Onderzoek: De zoektocht naar kennis en inzicht die tot de oplossing van vragen en problemen moet
leiden. Onderzoek moet dus antwoord geven op vragen, door middel van het verzamelen van kennis.
Normatieve vraag: Een onderzoeksvraag waaraan altijd een waardeoordeel ten grondslag ligt.
Bijvoorbeeld: “Wat is de beste gitarist ter wereld?”
Esthetische vraag: Een onderzoeksvraag in overeenstemming met schoonheidsleer. Bijvoorbeeld:
“Wat is de mooiste auto?”
Normatieve en esthetische vragen zijn NIET te beantwoorden doormiddel van onderzoek!!!
Naïeve kennis: Kennis die niet gebaseerd is op onderzoek. Voorbeelden van naïeve kennis zijn
stellingen als:
- “Dat doen we al jaren zo” Gewoonte
- “Ik geloof dat het zo is, dus het is zo.” Wishful thinking
- “Maurice de Hondt zegt het, dus het is zo” Autoriteit
- “Ik geloof in alternatieve geneeswijze” Ideologie
- “zesde zintuig” Intuïtie
Traditionele wetenschappelijke kennis: Kennis gebaseerd op:
- Waarnemen Empirisme
- Nadenken Rationaliteit
- Ordening Weetmatigheid
Wetenschappelijk verantwoord:
- Systematisch uitgevoerd (Een onderzoek een van tevoren vastgelegd patroon volgt: De
empirische cyclus)
- Gepubliceerd (Een onderzoek moet altijd gepubliceerd zijn in een rapport, artikel of boek)
- Repliceerbaar (Een onderzoek moet controleerbaar en transparant zijn)
Emperische Cyclus:
Probleem Opzet Dataverzameling Data-analyse Conclusie Rapportage
Fundamenteel onderzoek: Onderzoek dat ten behoeve van wetenschap wordt uitgevoerd en als doel
heeft om kennis te verzamelen
Toegepast onderzoek: Onderzoek dat wordt uitgevoerd ten behoeve van de praktijk en als doel heeft
om de verzamelde kennis te gebruiken om praktijkproblemen op te lossen.
Probleemstelling: Een probleemstelling is de achtergrond waaruit de onderzoeksvraag voorkomt.
Voor het schrijven van een goede probleemstelling is inzicht nodig, maar de auteur moet zich ook
ingelezen en verdiept hebben in het onderwerp.
- Schets de achtergrond van eht onderzoek
- Welke informatie is al aanwezig?
- Wat is er al bekend over het onderwerp?
, - Voor wie is het een probleem?
- Wat is precies het probleem?
Een probleemstelling wordt van breed naar smal geschreven (van achtergrond tot onderzoeksvraag).
Een probleemstelling beantwoordt de vraag of het onderzoek relevant/zinvol is.
Relevant:
- zinvol / nuttig
- terzake doende
- Belangrijk, voornaam
- Bruikbaar
Doelstelling: Het antwoord op de vraag waarom je het onderzoek doete en wat je er mee wilt
bereiken.
Toegepast onderzoek:
- Wat wil je weten? Onderzoeksdoel
- Wat ga je met die kennis doen? Praktijkdoel
- Welk eindproduct lever je op? Product
Centrale onderzoeksvraag: De vraag waarop het onderzoek antwoord moet geven.
Deelvragen: Vragen die je helpen bij het beantwoorden van de centrale onderzoeksvraag.
Deelvragen zorgen voor duidelijkheid in de aanvak van de onderzzoeksvraag en een stapsgewijze,
logische beantwoording van de centrale onderzoeksvraag. Deelvragen zorgen ook voor een groot
deel van de structuur in een onderzoek.
LES 2:
Kwalitatief onderzoek: onderzoek waarbij problemen in en van situaties, gebeurtenissen en
personen beschreven worden m.b.v. gegevens van kwalitatieve aard, zoals belevingen, ervaringen,
betekenisverleningen die verzameld zijn via open interviews en/of participerende en/of bestaande
documenten
Kwantitatief onderzoek: onderzoek waarbij het onderzoeksmateriaal bestaat uit cijfermatige
gegevens die statistisch geanalyseerd worden om antwoord te geven op de onderzoeksvraag.
, - Onderzoekseenheden geven aan waarover je uiteindelijk uitspraak wilt doen.
- Onderzoekseenheden zijn de personen, instanties of situaties waarover je op basis van het
onderzoek uitspraken wilt doen.
- Onderzoekseenheden zijn de dragers van de eigenschappen en kenmerken waarin de
onderzoeker geïnteresseerd is.
- Onderzoekseenheden hoeven niet noodzakelijkerwijs de respondenten van het onderzoek te
zijn.
Kenmerken zijn de eigenschappen van de eenheden waarover je uitspraken doet op basis van de
onderzoeksresultaten.
Onderzoek typen:
Wat drinkt een student het liefst? -> beschrijvende vraag
Waarom drinken studenten het liefst bier? -> een verklarende vraag
Studenten drinken bier omdat het de goedkoopste alcoholhoudende drank is. -> toetsende
Hoe ziet het ideale drankje eruit? -> onderzoekende, explorerende vraag
Wat is het affect van alcoholgebruik op de leerprestaties? -> samenhang tussen variabelen