Historische en actuele
perspectieven
Hoofdstuk 7: Sociaal werk in de
naoorlogse welvaartsstaat (1918 -
1989)
Democratisering troef?
- In 3 stukken te verdelen
o Interbellum (periode tussen twee wereldoorlogen)
o Periode van naoorlogse groei en welvaart (1945 – halverwege jaren
70)
o Periode van neergang en recessie in jaren 70 en 80
- Akkoorden van Loppem (1918): 1e belangrijke wapenfeit
- Belangrijkst van al: het algemeen enkelvoudig stemrecht ingevoerd
o Elke man vanaf 21 jaar kreeg 1 stem
- Politieke partijen zullen hun werking verder democratiseren
o Met eigen taal en discours tot massa richten
- Katholieken, liberalen en socialisten zullen hun volkswerken verder
uitbouwen om kiezer sterker aan hun partijen te binden
- Op sociaal-economisch vlak democratiseert de samenleving sterk
o evolutie naar sociale zekerheid
- Op cultureel vlak: evolutie naar massacultuur
- Op politiek vlak: evolutie naar algemeen (enkelvoudig) stemrecht
- Op vlak van sociaal werk: verdere uitbouw van het verzuilde volkswerk
- Nieuwe sociale wetgeving in Interbellum tot stand
- Via Sociaal Pact: democratiserende tendensen uiteindelijk pas na WO II
uitmonden in grootste sociale uitvinding van 20ste eeuw: welvaartsstaat
o Binnen haar sociale structuur (sociale zekerheid, bijstand, sociaal
overleg en publieke goederen en diensten) zal sociaal werk verder
vorm en gestalte krijgen
- Obstakels
1
, o Beurscrash van Wall Street crisis in jaren 30
o WO II
o En de oliecrisis in 1973 die democratie deed wankelen
- Welvaartsstaat stagneerde en raakte in crisis
De welvaartsstaat tijdens het Interbellum
- Belangrijke verschuiving op vlak na 1918 = groeiende rol van staat
o Evolutie van ‘nachtwakersstaat’ naar ‘verzorgingsstaat’ = geleidelijk
proces
- Door oorlog en samenhangede economische crisis was er meer draagvlak
om sociaal gelijke(re) samenleving tot stand te brengen
- Overheid investeerde in sectoren als sociale huisvesting, administratie,
gezondheidszorg en onderwijs
- Wederopbouw verder gestimuleerd door gunstige opbloei van
wereldeconomie in jaren 20
- Gunstige sociaal-economische klimaat: arbeidsinvesteringen verder
uitgebouwd
- Ruimte voor nieuwe sociale maatregelen en wetgeving
- Werkloosheidsklassen van vakbonden gespijsd met overheidsmiddelen
- Ledenaantal en drukkingsmacht van vakbond namen sterk toe
- Nieuwe democratiseringsfase want naoorlogse economische bloei én
wederopbouw creëert ruimte voor nieuwe sociaaleconomische
maatregelen (2de democratiseringsgolf), o.a.
o 1919: paritaire comités opgericht
Werkgevers en werknemers zouden op voet van gelijkheid
beslissingen nemen over sociaal-economische zaken en
arbeidsvoorwaarden zoals loon, arbeidsduur, vakantie…
Progressieve inkomstenbelasting ingevoerd
o Jaren 20 en 30: begin van sociale zekerheid
Tussen 1924 en 1936 kwamen nationale wetgevingen en
verzekeringen over pensioen, kinderbijslag en vakantiegeld
Na WO II verder gesystematiseerd binnen raamwerk van
Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid
Openbare onderstand: COO en OCMW
2
, - Wet van Openbare Onderstand van 1925
o Moderniseerde lokale armenzorg
o 1 verplichte dienst voor armenzorg per gemeente
- Opdracht Comités voor Openbare Onderstand lag in bijstand aan
hulpbehoevende, bejaardenzorg, hospitaalverzorging voor noodlijdenden
en voogdij over arme wezen en vondelingen
- Structuur en werking toenmalige COO te vergelijken met hedendaagse
OCMW
- Comités samengesteld uit burgers die voor termijn van 6 jaar verkozen
werden door gemeenteraadsleden
o Bijgestaan door secretaris en ontvanger
- 1974: bestaansminimum sluitsteen van sociale zekerheid
- 1976: omdoping van COO naar OCMW en ook naar die van
verzorgingsstaat
- Openbaar Centrum gegrondvest op ‘recht’ op menselijke waardigheid voor
iedereen
- Bredere en professionele werking
- Hulp- en dienstverlening die financiële en materiële hulp ruim overstijgt
- Nog steeds beeld van subsidiërende armenkas
- Gemeentelijke dienstverlening sinds 2019
- Economische wederopbouw: gastarbeiders een niet te onderschatten
aandeel
- 20ste eeuw: België wordt echt immigratieland
- Jaren 20: eerste migratiegolf
o Polen en Italianen
o WO I
- Na WO II: instroom door toevloed van andere gastarbeiders Turkije en
Marokko
- Gunstige signalen van heropbloei maskeerden dieperliggende problemen
- Verdrag van Versailles (1918) werd Duitsland veroordeeld tot
gebiedsafstand en herstelbetalingen niet kon voldoen
o Andere Europese landen in de problemen gekomen
- Ongezonde, financiële afhankelijkheidsketen die kapitalistische
wereldeconomie op haar grondvesten deed daveren
3
perspectieven
Hoofdstuk 7: Sociaal werk in de
naoorlogse welvaartsstaat (1918 -
1989)
Democratisering troef?
- In 3 stukken te verdelen
o Interbellum (periode tussen twee wereldoorlogen)
o Periode van naoorlogse groei en welvaart (1945 – halverwege jaren
70)
o Periode van neergang en recessie in jaren 70 en 80
- Akkoorden van Loppem (1918): 1e belangrijke wapenfeit
- Belangrijkst van al: het algemeen enkelvoudig stemrecht ingevoerd
o Elke man vanaf 21 jaar kreeg 1 stem
- Politieke partijen zullen hun werking verder democratiseren
o Met eigen taal en discours tot massa richten
- Katholieken, liberalen en socialisten zullen hun volkswerken verder
uitbouwen om kiezer sterker aan hun partijen te binden
- Op sociaal-economisch vlak democratiseert de samenleving sterk
o evolutie naar sociale zekerheid
- Op cultureel vlak: evolutie naar massacultuur
- Op politiek vlak: evolutie naar algemeen (enkelvoudig) stemrecht
- Op vlak van sociaal werk: verdere uitbouw van het verzuilde volkswerk
- Nieuwe sociale wetgeving in Interbellum tot stand
- Via Sociaal Pact: democratiserende tendensen uiteindelijk pas na WO II
uitmonden in grootste sociale uitvinding van 20ste eeuw: welvaartsstaat
o Binnen haar sociale structuur (sociale zekerheid, bijstand, sociaal
overleg en publieke goederen en diensten) zal sociaal werk verder
vorm en gestalte krijgen
- Obstakels
1
, o Beurscrash van Wall Street crisis in jaren 30
o WO II
o En de oliecrisis in 1973 die democratie deed wankelen
- Welvaartsstaat stagneerde en raakte in crisis
De welvaartsstaat tijdens het Interbellum
- Belangrijke verschuiving op vlak na 1918 = groeiende rol van staat
o Evolutie van ‘nachtwakersstaat’ naar ‘verzorgingsstaat’ = geleidelijk
proces
- Door oorlog en samenhangede economische crisis was er meer draagvlak
om sociaal gelijke(re) samenleving tot stand te brengen
- Overheid investeerde in sectoren als sociale huisvesting, administratie,
gezondheidszorg en onderwijs
- Wederopbouw verder gestimuleerd door gunstige opbloei van
wereldeconomie in jaren 20
- Gunstige sociaal-economische klimaat: arbeidsinvesteringen verder
uitgebouwd
- Ruimte voor nieuwe sociale maatregelen en wetgeving
- Werkloosheidsklassen van vakbonden gespijsd met overheidsmiddelen
- Ledenaantal en drukkingsmacht van vakbond namen sterk toe
- Nieuwe democratiseringsfase want naoorlogse economische bloei én
wederopbouw creëert ruimte voor nieuwe sociaaleconomische
maatregelen (2de democratiseringsgolf), o.a.
o 1919: paritaire comités opgericht
Werkgevers en werknemers zouden op voet van gelijkheid
beslissingen nemen over sociaal-economische zaken en
arbeidsvoorwaarden zoals loon, arbeidsduur, vakantie…
Progressieve inkomstenbelasting ingevoerd
o Jaren 20 en 30: begin van sociale zekerheid
Tussen 1924 en 1936 kwamen nationale wetgevingen en
verzekeringen over pensioen, kinderbijslag en vakantiegeld
Na WO II verder gesystematiseerd binnen raamwerk van
Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid
Openbare onderstand: COO en OCMW
2
, - Wet van Openbare Onderstand van 1925
o Moderniseerde lokale armenzorg
o 1 verplichte dienst voor armenzorg per gemeente
- Opdracht Comités voor Openbare Onderstand lag in bijstand aan
hulpbehoevende, bejaardenzorg, hospitaalverzorging voor noodlijdenden
en voogdij over arme wezen en vondelingen
- Structuur en werking toenmalige COO te vergelijken met hedendaagse
OCMW
- Comités samengesteld uit burgers die voor termijn van 6 jaar verkozen
werden door gemeenteraadsleden
o Bijgestaan door secretaris en ontvanger
- 1974: bestaansminimum sluitsteen van sociale zekerheid
- 1976: omdoping van COO naar OCMW en ook naar die van
verzorgingsstaat
- Openbaar Centrum gegrondvest op ‘recht’ op menselijke waardigheid voor
iedereen
- Bredere en professionele werking
- Hulp- en dienstverlening die financiële en materiële hulp ruim overstijgt
- Nog steeds beeld van subsidiërende armenkas
- Gemeentelijke dienstverlening sinds 2019
- Economische wederopbouw: gastarbeiders een niet te onderschatten
aandeel
- 20ste eeuw: België wordt echt immigratieland
- Jaren 20: eerste migratiegolf
o Polen en Italianen
o WO I
- Na WO II: instroom door toevloed van andere gastarbeiders Turkije en
Marokko
- Gunstige signalen van heropbloei maskeerden dieperliggende problemen
- Verdrag van Versailles (1918) werd Duitsland veroordeeld tot
gebiedsafstand en herstelbetalingen niet kon voldoen
o Andere Europese landen in de problemen gekomen
- Ongezonde, financiële afhankelijkheidsketen die kapitalistische
wereldeconomie op haar grondvesten deed daveren
3