Samenvatting mens en product technische universiteit delft blok 1 IO1020-12
,Samenvatting mens en product technische universiteit delft blok 1 IO1020-12
,Samenvatting mens en product technische universiteit delft blok 1 IO1020-12
, Samenvatting mens en product technische universiteit delft blok 1 IO1020-12
SAMENVATTING MENS & PRODUCT
TENTAMENWEEK 1
H1 FUNCTIONEREN VAN PRODUCTEN IN GEBRUIK, EEN GRAFISCHE VOORSTELLING
1.1 Technisch-fysisch
Functionaliteit: mogelijkheid van een product om te functioneren in de bescherming,
ondersteuning en vervanging van menselijke activiteiten, en/of in de uitbreiding van
menselijke capaciteiten.
Functioneren product samengetroffen met de volgende elementen:
Product in kwestie, gebruiksacties, omgevingsfactoren.
Deze factoren legen het functioneren vast in:
Productdoelmatigheid, bijkomende effecten in het functioneren.
1.2 Bemoeienis van de gebruiker: gebruiksactiviteiten
Gebruiksactiviteiten: gebruiksacties, waarneming (perceptie), redeneringen,
interpretaties (cognitie), inspanning.
Waarnemen: iets merken
Interpreteren: iets concluderen
Onderscheid voor cognities naar de driedeling voorgesteld door Rasmussen:
Rule based, skill based en knowledge based.
Mensen blijven het liefst op skill based niveau in de toepassing van automatismen, en
alleen als niks anders werkt, op knowledge based niveau.
1.4 Taalgebruik en gebruiksactiviteiten
Onderzoek naar productgebruik:
- Wat een gebruiker in een bepaalde context heeft waargenomen (perception)
- Hoe deze eventueel heeft geredeneerd (cognition)
- Naar aanleiding van welke, voor die situatie door hem van toepassing geachte
ervaring (experience)
- Tegen wat voor moeite (effort)
- In welke voor die omstandigheden mogelijk relevante toestand (present state)
Dienen zo onnadrukkelijk mogelijk aan de orde te worden gesteld, bijvoorbeeld in een
open vraaggesprek.
1.5 Bruikbaarheid/usability
- Adequate productdoelmatigheid
- Minimale bijkomende effecten in het functioneren
- Gewenste lichamelijke en geestelijke inspanning
- Guessability
- Learnability
Algemene criteria voor bruikbaarheid:
- Mate van effectiviteit
- Mate van bijkomende effecten
- Gevergde inspanning (efficiëntie)
Bruikbaarheid en tevredenheid
Usability: effectiveness, efficiency, satisfaction.
Ookal heeft de gebruiker zelf niets aan te merken op een product, gehannes met een
product kan wel laten zien dat er problemen zijn.
,Samenvatting mens en product technische universiteit delft blok 1 IO1020-12
,Samenvatting mens en product technische universiteit delft blok 1 IO1020-12
, Samenvatting mens en product technische universiteit delft blok 1 IO1020-12
SAMENVATTING MENS & PRODUCT
TENTAMENWEEK 1
H1 FUNCTIONEREN VAN PRODUCTEN IN GEBRUIK, EEN GRAFISCHE VOORSTELLING
1.1 Technisch-fysisch
Functionaliteit: mogelijkheid van een product om te functioneren in de bescherming,
ondersteuning en vervanging van menselijke activiteiten, en/of in de uitbreiding van
menselijke capaciteiten.
Functioneren product samengetroffen met de volgende elementen:
Product in kwestie, gebruiksacties, omgevingsfactoren.
Deze factoren legen het functioneren vast in:
Productdoelmatigheid, bijkomende effecten in het functioneren.
1.2 Bemoeienis van de gebruiker: gebruiksactiviteiten
Gebruiksactiviteiten: gebruiksacties, waarneming (perceptie), redeneringen,
interpretaties (cognitie), inspanning.
Waarnemen: iets merken
Interpreteren: iets concluderen
Onderscheid voor cognities naar de driedeling voorgesteld door Rasmussen:
Rule based, skill based en knowledge based.
Mensen blijven het liefst op skill based niveau in de toepassing van automatismen, en
alleen als niks anders werkt, op knowledge based niveau.
1.4 Taalgebruik en gebruiksactiviteiten
Onderzoek naar productgebruik:
- Wat een gebruiker in een bepaalde context heeft waargenomen (perception)
- Hoe deze eventueel heeft geredeneerd (cognition)
- Naar aanleiding van welke, voor die situatie door hem van toepassing geachte
ervaring (experience)
- Tegen wat voor moeite (effort)
- In welke voor die omstandigheden mogelijk relevante toestand (present state)
Dienen zo onnadrukkelijk mogelijk aan de orde te worden gesteld, bijvoorbeeld in een
open vraaggesprek.
1.5 Bruikbaarheid/usability
- Adequate productdoelmatigheid
- Minimale bijkomende effecten in het functioneren
- Gewenste lichamelijke en geestelijke inspanning
- Guessability
- Learnability
Algemene criteria voor bruikbaarheid:
- Mate van effectiviteit
- Mate van bijkomende effecten
- Gevergde inspanning (efficiëntie)
Bruikbaarheid en tevredenheid
Usability: effectiveness, efficiency, satisfaction.
Ookal heeft de gebruiker zelf niets aan te merken op een product, gehannes met een
product kan wel laten zien dat er problemen zijn.
