd)
Retrospectief = gegevens worden verzameld uit het verleden




1 RCT

3

, RCT = randomised controlled trial
= gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek
 SOORT: - experimenteel, solitaire studie
 WAT: - groep patiënten door toeval (at random) over onderzoeksgroepen verdeeld
⤷ ‘at rondom’ = elke patiënt uit de oorspronkelijke steekproef heeft evenveel kans om in
elke onderzoeksgroep opgenomen te worden
 men kan veronderstellen dat ze ‘gelijk’ zijn
⤷ Interventiegroep = blootstelling aan interventie
⤷ Controlegroep = blootstelling aan placebo of geen interventie
 KENMERK: - gebruik van randomisatieprocedures
⤷ DOEL: op geen enkele manier bias (vertekening) optreden
- 2 groepen zien er hetzelfde uit, behalve op vlak v/h te onderzoeken onderwerp
- geen andere variabelen (vb. mondhygiëne) die het verschil kunnen verklaren
⤷ confounders, andere verklarende variabelen zijn geminimaliseerd of
uitgesloten
- gebruik van blindering voor betrouwbaarheid van experiment
-> groep weet niet welke behandeling ze zullen krijgen
⤷ enkel blind onderzoek = participanten weten niet welke behandeling ze
krijgen, onderzoeker weet wel wie welke
behandeling krijgt
⤷ dubbel blind onderzoek = particpanten & onderzoeker weten niet wie welke
behandeling krijgt (voorkeur)
- voor- en nameting: stand van zaken VOOR & NA interventie meten en vergelijken
- indien na interventie op een nameting verschillen aanwezig zijn tussen groepen
-> enkel toegeschreven worden aan verschil in behandeling/interventie
VB: scores op uitkomstmaat na behandeling B beter dan na behandeling A
 terecht concluderen dat behandeling B beter is dan A mbt de
betreffende uitkomstmaat
 VOOR- & NADELEN:

Voordelen Nadelen
• Controle op confounders • Niet altijd toepasbaar
• Groepen zijn gelijk (op behandeling na) • Kostprijs
• Meest betrouwbaar resultaat • Ethisch niet altijd verantwoord
⤷ VB: medicatie uittesten
• Soms onnatuurlijke setting
• Hawthorne effect = je weet waar op gelet wordt
in studie, dus je gedraagt je anders -> betere
onderzoeksresultaten
 BIJZONDERE VORM: Cross-over design = onderzochte personen verdeeld in 2 groepen
⤷ 1ste groep: eerst behandeling A, dan behandeling B
⤷ 2de groep: eerst behandeling B, dan behandeling A
 VOORDEEL: - klein aantal proefpersonen nodig om effect te meten
 NADEEL: - effect van 1ste behandeling mogelijks nog niet uitgewerkt bij
start v/d 2de behandeling
 OPL: ‘washout periode’ ingelast na behandeling 1




4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
marinavdv9000 Arteveldehogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
17
Member since
11 months
Number of followers
1
Documents
13
Last sold
4 hours ago

0,0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions