Rechten van de Mens:
HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEGINSELEN EN GRONDSLAGEN VAN DE
RECHTEN VAN DE MENS
I.1. Het begrip mensenrechten
I.1.1. Definitie
- Fundamentele waarden die niet mogen worden aangetast
- Omwille van ‘menselijke waardigheid’ (human dignity)
(=worden niet toegewezen, maar je bezit ze als mens)
- Universeel
- Ook groepen van mensen of rechtspersonen
I.1.2. Voorbehouden door Staten
=unilaterale handeling die wanneer een Staat een verdrag ondertekent,
bekrachtigd, aanvaardt of goedkeurt of daartoe toetreedt, hem de mogelijkheid
geeft het rechtsgevolg van 1 of een aantal bepalingen van het Verdrag id
toepassing met betrekking tot deze Staat uit te sluiten of te wijzigen
Twee voorwaarden voorbehouden:
- Voorbehoud mag niet ongeldig zijn & moet aanvaard worden door andere
verdragspartijen
- Voorbehoud mag geformuleerd worden, tenzij reserves onverenigbaar zijn
met voorwerp en doel vh Verdrag
(Weens Verdragenverdrag)
Statenopvolging
- =wanneer een Staat uiteenvalt of wanneer een entiteit zich afsplitst van
een bestaande Staat.
- Algemene regel: nieuwe Staat niet automatisch gebonden door aangegane
Verdragen voorganger
- Uitzondering: Mensenrechtenverdragen
Gebruik van geweld:
Slechts in 2 gevallen rechtmatig (volgens VN-Handvest)
- Als het toegelaten is door VN-Veiligheidsraad
- Individuele of collectieve zelfverdediging
1
,I.1.3. Kenmerken van mensenrechten
Absoluut karakter:
- Nuancering:
- =overheid of andere individuen moeten mensenrechten niet noodzakelijk
ten alle tijde volledig respecteren.
- 2 belangrijke beperkingen:
o Uitroepen noodtoestand (state of emergency)
Opschorting van bepaalde rechten
Art 15 EVRM
Voorwaarden:
Op grond van wettelijke bepaling
(Bv. art 15 EVRM, art 4, §1 IVBPR)
Algemene noodtoestand
Voortbestaan van volk moet worden bedreigd
Noodtoestand officieel uitgeroepen
Slechts worden afgeweken van
mensenrechtenverplichtingen tot wat strikt
noodzakelijk is
Voorwaarden mogen niet in strijd zijn met andere
verplichtingen uit internationaal recht en mogen geen
discriminatie inhouden
o Leer van de legitieme beperkingen (litmitation clauses)
Bij wet voorzien
Voor een legitiem doel
Noodzakelijk in een democratische samenleving
(=proportionaliteitsbeginsel)
o (Botsing van mensenrechten)
=rechten tegen elkaar afwegen obv proportionaliteitsbeginsel
Universeel karakter
=obv menselijke waardigheid
- Universalisme:
=mensenrechten overal & altijd gelijk, ongeacht specifieke culturele of
regionale waarden en gebruiken
- Cultuurrelativisme:
=stellen inhoud & bestaan mensenrechten afhankelijk van bepaalde
culturele/ religieuze context
→Appreciatiemarge: om tegemoet te komen aan deze 2
=culturele invulling van de universele normen =uiting subsidiariteitsbeginsel
Onvervreemdbaar karakter=kan niet ontzet worden uit mens-zijn
- Nuancering:
o (Tijdelijke) ontzetting uit rechten
o Afstand van rechten
2
, Ondeelbaar karakter
=alle mensenrechten van gelijke waarde
Verwevenheid mensenrechten:
- Ontnemen van bepaald recht beïnvloed de andere
- Verwezenlijking bepaald recht bevordert de andere
I.1.4. Generaties mensenrechten
Burgerlijke en politieke rechten
- Onthoudingsplicht/ negatieve verplichting Staten
=negatieve rechten/ afweer rechten
- Ook aantal positieve verplichtingen
- Garantieplicht (onmiddellijke verplichting)
- Directe werking in nationale rechtsordes
Economische, sociale en culturele rechten
- Positieve verplichting Staten
=positieve rechten
=actieve Staatsplicht
Collectieve en solidariteitsrechten
- Collectieve rechten= rechten die de gemeenschap, groep of collectiviteit
bezit
- Solidariteitsrechten= medewerking van hele gemeenschap van Staten
vereist
3
HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEGINSELEN EN GRONDSLAGEN VAN DE
RECHTEN VAN DE MENS
I.1. Het begrip mensenrechten
I.1.1. Definitie
- Fundamentele waarden die niet mogen worden aangetast
- Omwille van ‘menselijke waardigheid’ (human dignity)
(=worden niet toegewezen, maar je bezit ze als mens)
- Universeel
- Ook groepen van mensen of rechtspersonen
I.1.2. Voorbehouden door Staten
=unilaterale handeling die wanneer een Staat een verdrag ondertekent,
bekrachtigd, aanvaardt of goedkeurt of daartoe toetreedt, hem de mogelijkheid
geeft het rechtsgevolg van 1 of een aantal bepalingen van het Verdrag id
toepassing met betrekking tot deze Staat uit te sluiten of te wijzigen
Twee voorwaarden voorbehouden:
- Voorbehoud mag niet ongeldig zijn & moet aanvaard worden door andere
verdragspartijen
- Voorbehoud mag geformuleerd worden, tenzij reserves onverenigbaar zijn
met voorwerp en doel vh Verdrag
(Weens Verdragenverdrag)
Statenopvolging
- =wanneer een Staat uiteenvalt of wanneer een entiteit zich afsplitst van
een bestaande Staat.
- Algemene regel: nieuwe Staat niet automatisch gebonden door aangegane
Verdragen voorganger
- Uitzondering: Mensenrechtenverdragen
Gebruik van geweld:
Slechts in 2 gevallen rechtmatig (volgens VN-Handvest)
- Als het toegelaten is door VN-Veiligheidsraad
- Individuele of collectieve zelfverdediging
1
,I.1.3. Kenmerken van mensenrechten
Absoluut karakter:
- Nuancering:
- =overheid of andere individuen moeten mensenrechten niet noodzakelijk
ten alle tijde volledig respecteren.
- 2 belangrijke beperkingen:
o Uitroepen noodtoestand (state of emergency)
Opschorting van bepaalde rechten
Art 15 EVRM
Voorwaarden:
Op grond van wettelijke bepaling
(Bv. art 15 EVRM, art 4, §1 IVBPR)
Algemene noodtoestand
Voortbestaan van volk moet worden bedreigd
Noodtoestand officieel uitgeroepen
Slechts worden afgeweken van
mensenrechtenverplichtingen tot wat strikt
noodzakelijk is
Voorwaarden mogen niet in strijd zijn met andere
verplichtingen uit internationaal recht en mogen geen
discriminatie inhouden
o Leer van de legitieme beperkingen (litmitation clauses)
Bij wet voorzien
Voor een legitiem doel
Noodzakelijk in een democratische samenleving
(=proportionaliteitsbeginsel)
o (Botsing van mensenrechten)
=rechten tegen elkaar afwegen obv proportionaliteitsbeginsel
Universeel karakter
=obv menselijke waardigheid
- Universalisme:
=mensenrechten overal & altijd gelijk, ongeacht specifieke culturele of
regionale waarden en gebruiken
- Cultuurrelativisme:
=stellen inhoud & bestaan mensenrechten afhankelijk van bepaalde
culturele/ religieuze context
→Appreciatiemarge: om tegemoet te komen aan deze 2
=culturele invulling van de universele normen =uiting subsidiariteitsbeginsel
Onvervreemdbaar karakter=kan niet ontzet worden uit mens-zijn
- Nuancering:
o (Tijdelijke) ontzetting uit rechten
o Afstand van rechten
2
, Ondeelbaar karakter
=alle mensenrechten van gelijke waarde
Verwevenheid mensenrechten:
- Ontnemen van bepaald recht beïnvloed de andere
- Verwezenlijking bepaald recht bevordert de andere
I.1.4. Generaties mensenrechten
Burgerlijke en politieke rechten
- Onthoudingsplicht/ negatieve verplichting Staten
=negatieve rechten/ afweer rechten
- Ook aantal positieve verplichtingen
- Garantieplicht (onmiddellijke verplichting)
- Directe werking in nationale rechtsordes
Economische, sociale en culturele rechten
- Positieve verplichting Staten
=positieve rechten
=actieve Staatsplicht
Collectieve en solidariteitsrechten
- Collectieve rechten= rechten die de gemeenschap, groep of collectiviteit
bezit
- Solidariteitsrechten= medewerking van hele gemeenschap van Staten
vereist
3