Details leren!!
Uit elke les komen ongeveer 5 vragen
VERBINTENISSENRECHT
1. SOORTEN VERBINTENISSEN
Overeenkomst = contract
Het is een misvatting dat deze schriftelijk moet zijn. Voor de geldigheid moet
een contract NIET schriftelijk zijn
- Mondeling mag dus ook MAAR dan is het moeilijk te bewijzen
- Iets op papier is dus meer waard dan een mondelinge afspraak
Een verbintenis = 1 prestatie van A t.o.v. B
Overeenkomst verbintenis
Een overeenkomst/contract is een verzameling van verbintenissen
- Vb. een huurovereenkomst: het geheel van al de verbintenissen van de
huurder t.o.v. de verhuurder en van de verhuurder t.o.v. de huurder
(wederzijds)
- Er zijn overeenkomsten waarbij er veel verbintenissen zijn (vb. koop en
verkoop van een huis) en overeenkomsten waarbij er weinig
verbintenissen zijn (vb. je jas afgeven bij de vestiaire)
Een verbintenis is slechts 1 enkele schakel
Feit rechtsfeit rechtshandeling.
Feit
- Iets wat geen rechtsgevolgen heeft (bv. het is nu 4°C)
Rechtsfeit
- Onbewust
- Je doet iets wat je eigenlijk niet wil waardoor er ongewilde
rechtsgevolgen ontstaan
- Bv. Je hebt iemand aangereden
Rechtshandeling
- Bewust
- Je hebt die rechtsgevolgen gewild
- Je wil bewust rechtshandelingen/-gevolgen tot stand brengen
- Bv. Je koopt een huis
1
,Er bestaan 3 soorten verbintenissen:
1) iets doen (vb. kandidaat-kopers zoeken)
2) iets niet doen (vb. niet-concurrentiebeding: slechts 1 vastgoedmakelaar de
opdracht geven om te bemiddelen)
3) iets geven (vb. je koopt een auto dus de garage moet jou die auto geven)
Er bestaan verschillende types verbintenissen:
Natuurlijke verbintenis: uitvoerbaar maar niet afdwingbaar.
- Kan je niet opeisen
- Bv. bruidsschat, levensonderhoud, zakgeld kleinkinderen, buitenwettelijk
ouderdomspensioen.
Zedelijke verplichting: geen verbintenis. Houdt verband met de moraliteit.
- Niet afdwingbaar bij de rechter/rechtbank
- Heeft te maken met je normbesef, met wat je belangrijk vindt
- Bv. je kind moet om 20u gaan slapen
Inspanningsverbintenis resultaatsverbintenis.
- Inspanningsverbintenis: risico bij de schuldeiser.
› Indien de schuldeiser niet tevreden is met het resultaat of indien de
schuldenaar het resultaat niet behaald heeft moet de schuldeiser
aantonen dat de schuldenaar te weinig moeite heeft gedaan
- Resultaatsverbintenis: risico bij de schuldenaar.
› Je moet het resultaat behalen indien niet behaald: de
schuldenaar is aansprakelijk voor de schade die geleden kan worden
› Bewijslast bij de schuldenaar (= diegene die het resultaat moest
behalen): hij zal moeten aantonen waarom hij het resultaat niet
behaald heeft (bv. door overmacht)
› Bv. teruggave kledij/auto bij de wasserij/garage, advocaat voor
termijnen, boekhouder voor indienen van de aangifte.
› Bv. wasserij moet je kleren wassen: niet goed of slecht gewassen, ze
moeten gewoon gewassen en teruggegeven worden
Een alternatieve verbintenis: er zijn verschillende prestaties als voorwerp, maar het
vervullen van één ervan is voldoende.
Beide partijen moeten akkoord zijn en er zijn verschillende mogelijkheden
waarbij de schuldenaar vrij mag kiezen
Een cumulatieve verbintenis: er moeten meerdere prestaties worden uitgevoerd.
2
, Bv. bij de koop-verkoop van vastgoed: er moet een EPC-attest worden
opgemaakt, er moet een bodemattest worden overhandigd, er moeten
stedenbouwkundige inlichtingen worden gegeven, etc. + de koper moet de
koopovereenkomst bij de notaris ondertekenen, etc. dat zijn cumulatieve
verbintenissen (die hangen allemaal samen)
Een facultatieve verbintenis: er is één prestatie als voorwerp, maar de schuldenaar
mag haar vervangen door een andere prestatie (keuze voor de schuldenaar en risico
voor overmacht ligt bij de schuldeiser).
De schuldenaar mag vrij kiezen
Er is 1 prestatie als uitgangspunt maar op initiatief van de schuldenaar en
omdat de schuldeiser er op voorhand akkoord mee is gegaan mag de
schuldenaar die prestatie vervangen door een andere prestatie
Een gezamenlijke verbintenis: er zijn verschillende personen betrokken aan de actief
en/of passiefzijde.
Bv. als ze een huis kopen moeten ze ALLEMAAL de verkoopovereenkomst
ondertekenen
Hoofdelijke verbintenis: verschillende personen kunnen worden aangesproken om te
betalen. Indien 1 persoon betaalt, zijn de anderen bevrijd.
Een hoofdelijke verbintenis is in solidum = een juridische verbintenis waarbij
meerdere partijen aansprakelijk zijn voor dezelfde schuld
Een hoofdelijke verbintenis vloeit voort uit een overeenkomst of een
wet/wettelijke bepaling
Je kan verschillende personen aansprakelijk stellen om te betalen (betalen
wordt hier ruimer gezien dan alleen betalen in geld dus ook als iets geven, iets
doen of iets niet doen)
Hoofdelijkheid wordt vaak gebruikt voor mensen met een vennootschap zodat
ze toch als privépersoon, en dus ook met hun privévermogen, hoofdelijk
aansprakelijk zijn voor de schulden van hun onderneming
Actieve hoofdelijkheid: meerdere schuldeisers.
- Er zijn verschillende schuldeisers en je kan je schuld betalen aan 1 van
hen en dan is het oké
Passieve hoofdelijkheid: meerdere schuldenaars.
3
, - Er zijn verschillende schuldenaars die je elk kan aanspreken om de
volledige schuld te betalen (bv. een vennootschap en de natuurlijke
persoon die eigenaar is van dat vennootschap)
- Banken maken hier vaak gebruik van
Verbintenis in solidum: verschillende personen kunnen worden aangesproken om te
betalen. Indien 1 persoon betaalt, zijn de anderen bevrijd.
In tegenstelling tot bij de hoofdelijkheid, is de verbintenis niet afhankelijk van
een overeenkomst (bv. art. 1202 oud BW) of van een wetsbepaling (lastgever:
art. 2002 oud BW, ontleners: art. 1887 oud BW en testamentuitvoerders: art.
1033 oud BW).
De secundaire gevolgen van hoofdelijkheid (intrest loopt ten aanzien van alle
schuldenaar: art. 1205-1207 oud BW en kwijtschelding bevrijdt alle
schuldenaars: art. 1285 oud BW) gelden niet.
Het principe tussen een verbintenis in solidum en hoofdelijkheid is hetzelfde
(je kan verschillende personen aanspreken om te betalen), maar
hoofdelijkheid vloeit voort uit een contract of wet, terwijl een verbintenis in
solidum voortvloeit uit een rechterlijk vonnis (opgelegd door een rechter) + de
secundaire gevolgen van hoofdelijkheid bv. als de interest of kwijtschelding
voor de ene geldt, geldt het voor iedereen en bij een verbintenis in solidum
NIET
Actieve verbintenis in solidum: meerdere schuldeisers.
Passieve verbintenis in solidum: meerdere schuldenaars.
Ondeelbare verbintenis: de verbintenis moet in haar geheel worden uitgevoerd.
Belangrijk bij veel schuldenaars of schuldeisers.
Feitenkwestie in functie van de daad, aard van de zaak en overeenkomst.
Bv. om je diploma te behalen moet je alle modules afleggen
De verbintenis met tijdsbepaling: toekomstige zekere gebeurtenis.
Er wordt een termijn aan gekoppeld
Bv. als je een lening wil aangaan om een woning te kopen krijg je daar meestal
een maand de tijd voor en als je die niet zou krijgen moet je ook binnen die
termijn aan de verkoper laten weten (met bewijsdocument) dat je de lening
niet kan krijgen
Kan een schorsend of uitdovend effect hebben.
- Een schorsend effect (schorsen = opschorten)
4