Hoorcollege 1 B-vitamines................................................................................................................................ 2
Hoorcollege 2 Foliumzuur ................................................................................................................................. 9
Hoorcollege 3 antioxidanten .......................................................................................................................... 12
Hoorcollege 4 Vitamine A en K ....................................................................................................................... 14
Hoorcollege 5 Vitamine D en calcium ............................................................................................................. 20
Hoorcollege 6 IJzer ......................................................................................................................................... 25
1
,Hoorcollege 1 B-vitamines
- Je legt uit waar de voedingsnormen voor vitamines en mineralen op gebaseerd zijn.
- Beschrijving functie van vitamines B1 t/m 6 en biotine in het energiemetabolisme
ADH op basis van gemiddelde behoefte van de bevolking. Als de gemiddelde behoefte niet
bekend is dan wordt er een schatting gemaakt en dat is de adequate inname (AI).
Tabel 1A uit hoofd leren:
De aanbevelingen zijn gebaseerd op de gezondheidsraad, vastgestelde EFSA-normen en de
Noric Counsil (Scandinavische landen).
Kennisclip energiemetabolisme
Hoe koolhydraten, eiwitten en vetten in ons lichaam energie leveren.
Chemische verbindingen (vb. glucose) worden verbroken hierbij komt energie vrij.
Metabolisme is het geheel van opbouw en afbraak van chemische verbindingen in het
lichaam:
Anabole reacties: opbouw van stoffen, deze kosten energie, vb. Aanmaak van glycogeen uit
glucose.
Katabole reacties: afbraak van stoffen, energie komt vrij, vb. afbraak van glucose.
ATP is onze energiebron, levert direct energie. De negatieve ladingen van onderlinge
groepen stoten elkaar af. De bindingen die ertussen zit bevatten potentiele energie.
ATP wordt gevormd uit alle macronutriënten in de voeding.
2
, Afbraak glucose
1. Glycolyse
Glucose tot 2 pyruvaat moleculen. Dit proces levert netto 2 ATP en 2 NADH.
NADH kan ook energie opleveren, maar dit gebeurt later.
2. Citroenzuurcyclus (binnenste gedeelte van mitochondrium)
Acetyl-CoA wordt helemaal afgebroken in de citroenzuurcyclus. Allebei de C-atomen
komen vrij in de vorm van CO2.
3. Elektronentransportsysteem (binnen membraan)
Afbraak vetzuren
Glycerol + vetzuren
Glycerol kan omgezet worden in pyruvaat.
De vetzuurketens worden geoxideerd dit is beta-oxidatie.
Rode bloedcellen kunnen alleen energie uit rode bloedcellen halen omdat deze geen
mitochondriën hebben. In de opbouw van de rode bloedcel verdwijnen veel organellen.
Voor de verbranding van vet is glucose nodig voor de vorming van oxaalazijnzuur.
Enzymen: een eiwit dat een chemische reactie mogelijk maakt. Deze zijn nodig voor alle
metabole reacties.
Co-enzymen: een molecuul dat met een enzym combineert om het enzym te activeren. Zijn
veel nodig voor metabole reacties.
Veel B-vitamines fungeren als co-enzym in de energiehuishouding. Deze helpen om
koolhydraten, eiwitten en vetten uit de voeding te metaboliseren. Ze geven geen directe
energie. Tekorten van veel B-vitamines leiden tot een gevoel van moeheid en geven tal van
andere symptomen.
3