AFP week 2 Behandelvormen en farmacotherapie Eetstoornissen en Kind en
jeugdpsychiatrie
In module 1 hebben we gesproken over psychiatrisch onderzoek. Wat observeer en vraag je aan
cliënten die zich aanmelden binnen de GGZ en met jou een gesprek hebben in een intakegesprek.
Na een eerste gesprek in een wordt samen met de patiënt een behandelplan aangeboden die ze
gezamenlijk hebben vastgesteld. In het behandelplan staat vermeld:
De problemen die je hebt
Wat je graag wilt veranderen
Welke therapieën, trainingen etc je gaat volgen
Waar en hoe je wordt behandeld
Of je medicijnen nodig hebt?
Hoe en of je familie, partner betrokken wordt bij je behandeling
Als verpleegkundige heb je kennis over de verschillende behandelvormen die patiënten krijgen en
waar je als verpleegkundige een rol in hebt.
Eetstoornissen
Eetstoornissen zijn stoornissen in het eten en het denken over eten. Iemand met een eetstoornis
heeft overdreven veel aandacht voor haar of zijn gewicht en wat zij eet. De gevolgen van een
eetstoornis kunnen ernstig zijn. Vaak ontstaan lichamelijke klachten, bijvoorbeeld botontkalking,
beschadigde organen, duizeligheid, menstruatieproblemen, lage lichaamstemperatuur, slecht gebit,
haaruitval, hartritmestoornissen, maag- en darmproblemen, hoge bloeddruk, longklachten en zere
gewrichten. Daarnaast ontstaan vaak gevoelens van schuld, schaamte en wordt het gedrag rondom
het eten een geheim voor de omgeving waar uiteindelijk iemand vastloop met zijn problemen. De
behandeling van eetstoornissen is complex waarbij een aantal omdat de oorzaak van psychische
aard is.
Kinderen tussen de 0 en 18 jaar kunnen psychische problemen hebben. Depressieve klachten,
concentratie- en/of aandachtsproblemen, dwanghandelingen of bijvoorbeeld eetproblemen kunnen
belemmerend zijn voor kinderen. Diagnostiek, behandeling, begeleiding van kinderen wordt in deze
les bij stil gestaan. Bij het ontstaan van psychische problemen is het belangrijk dat je kennis hebt
ontwikkelingspsychologie en hechtingsproblematiek.
Leerdoelen:
1. Heeft kennis van de behandelvormen binnen de psychiatrie, kennis van de basisprincipes en
achtergrond van cognitieve gedragstherapie, psychotherapie, schematherapie, leertheorie
zelfhulp, systeemtherapie, EMDR, narratieve therapie, sociotherapie;
Gesprekstherapie: Gesprekstherapie is therapie voor kinderen, jongeren en volwassenen die door
middel van praten meer zicht willen krijgen op zichzelf, hun omgeving en de problemen die zij
ervaren.
Cognitieve gedragstherapie (CGT): Cgt leert je om anders te gaan kijken naar problematische
situaties. Het leert je omgaan met negatieve gedachtes. Cgt gaat ervan uit dat problemen beïnvloeC
worden en in stand gehouden worden door iemand zijn gedachten en gedrag.
, Acceptance and commitment therapy (act): ACT staat voor Acceptance and Commitment Therapy
(Hayes, Wilson & Strosahl). Dit is een derde generatie gedragstherapie die cliënten helpt om op een
flexibele manier om te gaan met de obstakels die ze tegenkomen (Acceptance), zodat men kan
blijven investeren in de dingen die ze écht belangrijk vinden (Commitment). ACT bestaat uit zes
verschillende processen/ vaardigheden, vaak uitgebeeld in het ACT-hexaflex:
Acceptatie: Ruimte maken voor vervelende
ervaringen.
Defusie: Afstand nemen van je gedachten.
Het Zelf: Flexibel omgaan met je
zelf(beeld).
Hier en Nu: Aandacht voor het Hier en Nu.
Waarden: Stilstaan bij wat je echt
belangrijk vindt.
Toegewijd Handelen: Investeren in je
waarden.
Deze ACT-vaardigheden zorgen er samen voor dat iemand psychologisch flexibeler wordt. Het doel
van ACT is dus niet zeer het reduceren van klachten, maar het ontwikkelen van persoonlijke
veerkracht.
Psychotherapie: Het is een gesprek behandelmethode. Gesprekken tussen de cliënt en de therapeut
staan centraal. Het is een verzamelnaam voor al de therapievormen die een psychotherapeut kan
inzetten.
Schematherapie: Een vorm van therapie waarbij je leert hoe je meer grip kunt krijgen op je
hardnekkige patronen of hoe je die kunt doorbreken. Veel gebeurtenissen uit je jeugd bepalen hoe
je naar jezelf, naar anderen en naar de wereld kijkt. Deze gebeurtenissen kunnen voor bepaalde
denkpatronen zorgen.
Leertheorie: Gedrag van de mens kan worden verklaard door na te gaan wat hij heeft aangeleerd
(onderwijs).
Zelfhulp: Bij zelfhulp helpen en steunen lotgenoten elkaar door ervaringen uit te wisselen. Mensen
kunnen in alle vrijheid, en altijd anoniem, hun verhaal vertellen. Dat lucht niet alleen op, maar zorgt
er ook voor dat ze zichzelf beter leren kennen. Bovendien kan zo een isolement voorkomen of
doorbroken worden.
Systeemtherapie: Systeemtherapie is een koepelterm voor relatie- en gezinstherapie. Binnen het
veld van de verschillende systeemtheorieën zijn diverse methodieken en strategieën ontwikkeld die
gebruikt worden in de begeleiding en behandeling van gezinnen met allerlei psychosociale
moeilijkheden.
EMDR: EMDR is een vorm van therapie die gebruikt wordt voor het verwerken van trauma's. De
afkorting staat voor Eye Movement Desensitization Reprocessing. Bij een EMDR-behandeling helpt
jeugdpsychiatrie
In module 1 hebben we gesproken over psychiatrisch onderzoek. Wat observeer en vraag je aan
cliënten die zich aanmelden binnen de GGZ en met jou een gesprek hebben in een intakegesprek.
Na een eerste gesprek in een wordt samen met de patiënt een behandelplan aangeboden die ze
gezamenlijk hebben vastgesteld. In het behandelplan staat vermeld:
De problemen die je hebt
Wat je graag wilt veranderen
Welke therapieën, trainingen etc je gaat volgen
Waar en hoe je wordt behandeld
Of je medicijnen nodig hebt?
Hoe en of je familie, partner betrokken wordt bij je behandeling
Als verpleegkundige heb je kennis over de verschillende behandelvormen die patiënten krijgen en
waar je als verpleegkundige een rol in hebt.
Eetstoornissen
Eetstoornissen zijn stoornissen in het eten en het denken over eten. Iemand met een eetstoornis
heeft overdreven veel aandacht voor haar of zijn gewicht en wat zij eet. De gevolgen van een
eetstoornis kunnen ernstig zijn. Vaak ontstaan lichamelijke klachten, bijvoorbeeld botontkalking,
beschadigde organen, duizeligheid, menstruatieproblemen, lage lichaamstemperatuur, slecht gebit,
haaruitval, hartritmestoornissen, maag- en darmproblemen, hoge bloeddruk, longklachten en zere
gewrichten. Daarnaast ontstaan vaak gevoelens van schuld, schaamte en wordt het gedrag rondom
het eten een geheim voor de omgeving waar uiteindelijk iemand vastloop met zijn problemen. De
behandeling van eetstoornissen is complex waarbij een aantal omdat de oorzaak van psychische
aard is.
Kinderen tussen de 0 en 18 jaar kunnen psychische problemen hebben. Depressieve klachten,
concentratie- en/of aandachtsproblemen, dwanghandelingen of bijvoorbeeld eetproblemen kunnen
belemmerend zijn voor kinderen. Diagnostiek, behandeling, begeleiding van kinderen wordt in deze
les bij stil gestaan. Bij het ontstaan van psychische problemen is het belangrijk dat je kennis hebt
ontwikkelingspsychologie en hechtingsproblematiek.
Leerdoelen:
1. Heeft kennis van de behandelvormen binnen de psychiatrie, kennis van de basisprincipes en
achtergrond van cognitieve gedragstherapie, psychotherapie, schematherapie, leertheorie
zelfhulp, systeemtherapie, EMDR, narratieve therapie, sociotherapie;
Gesprekstherapie: Gesprekstherapie is therapie voor kinderen, jongeren en volwassenen die door
middel van praten meer zicht willen krijgen op zichzelf, hun omgeving en de problemen die zij
ervaren.
Cognitieve gedragstherapie (CGT): Cgt leert je om anders te gaan kijken naar problematische
situaties. Het leert je omgaan met negatieve gedachtes. Cgt gaat ervan uit dat problemen beïnvloeC
worden en in stand gehouden worden door iemand zijn gedachten en gedrag.
, Acceptance and commitment therapy (act): ACT staat voor Acceptance and Commitment Therapy
(Hayes, Wilson & Strosahl). Dit is een derde generatie gedragstherapie die cliënten helpt om op een
flexibele manier om te gaan met de obstakels die ze tegenkomen (Acceptance), zodat men kan
blijven investeren in de dingen die ze écht belangrijk vinden (Commitment). ACT bestaat uit zes
verschillende processen/ vaardigheden, vaak uitgebeeld in het ACT-hexaflex:
Acceptatie: Ruimte maken voor vervelende
ervaringen.
Defusie: Afstand nemen van je gedachten.
Het Zelf: Flexibel omgaan met je
zelf(beeld).
Hier en Nu: Aandacht voor het Hier en Nu.
Waarden: Stilstaan bij wat je echt
belangrijk vindt.
Toegewijd Handelen: Investeren in je
waarden.
Deze ACT-vaardigheden zorgen er samen voor dat iemand psychologisch flexibeler wordt. Het doel
van ACT is dus niet zeer het reduceren van klachten, maar het ontwikkelen van persoonlijke
veerkracht.
Psychotherapie: Het is een gesprek behandelmethode. Gesprekken tussen de cliënt en de therapeut
staan centraal. Het is een verzamelnaam voor al de therapievormen die een psychotherapeut kan
inzetten.
Schematherapie: Een vorm van therapie waarbij je leert hoe je meer grip kunt krijgen op je
hardnekkige patronen of hoe je die kunt doorbreken. Veel gebeurtenissen uit je jeugd bepalen hoe
je naar jezelf, naar anderen en naar de wereld kijkt. Deze gebeurtenissen kunnen voor bepaalde
denkpatronen zorgen.
Leertheorie: Gedrag van de mens kan worden verklaard door na te gaan wat hij heeft aangeleerd
(onderwijs).
Zelfhulp: Bij zelfhulp helpen en steunen lotgenoten elkaar door ervaringen uit te wisselen. Mensen
kunnen in alle vrijheid, en altijd anoniem, hun verhaal vertellen. Dat lucht niet alleen op, maar zorgt
er ook voor dat ze zichzelf beter leren kennen. Bovendien kan zo een isolement voorkomen of
doorbroken worden.
Systeemtherapie: Systeemtherapie is een koepelterm voor relatie- en gezinstherapie. Binnen het
veld van de verschillende systeemtheorieën zijn diverse methodieken en strategieën ontwikkeld die
gebruikt worden in de begeleiding en behandeling van gezinnen met allerlei psychosociale
moeilijkheden.
EMDR: EMDR is een vorm van therapie die gebruikt wordt voor het verwerken van trauma's. De
afkorting staat voor Eye Movement Desensitization Reprocessing. Bij een EMDR-behandeling helpt