HC2 INTERPRETEREN RUIMTE
WAAROVER GAAT INTERPRETEREN VAN RUIMTE(-OBSERVATIES)? => VIA 2 CASES
HORPMAAL
• Horpmaal: Relatie tussen eigenschappen weergeven in schetsen. Hoe is het programma?Hoe zijn de
boerderijen door de jaren veranderd?
o Associatieve eigenschappen: Kwaliteiten die associaties of verbindingen oproepen.
o Distributieve eigenschappen: Hoe het gebouw verdeeld is qua ruimte, circulatie, etc.-
o Constructieve eigenschappen: Hoe het vakwerk bvb langzaam aan verandert.
o Formele en ornamentele eig. : Kijken hoe de versieringen langzaam aan veranderen.-
o Groeiproces: Kijken hoe de structuur, vorm v.h gebouw verandert.
• 200 woningen in kaart gebracht, clusters gemaakt. Wat voor gebouwen herkennen we?
o 1. Boerderij met centrale koer
o 2. Daglonershuis (koerwoning)
o 3. Gevelboerderij (boerderij is verdwenen en is nu een gewoon huis)
o 4. Gevelhuis
o 5. Gevelhuizen met open zijgevel
o 6. Vrijstaande woning
• Gebouwen ondergingen transformaties wat leidde tot bovenstaande vormen. Transformaties steeds
in 3 fases
o 1. Onstaansvorm -> Meest voorkomend en functioneert het beste
o 2. Hoogvorm
o 3. Vervalvorm
• 2006 weer analyse gemaakt, bekeken door 4 lenzen + waar huizen staan.
o Conclusie: Kleine hoeves verdwijnen door minder mogelijkheid tot renovatie.Meervrijstaande
woningen.
• Men maakte ook steeds een ‘Stamboom’ van de hoevefamilie met de 3 fases in.Nadien 2 stambomen
gecombineerd:
o Voorheen: Veel woningtypes, soort woning vertelde je job
o Vandaag: Eindig je vrijwel altijd met zelfde type woning: Vrijstaande woning mettuinhuis.
Fermettes proberen boerderij sfeertje na te doen maar misluktvaa
GENK
• Genk: Andere soort analyse dan Horpmaal, Christian Nolf.Lagenanalyse, maar ook water,topografie en
nederzettingen abstraheren om onderlinge relaties te achterhalen
o Forest grids: Aangelegde paden van vandaag gingen vroeger door bos, zodat hettoegankelijk
was voor paard en kar
o River Stitches: Op luchtfoto ‘spinnenwebben’, waren vroeger oversteken van bruggen.
o wet Plain Grid: Stratenpatroon vroeger verder uit elkaar dan nu. Ze graafdenirrigatiekanalen,
grachten. Bij woningnood bouwden ze meer straten engebouwen in overstromingsgebied.
• Hij ziet Genk als een patchwork van weefsel-types en definieert 5 weefsel families
WAAROM MOETEN ONTWERPERS RUIMTE INTERPRETEREN?
• WAAROM moeten ontwerpers families van gebouwen en weefsels maken?
• Vorige week was alles interessant en werd weergegeven in verschillende vormen => maar dan raak je
verloren en moet je gaan INTERPRETEREN
• Data is waarover we beschikken nu => moeten naar informatie en
dan kennis
• Het verzamelen van veel data leidt tot een matige hoeveelheid
nuttige info, wat leidt tot eenkleine hoeveelheid kennisis om te gaan
ontwerpen
• FEITEN -> CONCEPTEN -> PRINCIPES = hiërarchie van kennis
• “A generally accepted hierarchy of scientific knowledge includes:
o 1° FACTS -- an idea or action that can be verified;
Feiten, valt niet veel over te zeggen
Kan bewezen worden
1
, HC2 INTERPRETEREN RUIMTE
o 2° CONCEPTS -- rules that allow for categorization of events, places, people ideas, etc.;
Gaan klassificeren in groepen/families/categorien
Complexiteit is al veel minder
o 3° PRINCIPLES -- relationship(s) between/among facts and/or concepts; used to generate if-
then statements;
De relatie tussen concepten of feiten
Gebruikt om ‘if-then’ statement te maken
o 4° LAWS -- firmly established, thoroughly tested, principle or if-then”.
• Vragen
o Hoe kunnen ontwerpen ruimte observaties categoriseren?
o Hoe kunnen ontwerpers relaties aflijnen tussen ruimte concepten?
• DOEL: zoeken naar een logica in het palimpsest, naar een structuur in de ruimtelijke bouwstenen van
onze dagelijkse omgeving, naar een typologie van ruimtelijke objecten
HOE KUNNEN ONTWERPERS RUIMTE OBSERVATIES CATEGORISEREN?
• > selecteren (perspectief, detail)
• > abstraheren (eigendom, volume, grid)
• > inverteren (publiek/privaat, volume/straat)
METHODES OM RUIMTE TE CATEGORISEREN
1: NOLLI MAP (OPENBARE RUIMTE)
• Privé (zwart) publiek (wit) = figure and ground method
• Overheidsgebouwen en publieke gebouwen zijn getekend als buitenruimte
• Rome was heel doorlaatbaar in de 18de eeuw
o Werd gebruikt als de hoofd kaart van die tijd in Rome
• Op een simpele manier worden 2 dingen weergegeven
• Publiek is dan ook veel gedetailleerder getekend, je weet ook niet als er een dak is of niet
2: X-URBANISM, M. GANDELSONAS (STADSWEEFSEL)
• Man houdt van grids, Amerikaanse rasterpatrone
o Hij tekent 3D gebouwen als er een grid is, ziet zo de oude stad
o Bij een raster staan de straten in 3D
• 2 Rasters clashen => raster niet doorgezet
• Kijkt ook naar Manhattan, daar lopen straten los door het raster
o Oude indianenpaden die gebleven zij
• Horpmaal <-> Nolli map, X-Urbanism:
o Horpmaal is combinatie van Nolli en X.
o Het is een 3D beeld (X), met zwart wit gewerkt (Nolli)
• Genk <-> Nolli map, X-Urbanism:
o Genk lijkt veel meer op X omdat ze beide stedelijke weefsels bekijke
3: URBAN SPACE, R. KRIER (PUBLIEKE RUIMTE)
• theoreticus die van oude stad houdt, ging steeds naar Italië
• Kennis over types en impact op de leefruimte is verloren gegaan => pleinen in
Belgie voelen niet aan zoals die in Piazza Del Campo in Sienna bv.
• Vergelijkt plein in Stuttgart met Italië:
o Ontworpen door ingenieurs
o De gebouwen definiëren geen ruimte
o Plek is niet leesbaar, dus niet leefbaar
o Concept niet sociaal genoeg
• Op zoek naar regels, principes om goede publieke ruimtes te maken zoals in Italië
o Maakt onderscheid tussen basisvormen en hun werkingen.
2
WAAROVER GAAT INTERPRETEREN VAN RUIMTE(-OBSERVATIES)? => VIA 2 CASES
HORPMAAL
• Horpmaal: Relatie tussen eigenschappen weergeven in schetsen. Hoe is het programma?Hoe zijn de
boerderijen door de jaren veranderd?
o Associatieve eigenschappen: Kwaliteiten die associaties of verbindingen oproepen.
o Distributieve eigenschappen: Hoe het gebouw verdeeld is qua ruimte, circulatie, etc.-
o Constructieve eigenschappen: Hoe het vakwerk bvb langzaam aan verandert.
o Formele en ornamentele eig. : Kijken hoe de versieringen langzaam aan veranderen.-
o Groeiproces: Kijken hoe de structuur, vorm v.h gebouw verandert.
• 200 woningen in kaart gebracht, clusters gemaakt. Wat voor gebouwen herkennen we?
o 1. Boerderij met centrale koer
o 2. Daglonershuis (koerwoning)
o 3. Gevelboerderij (boerderij is verdwenen en is nu een gewoon huis)
o 4. Gevelhuis
o 5. Gevelhuizen met open zijgevel
o 6. Vrijstaande woning
• Gebouwen ondergingen transformaties wat leidde tot bovenstaande vormen. Transformaties steeds
in 3 fases
o 1. Onstaansvorm -> Meest voorkomend en functioneert het beste
o 2. Hoogvorm
o 3. Vervalvorm
• 2006 weer analyse gemaakt, bekeken door 4 lenzen + waar huizen staan.
o Conclusie: Kleine hoeves verdwijnen door minder mogelijkheid tot renovatie.Meervrijstaande
woningen.
• Men maakte ook steeds een ‘Stamboom’ van de hoevefamilie met de 3 fases in.Nadien 2 stambomen
gecombineerd:
o Voorheen: Veel woningtypes, soort woning vertelde je job
o Vandaag: Eindig je vrijwel altijd met zelfde type woning: Vrijstaande woning mettuinhuis.
Fermettes proberen boerderij sfeertje na te doen maar misluktvaa
GENK
• Genk: Andere soort analyse dan Horpmaal, Christian Nolf.Lagenanalyse, maar ook water,topografie en
nederzettingen abstraheren om onderlinge relaties te achterhalen
o Forest grids: Aangelegde paden van vandaag gingen vroeger door bos, zodat hettoegankelijk
was voor paard en kar
o River Stitches: Op luchtfoto ‘spinnenwebben’, waren vroeger oversteken van bruggen.
o wet Plain Grid: Stratenpatroon vroeger verder uit elkaar dan nu. Ze graafdenirrigatiekanalen,
grachten. Bij woningnood bouwden ze meer straten engebouwen in overstromingsgebied.
• Hij ziet Genk als een patchwork van weefsel-types en definieert 5 weefsel families
WAAROM MOETEN ONTWERPERS RUIMTE INTERPRETEREN?
• WAAROM moeten ontwerpers families van gebouwen en weefsels maken?
• Vorige week was alles interessant en werd weergegeven in verschillende vormen => maar dan raak je
verloren en moet je gaan INTERPRETEREN
• Data is waarover we beschikken nu => moeten naar informatie en
dan kennis
• Het verzamelen van veel data leidt tot een matige hoeveelheid
nuttige info, wat leidt tot eenkleine hoeveelheid kennisis om te gaan
ontwerpen
• FEITEN -> CONCEPTEN -> PRINCIPES = hiërarchie van kennis
• “A generally accepted hierarchy of scientific knowledge includes:
o 1° FACTS -- an idea or action that can be verified;
Feiten, valt niet veel over te zeggen
Kan bewezen worden
1
, HC2 INTERPRETEREN RUIMTE
o 2° CONCEPTS -- rules that allow for categorization of events, places, people ideas, etc.;
Gaan klassificeren in groepen/families/categorien
Complexiteit is al veel minder
o 3° PRINCIPLES -- relationship(s) between/among facts and/or concepts; used to generate if-
then statements;
De relatie tussen concepten of feiten
Gebruikt om ‘if-then’ statement te maken
o 4° LAWS -- firmly established, thoroughly tested, principle or if-then”.
• Vragen
o Hoe kunnen ontwerpen ruimte observaties categoriseren?
o Hoe kunnen ontwerpers relaties aflijnen tussen ruimte concepten?
• DOEL: zoeken naar een logica in het palimpsest, naar een structuur in de ruimtelijke bouwstenen van
onze dagelijkse omgeving, naar een typologie van ruimtelijke objecten
HOE KUNNEN ONTWERPERS RUIMTE OBSERVATIES CATEGORISEREN?
• > selecteren (perspectief, detail)
• > abstraheren (eigendom, volume, grid)
• > inverteren (publiek/privaat, volume/straat)
METHODES OM RUIMTE TE CATEGORISEREN
1: NOLLI MAP (OPENBARE RUIMTE)
• Privé (zwart) publiek (wit) = figure and ground method
• Overheidsgebouwen en publieke gebouwen zijn getekend als buitenruimte
• Rome was heel doorlaatbaar in de 18de eeuw
o Werd gebruikt als de hoofd kaart van die tijd in Rome
• Op een simpele manier worden 2 dingen weergegeven
• Publiek is dan ook veel gedetailleerder getekend, je weet ook niet als er een dak is of niet
2: X-URBANISM, M. GANDELSONAS (STADSWEEFSEL)
• Man houdt van grids, Amerikaanse rasterpatrone
o Hij tekent 3D gebouwen als er een grid is, ziet zo de oude stad
o Bij een raster staan de straten in 3D
• 2 Rasters clashen => raster niet doorgezet
• Kijkt ook naar Manhattan, daar lopen straten los door het raster
o Oude indianenpaden die gebleven zij
• Horpmaal <-> Nolli map, X-Urbanism:
o Horpmaal is combinatie van Nolli en X.
o Het is een 3D beeld (X), met zwart wit gewerkt (Nolli)
• Genk <-> Nolli map, X-Urbanism:
o Genk lijkt veel meer op X omdat ze beide stedelijke weefsels bekijke
3: URBAN SPACE, R. KRIER (PUBLIEKE RUIMTE)
• theoreticus die van oude stad houdt, ging steeds naar Italië
• Kennis over types en impact op de leefruimte is verloren gegaan => pleinen in
Belgie voelen niet aan zoals die in Piazza Del Campo in Sienna bv.
• Vergelijkt plein in Stuttgart met Italië:
o Ontworpen door ingenieurs
o De gebouwen definiëren geen ruimte
o Plek is niet leesbaar, dus niet leefbaar
o Concept niet sociaal genoeg
• Op zoek naar regels, principes om goede publieke ruimtes te maken zoals in Italië
o Maakt onderscheid tussen basisvormen en hun werkingen.
2